maandag 28 juni 2010

Stemmen op de PVV wordt goedgepraat.

Stemmen op de PVV wordt goedgepraat.

Waarom hebben zoveel mensen PVV gestemd, vooral hier in Limburg? Daar wordt op dit moment meer naar gespeculeerd dan onderzoek naar gedaan. Het is waarschijnlijk ook niet eenduidig verklaarbaar. Maar met enig schaamtegevoel wordt nu ook geprobeerd om het stemmen op de PVV goed te praten. Ook door de krant in het commentaar van 22 juni. Het stemmen op de PVV is blijkbaar niet zo afkeurenswaardig?
Je hebt natuurlijk de PVV-stemmers die het hartgrondig eens zijn met de politiek van neofascisme ten opzichte van allochtonen en islam, de ongelijke behandeling en de tweedeling in de samenleving. Of die een idee van culturele meerderwaardigheid combineren met een zich afkeren van de omgeving (dichtbij en veraf), iets wat je wel meer bij geïsoleerd wonende bergvolken ziet. Daar liggen de belangrijkste verschillen tussen de PVV en alle andere partijen en daarop profileert Wilders zich. En die verschillen werpen bij voorbaat onoverkomelijke drempels op voor samenwerking.

Daarbij is in veel opzichten de politiek van Wilders gericht op de (materiële) belangen van het individu boven het gemeenschappelijke van de samenleving. Dat is ook een belangrijk motief om PVV te stemmen. Verder is Wilders een populist. Hij verwoordt de onvrede in de samenleving en formuleert daar een aantal verkiezingsbeloften omheen die vanzelfsprekend aanspreken bij veel ontevreden mensen. Dat is op zich niet vreemd in de politiek, maar hij doet het wel in uitvergrootte mate. De haalbaarheid wordt natuurlijk minder en inmiddels is ook gebleken dat verkiezingsbeloften bij Wilders helemaal niet zoveel waard zijn (WAO 65 jaar exit binnen een dag na de verkiezingen). Maar misschien verwachten veel kiezers van de PVV dat ook niet en nemen ze Wilders deze draaikonterij minder kwalijk dan andere politici? Wilders meet tenslotte ook regelmatig met twee maten.

Veel PVV-stemmers hebben gedaan wat ze wilden doen: een proteststem uitbrengen. En nu gaan ze, tevreden met hun stemgedrag, verder met kankeren en leven op hun politieke eilandje? Dat blijkbaar de Limburger gemakkelijker een proteststem uitbrengt, wordt dan mede verklaard door de afstand tot Den Haag en een daarbij horende sentimentele gevoelens van minderwaardigheid of achterstelling. Daarbij kunnen grote vraagtekens worden gezet of die gevoelens over de volle breedte wel terecht zijn. Of zo’n stem bijdraagt aan de regeerbaarheid van het land en daarmee ook aan het oplossen van problemen, is niet hun grootste zorg. Ze hebben sowieso amper vertrouwen in de politiek. Maar dat men ondanks de keuze van links tot rechts toch stemt op een partij die er afkeurenswaardige ideeën op nahoudt, kan ik niet als slim beschouwen. Dat is niet goed doordacht. Je onvoldoende verdiepen in de hoofdlijnen van de politiek noem ik dom.

Geschreven: 22 juni, de laatste (derde) alinea is geplaatst in de rubriek 'lezers schrijven' van Dagblad De Limburger en Limburgs Dagblad van 28 juni.

zondag 6 juni 2010

Verkiezingsprogramma GroenLinks is doeltreffend

GroenLinks verkiezingsprogramma is bijzonder doeltreffend en effectief.

Ik wilde eigenlijk een stukje schrijven over hoe doeltreffend het verkiezingsprogramma van GroenLinks is. Maar de lezer die zich in de politiek verdiept heeft, weet dat waarschijnlijk al. Dus is het onderstaande stuk over strategisch stemmen op het toetsenbord aangeslagen.
Voor de vergelijking van de verkiezingsprogramma’s verwijs ik graag naar de ‘Bijzondere Publicatie’ van het Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving. Dat rapport is 1,8 Mb, dus wat veel om iedereen toe te sturen, maar wie het niet vindt op de website van het CPB, die stuur ik het met plezier toe. Als GroenLinkser verwijs ik met plezier naar deze onafhankelijke vergelijking. Het programma van GroenLinks komt namelijk als bijzonder effectief uit deze vergelijking. Bij alle onderscheiden onderwerpen staat het GroenLinks programma in de top 3. Daaruit blijkt dat van de keuzes die GroenLinks maakt, ook daadwerkelijk de gewenste resultaten mogen worden verwacht. Het concept van GroenLinks werkt!

Maar hoe goed een verkiezingsprogramma is, is slechts een van de factoren. Het moet ook aanspreken. Kiezers moeten er zich door aangetrokken voelen, je thuis voelen bij GroenLinks. De keuzes van GroenLinks mogen dan wel doelgericht zijn, ze zijn vaak anders en vrij ingrijpend, ook voor de persoonlijke levenssfeer. De tijd van pappen en nathouden moet echter voorbij zijn. Een besef dat steeds meer bij de kiezers doordringt. De GroenLinks-kiezer heeft daar volgens mij nog een paar kenmerken voor nodig. Je moet duurzaamheid en solidariteit hoog in het vaandel hebben. En dat betekent dat voor veel (wat rijkere) mensen niet de eigen beurs of verbetering van je eigen situatie voorop komt te staan bij het bepalen van je stem. Politiek is vooral een maatschappelijke aangelegenheid. Hoe richten we onze samenleving in. En daarvoor is meer oog voor gemiddelden dan voor individuen.

Strategisch stemmen werkt averechts

De kiezer die strategische stemt, doet zichzelf en de politiek te kort.

Veel mensen vinden een vereenvoudiging van de politiek gemakkelijk. Verdeel de partijen over ‘links’ en ‘rechts’ en vindt verder dat er niet zoveel verschil tussen de partijen binnen deze blokken is. Er wordt dan bijvoorbeeld een geleidende schaal gehanteerd van heel links tot gematigd links. Het lijkt er dan ook op dat de strijd deze verkiezingen hoofdzakelijk gaat tussen links en rechts. Of dat het premierverkiezingen zijn.
De verkiezingscampagne wordt daarbij versimpeld, onder andere door het aantal onderwerpen beperkt te houden, de nadruk te leggen op de vorm, de wijze van presentatie en te focussen op de wens de grootste partij te worden. Het lijkt voor veel kiezers dus belangrijker wie de grootste wordt, dan wat de ideeën zijn van deze partij ten opzichte van de ‘buren’. Daarbij worden de peilingen sturend voor het stemgedrag.

Op dit moment hebben de PvdA en de VVD het meeste baat bij deze vereenvoudiging en volgen deze tactiek doelbewust. Beide partijen proberen daarmee de overige partijen leeg te zuigen. Het CDA heeft daar momenteel veel last van richting VVD en op links wordt waarschijnlijk zoals bij veel eerdere verkiezingen, strategisch op de PvdA gestemd. Daarbij lossen deze verschuivingen binnen de ‘kampen’ eigenlijk niet het grootste probleem op, namelijk dat of ‘links’ of ‘rechts’ de meerderheid krijgt. Als links of rechts geen natuurlijke meerderheid krijgt, dan komen mix- of middencoalities in beeld. En als twee partijen geen meerderheid hebben, dan zijn er vanzelfsprekend drie of vier partijen nodig. Kleinere partijen zijn dan ook nodig en zo wordt de kans groter dat bijvoorbeeld GroenLinks, D66 of ChristenUnie ook aan de coalitie kunnen aanschuiven. Vanzelfsprekend maakt een grotere ‘kleine partij’ daarop meer kans dan wanneer bijvoorbeeld de GroenLinks- of D66- stemmer massaal strategisch op de PvdA heeft gestemd. In feit keert zo’n strategische stem zich dan tegen deze kiezers. De kans dat je eigen partij gaat meeregeren wordt namelijk kleiner als je er niet op stemt. Op zich heel logisch, maar veel mensen lijken dat niet te beseffen.

De kiezer doet zichzelf en de politiek dus te kort door strategisch te stemmen. Je zou eigenlijk gewoon moeten stemmen op de partij met de ideeën die het beste bij je passen. Dan telt je stem ook optimaal mee. Als iedereen dat doet, dan zijn ook na de verkiezingen de verhoudingen tussen de partijen anders. En dan krijgen we ook een coalitie die inhoudelijk meer aansluit bij wat de kiezers willen. Het is echt niet nodig dat de kiezer twee keer inlevert, namelijk op zijn politieke voorkeur én op de uitwerking daarvan in de te vormen coalitie. Natuurlijk moeten bij iedere coalitievorming compromissen worden gesloten, maar als de partij die mee onderhandelt al van andere uitgangspunten uitgaat dan verwateren dus de politieke ideeën die primair je voorkeur hadden.

Vandaar dat ik de gelegenheid neem om eens aandacht te vragen voor de forse verschillen die er zijn tussen PvdA, SP, GroenLinks, D66 en ChristenUnie, maar ook VVD, CDA en PVV. En dat dus de visie of het verkiezingsprogramma van de partij een zwaardere invloed zou moeten hebben op het stemgedrag. Vandaar mijn oproep aan de kiezer: stem met je hart én met je verstand, maar niet als een profeet die al voorspelt hoe de coalitieonderhandelingen gaan verlopen.