zaterdag 28 juni 2014

Hans Janmaat (Centrum Democraten) verdient géén eerherstel.



In zijn column ‘Aan de Kant’ in Dagblad De Limburger en het Limburgs Dagblad van vrijdag 27 juni pleit Gerard Kessels voor eerherstel voor Hans Janmaat, leider van de Centrum Democraten in de midden 80er jaren van de vorige eeuw. De extreem rechtse, nationalistische partij kwam in Nederland als eerste met discriminatoire stellingen als ‘eigen volk eerst’ en ‘vol is vol’. Hij wilde de multiculturele samenleving afschaffen. 

Volgens Kessels was hij degene die het debat over buitenlanders en immigratie openbrak: “Na hem volgden Frits Bolkestein, Pim Fortuyn en Geert Wilders. Met de uitspraken van Janmaat zou Wilders vandaag de dag nog geen restzetel bemachtigen”.
 “Janmaat was een onaangenaam mens en zijn opvattingen deugden niet”. Toch verdient hij volgens Gerard Kessels eerherstel: “Om redenen van nationaal fatsoen”.

Gerard Kessels ziet dat tegenwoordig door veel mensen anders wordt aangekeken tegen discriminatie van buitenlanders. In zoverre was Hans Janmaat een voorloper. Bij Geert Wilders wordt de vrijheid van meningsuiting belangrijker gevonden dan het niet mogen discrimineren. Beide principes maken deel uit van de Grondwet en rechters hebben hier een afweging gemaakt. Van de wet en rechterlijke macht mogen burgemeesters ook buitenlanders de toegang weigeren tot coffeeshops omdat dit overlast zou kunnen veroorzaken. Hier wordt artikel 1 van de Grondwet ter zijde geschoven voor een wet ‘van lagere orde’.

Toestaan van discriminatie en hiermee het zaaien van tweedracht zijn  geen positieve ontwikkelingen. Ik vind het ook geen eervolle politieke uitgangspunten. Het vergoelijken van discriminatie is geen ‘nationaal fatsoen’ maar teken van verruwen en afglijden van onze samenleving. Daarom is volgens mij het ‘verdienen van eerherstel’ een forse stap te ver. Janmaat verdient een plek in de geschiedenis, maar zonder positief waardeoordeel. En het debat over buitenlanders mag niet uit de weg worden gegaan, maar het moet worden ontdaan van discriminatie.

maandag 23 juni 2014

Eerste bericht HWi vanuit Provinciale Staten van Limburg



Bericht één vanuit Provinciale Staten: vergadering van 19 en 20 juni 2014.

Ik zal zo mogelijk regelmatig berichten van mijn belevenissen in Provinciale Staten. Ik heb nu sinds bijna 14 jaar weer een vergadering bijgewoond. En in lengte al zo’n 10 uur. Op donderdagavond werd gedebatteerd over de ‘jaarstukken’ ofwel de financiële en beleidsmatige verantwoording van het College van Gedeputeerde Staten in de jaarrekening over 2013. Op zich heel belangrijk, want het raakt de basis van een van de belangrijkste taken van PS, namelijk het controleren van GS. Nu moet wel worden gezegd dat deze controle vooral vooraf geschiedt via de Controlecommissie en dat in het Statendebat slechts de ‘punten op de i’ worden gezet.
Verder werd het ‘selectie- en evaluatiekader structuurversterking’ behandeld.  Dit kader dient ter onderbouwing van de voor een deel zeer grote en dure projecten die de provincie wil laten uitvoeren met de Essentgelden.
Deze projecten zelf kwamen weer terug op vrijdag, samen met de Voorjaarsnota. Die Voorjaarsnota bevat onder andere een aantal nieuwe plannen, die later dit jaar in de begroting voor 2015 worden opgenomen. En over de meeste projecten wordt ook nog afzonderlijk besloten. Door de veelheid van onderwerpen leken het wel een beetje algemene beschouwingen.

Mijn bijdrage is beperkt gebleven tot hoofdzakelijk luisteren. Ik heb Carla Brugman zo nu en dan een suggestie gedaan, maar dat stelde niet veel voor. Toch is de tijd snel om gegaan. De sprekers zijn best goed en hetgeen ze naar voren brengen over het algemeen heel interessant. Op vrijdag had ik ook nog een I-pad gekregen, zodat die stapel van bijna 10 cm vergaderstukken gelukkig eenmalig is.  En dus werd ik zo nu en dan afgeleid door dat stukje hightech, dat ik toch echt nog moest leren bedienen. Even voor lunchtijd wilden de ogen niet meer (normaal heb ik mijn dip na het eten).

Waar ik wat minder enthousiast over ben is de effectiviteit van de bijdragen. Hoewel iedereen zijn best doet, zijn de betogen wel erg op hoofdlijnen en is het aantal suggesties vanuit PS dat ertoe doet, vrij beperkt. Dat geldt ook voor een aantal moties. Hieronder viel ook een motie van GroenLinks over proefboringen naar schaliegas, die eigenlijk maar weinig toevoegde aan een eerder debat. Na een wat verwarrend debat heeft Carla Brugman de motie weer ingetrokken.

GS zijn op zich welwillend en de sfeer is goed, op een onbegrijpelijke aanvaring na tussen gedeputeerde Erik Koppe en PPV-er Michael Heemels over een ‘onfatsoenlijke?’ vraag waarop volgens Heemels ook onfatsoenlijk was dat hierop geen antwoord werd gegeven. De debattechniek die vaak door de PVV wordt gebruikt van ‘terugkaatsen’, kwam hier aardig in beeld.
Eerder op de dag begon Heemels zijn bijdrage heel neutraal, maar op een gegeven moment was het echt PVV en (naar mijn maatstaven) ver beneden peil. Dat lokte een tweetal interrupties  uit die onvoldoende scherpte hadden, zodat hij die makkelijk kon pareren. Heemels genoot zichtbaar. En je zag/hoorde duidelijk dat hij een leerling van Geert Wilders is, waarvoor hij persvoorlichter is.

Een ander, aardiger punt was dat (ik dacht Daan Prevoo van) de SP vond dat een bepaalde zaak het beste verder kan worden geregeld in een achterkamer. Nu hebben ‘achterkamertjes’ al lang een negatieve bijklank, die zeker door de SP mee is gevoed. De SP wil blijkbaar het woord ‘achterkamer’ rehabiliteren om er in de toekomst meer gebruik van te kunnen maken.
Later bleek dat ze met GS onderhandelden over de steun die de provincie kan geven aan de twee Limburgse kranten. Hierin werd ook GroenLinks bij betrokken zodat er hiervoor een nieuwe meerderheid lijkt te ontstaan (coalitiepartij VVD is tegen). Dit betekent overigens wel een ommekeer ten opzichte van de tijdens de voorbereidende commissievergadering geuite standpunten. Hierover mag ik naar ik aanneem op vier juli aan de bak.

Al met al werd het GS niet moeilijk gemaakt. Zo nu en dan gingen GS zelfs verder met toezeggingen dan vanuit de Staten werd gevraagd. Zo hadden GS geen bezwaar tegen een motie van GroenLinks en D66 waarin gevraagd werd voor een evaluatie van het gevoerde energiebeleid voor 1 januari 2015. Zij zeiden dit toe, ook omdat ze zelf wel wilden weten wat de bereikte resultaten zijn, zo vlak voor de verkiezingen. Het was daarna toch wel een beetje dom van VVD en CDA dat ze tegenstemden, zodat de motie werd verworpen. Een VVD-er kwam zich verontschuldigen. Misschien moet de motie de volgende keer opnieuw in stemming worden gebracht.

zondag 22 juni 2014

Hartje Hoensbroek: auto terug in het hoofdwinkelgedeelte van de Kouvenderstraat?



De regionale dagbladen berichtten op 21 juni dat in de Kouvenderstraat in winkelcentrum Hartje Hoensbroek tot 12.00 uur auto’s mogen rijden en parkeren.  Fietsers mogen in het vervolg altijd door deze winkelstraat rijden. Dit juich ik dan ook vanuit de Fietsersbond toe.

Er wordt terecht onderscheid gemaakt tussen fietsers en auto’s. De regeling in het winkelcentrum van Heerlen (en in talloze andere plaatsen) heeft bewezen dat fietsers best goed samengaan met voetgangers. Fietsers rijden over het algemeen langzaam door het voetgangersgebied en als het echt druk is, stappen ze meestal af. Het is wel nodig dat er voldoende fietsparkeerplaatsen zijn, eventueel in grotere fietsenstallingen.

Auto’s hebben een veel grotere negatieve invloed op het verblijfklimaat, en niet alleen vanwege geluid en luchtvervuiling. Omdat auto’s gewend zijn voorrang te krijgen moet je als voetganger veel meer op rijdende auto’s letten, zeker als die ‘vrij baan krijgen’. Dat belemmert het zorgeloze wandelen in de Kouvenderstraat. Daarnaast nemen geparkeerde auto’s ongeveer 12 keer meer plaats in beslag dan fietsen. En mogelijk zijn er regelmatig meer zoekende auto’s dan beschikbare parkeerplekken? Of wordt het volledig vrij parkeren, wat ‘in de weg staan’ kan betekenen?
Het in de Kouvenderstraat toelaten van auto’s is aantrekkelijk voor een aantal verstokte automobilisten. Het verblijfsklimaat verslechtert voor de meerderheid van voetgangers, waardoor een aantal van hen het wellicht laat afweten. Het economische rendement is daardoor twijfelachtig.

Het is goed dat het beleid meer gericht is op het stimuleren van het fietsen, onder andere vanwege de gezonde beweging. Het is ook goed voor automobilisten om wat meer te bewegen. 
Voor laden en lossen plus voor mensen die slecht ter been zijn, kan de gemeente vanzelfsprekend uitzonderingen maken.

De gemeente gaat hopelijk wat de auto’s betreft onder het mom van vernieuwing de tijd in de Kouvenderstraat toch niet enkele tientallen jaren terugzetten?



zaterdag 21 juni 2014

Lid van Provinciale Staten van Limburg.




Afgelopen donderdag 19 juni ben ik benoemd tot lid van Provinciale Staten van Limburg. Ik vervang Gert-Jan Krabbendam die fractievoorzitter is geworden van GroenLinks in de gemeenteraad van Maastricht. En om maar gelijk nog even bij hem stil te staan: hij heeft in de drie jaar en drie maanden in PS een indrukwekkende staat van dienst opgebouwd. Niet alleen door zijn gedegen voorbereiding en daardoor kennis van zaken in de vele debatten, maar vooral ook door het agenderen van de lekkende kerncentrales van Tihange, ten zuiden van Luik. Dit probleem heeft (gelukkig nog niet al te letterlijk) zijn uitstraling over Zuid-Limburg.
Ook zijn initiatiefvoorstel voor het verbeteren van de positie van kinderen in vechtscheidingen gaf een stevige impuls aan de erkenning van dit probleem, waarbij Limburg ook voor Nederlandse begrippen het voortouw neemt. Gert-Jan kreeg bij zijn afscheid dan ook van de ‘onpartijdige’ gouverneur Theo Bovens veel lof toegezwaaid. Maastricht mag blij en tevreden zijn met zo’n actief en kundig raadslid.

En zo iemand mag ik dus vervangen. Ik hoop dat de verwachtingen niet te hoog gespannen zijn, want ik kom dit laatste half jaar van deze Statenperiode zeker en vast niet in de buurt van de status van Gert-Jan.
Ik zie mijn lidmaatschap dan ook als een invalbeurt. Mijn Statenlidmaatschap duurt tot maart 2015 want dan zijn er weer verkiezingen voor provinciale staten. En dat de verkiezingen er al aan staan te komen, dat was wel te merken aan de bijdragen aan het debat van verschillende partijen. Voor de politiek is de tijd van ‘oogsten’ al aangebroken, terwijl ik nog zou moeten beginnen met ‘zaaien’? Net als in de krant de voetballers na de wedstrijd een cijfer voor hun prestatie krijgen, verwacht ik dat ik vanwege mijn invalbeurt te kort in het veld sta voor een beoordeling.

Al moet ik zeggen dat ik heel positief ben ontvangen. Ik heb vele felicitaties ontvangen, waarvoor mijn dank.  Niet alleen van vrienden, bekenden en collega’s en na de installatie in een minireceptie van alle Statenleden. Aardig was ook een aantal oude bekenden uit/in de Staten, waaronder onze nieuwe gedeputeerde Ger Koopmans, die me gelijk al tot de oude garde rekende. (Voor wie het wellicht niet meer weet, ik was al eens lid van PS van maart 1999 t/m oktober 2000). En Edwin Bus (SP) verwees ook al in een spreekbeurt naar mij dat ik vrij breed van stof ben. Ik zal het maar niet ontkennen. Maar toen waren er geen spreektijden en ik had ook (vond ik) veel in te brengen. Nu beloof ik dat mijn inbreng bescheidener is.

Dat neem niet weg dat ik naar verwachting toch wel zo nu en dan naar het spreekgestoelte mag. Dat zal dan gaan over onderwerpen waar ik me nog volledig in moet inlezen en inleven. Want in mijn portefeuille zitten onderwerpen die worden behandeld in de commissie Cultuur, Welzijn en Leefbaarheid. Het eerstvolgende onderwerp is het mediabeleid? Het zijn vooral zaken waar ik me tot nu toe vanuit mijn werk en maatschappelijke activiteiten weinig heb bezig gehouden. Dat heeft wel weer als voordeel dat ik hiermee weinig overlap heb en dat daardoor de (schijn van) belangenverstrengeling zo klein mogelijk is. Al zal er van echte persoonlijke belangenverstrengeling waarschijnlijk sowieso geen sprake zijn, eerder van belangenbehartiging. En dat mag een politicus: opkomen voor de belangen die hij onderschrijft en ondersteunt.
Hoewel ik op mijn werk ook gedeeltelijk teruggetrokken wordt van de provincie, wil ik voor dit halve jaar lidmaatschap van PS niet alles waar ik (maatschappelijk) mee bezig ben op een laag pitje zetten. Echter, mijn al altijd aanwezige tijdgebrek, wordt de komende tijd nog veel groter. Daar vraag ik dan ook begrip voor.

Nu dacht ik met mijn 6de plek ‘veilig’ te staan. Ik kijk ook op dit moment nog niet verder vooruit dan het komende half jaar. Of ik na de verkiezingen de ambitie heb om verder te gaan, is nu nog een totaal open vraag. Daarvoor zijn er te veel onzekerheden. Ten eerste moet mijn enthousiasme nog groeien. En echt kiezen voor het Statenwerk betekent ook (grotendeels) afscheid nemen van nogal wat nevenactiviteiten.   Ik weet niet of ik mijn ‘agenda’ wel weer helemaal wil omgooien. Daarnaast is het natuurlijk ook aan GroenLinks Limburg of ik weer op een verkiesbare plaats wordt gezet. Er zijn wellicht gewoon betere kandidaten. Tot slot moet de kiezer ook nog genegen zijn om GroenLinks weer zo’n drie zetels te schenken.

Maar alles bij elkaar zal ik wel het komende halfjaar echt mijn best doen om mijn lidmaatschap van PS tot een redelijk succes te maken, dat voldoet aan de (wellicht na dit stukje wat naar beneden bijgestelde) verwachtingen.
En de naam van mijn nieuwsbrief ‘Vanaf de Zijlijn’? Die zal ik de komende tijd wijzigen in ‘Vanuit de Staten’? (Nee, niet ‘In alle staten’).