zondag 26 mei 2013

Professor verwijt kabinet te hobbelen maar houdt zelf volkomen tegenstrijdig betoog.


Van professor Lex Hoogduin, van 2008 tot 2011 lid van de directie van De Nederlandse Bank en nu hoogleraar monetaire economie, mag je toch wel verwachten dat hij enig verstand heeft van economie. Als hij in de regionale kranten Dagblad De Limburger en Limburgs Dagblad van 18 mei jl. het kabinet Rutte 2 ‘hobbelig beleid’ verwijt, dan denk je dat hij dat goed zal onderbouwen.
Hij schat in dat er in 2014 nog meer bezuinigd moet worden, totaal zo’n € 20 miljard: “Dat wordt gezien de politieke verdeeldheid een hele zware opgave”. Voor Hoogduin staan verdergaande bezuinigingen voorop. Hij vindt dat overigens geen bedrag waarmee de economie kapot wordt bezuinigd. Hij noemt in het krantenartikel vooral de AWBZ: “Te veel zorggeld gaat naar de zorg voor 65-plussers”. Tot zover geen onbekend verhaal. Al is het weinig solidair van Hoogduin om de bezuinigingen als eerste af te wentelen op de zieke en hulpbehoevende burgers en hun verzorgenden / hulpverleners.

Maar dan raakt professor Hoogduin verstrikt in het dilemma waar menigeen geen oplossing voor heeft: “Bij het bezuinigen tot 20 miljard moet rekening worden gehouden met een redelijke economische groei”. Als die groei tegenvalt, dan moet men niet opnieuw nog meer bezuinigen: “Want dan dreigt een negatieve spiraal van toenemende werkeloosheid en oplopende vraaguitval”. Dus niet meer schulden maken om zo de werkgelegenheid en de economie te stimuleren. Daarbij komt dat het effect van deze maatregelen twijfelachtig, onvoorspelbaar en te risicovol is.

Ik neem aan dat professor Hoogduin toch nog wel eens het nieuws kijkt of een krant leest. Wat is al enkele jaren aan de hand?: de economie groeit niet meer, maar krimpt. Wat wel tegenwoordig fors groeit is de werkeloosheid. De negatieve spiraal waar Hoogduin voor waarschuwt, is al volop aan de gang.
Professor Hoogduin wil graag € 20 miljard bezuinigingen maar zegt dat je dat niet moet doen vanwege de negatieve gevolgen van de bezuinigingen. Je zou bij de professor wat meer begrip mogen verwachten voor het kabinet.
En één week later wordt al duidelijk dat de belangrijkste voorwaarde om te ‘mogen’ bezuinigen alweer verder uit het zicht is geraakt: fors verminderde belastinginkomsten in de eerste maanden van dit jaar. Dat leidt tot een prognose van in totaal € 8,3 miljard minder belastinginkomsten voor geheel 2013. Dit vanwege het niet aantrekken van de economie. Aan professor Hoogduin maar ook aan het kabinet de vraag: “Moeten we nu wel of niet meer ombuigen?”

Daarnaast maakt Professor Hoogduin, zoals zo velen, de fout dat hij onderscheid maakt tussen bezuinigingen en lastenverzwaringen terwijl dat macro-economisch weinig verschil maakt. Tenminste als je streeft naar ± begrotingsevenwicht en niet met toenemende schulden de problemen op de toekomst afwentelt. Bezuinigen of lasten verzwaren is vooral behartigen van belangen en kiezen voor wie je wel of niet iets gunt. Bij bezuinigingen worden bepaalde groepen (bv. via zorg, onderwijs, uitkeringen) extra hard getroffen. Lastenverzwaringen zoals verhoging van belastingen en accijnzen, worden meer uitgesmeerd over de maatschappij . De euro die de overheid uitgeeft, is ‘even’ aan de economie onttrokken geweest en wordt daarna weer (op een andere plek) in de economie gepompt.

Gelukkig eindigt het verhaal van de professor goed. Hoogduin pleit voor een ingrijpende verduurzaming van de Nederlandse economie. Dat leidt tot ‘schone’ werkgelegenheid en groei.
Ik ben dat met Hoogduin eens. De economie moet ook verduurzamen, zodat deze in een nieuw en langdurig evenwicht terecht komt.
Veel burgers doen al wat professor Hoogduin verlangt: minder uitgeven aan (duurdere) consumptieve goederen, (hypotheek)schulden verminderen en sparen of ‘buffers bouwen’. Ook de banken zijn zuiniger en bezig met het bouwen van buffers. Het handelen van de burgers en banken is vooral bedoeld om toekomstige risico’s te verminderen. Zou volgens professor Hoogduin ook de overheid moeten doen. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan met een kwakkelende economie, waarbij er onvoldoende netto rendement is in de vorm van overheidsinkomsten om in onze samenleving te investeren. Het wordt dan toch kiezen tussen bezuinigingen en lastenverzwaringen met beide vergelijkbare negatieve gevolgen. Waar wel met een positief vooruitzicht: minder maatschappelijke schulden zorgen op termijn voor meer bestedingsruimte vanwege de lagere rente en aflossing.


Geen opmerkingen: