dinsdag 27 februari 2007

Stemmen op GroenLinks levert tevreden kiezers op.

GroenLinks is te klein, ook in provinciale staten. Maar we zijn wel invloedrijk, omdat we weten waarover we praten. Onze argumenten tellen mee.

Mijn vierde plek is alleen een verkiesbare plek als GroenLinks winst boekt. Dat moet kunnen. GroenLinks verdient uw stem. Ik zal er staan vanuit de inhoud en vanuit de wil om iets te bereiken door samen te werken. Daarbij zal ik voor provinciale staten veel meer betekenen dat pakweg het 20e lid van het CDA. En hoewel het takenpakket van de provincie over het algemeen wat verder van de burger afstaat, mag het niet worden verwaarloosd. Het vraagt deskundige politici die uw vertrouwen waarmaken. GroenLinks is traditioneel in provinciale staten een sterke partij. De hoofdonderwerpen waar Provinciale Staten zich mee bezig houden, zijn wat meer Groen dan Links. Die liggen ons goed. Onze inbreng is kwalitatief beter dan die van PvdA en SP. Dat zou u eigenlijk moeten belonen. En diep in hun hart zouden CDA, PvdA en SP wel samen een zetel voor mij willen inleveren. Als u de afgelopen verkiezingen geen GroenLinks heeft gestemd, dan kunt u dat nu weer goed maken. Het moet dus lukken, die 7.000 stemmen op nr. 4 van GroenLinks vanuit Parkstad Limburg. Tenminste als u ook meestemt!

Het gaat om de inhoud, ook in Parkstad Limburg

GroenLinks onderscheidt zich van anderen! Vooral ten opzichte van het gevoerde beleid van het college van gedeputeerde staten en de coalitie van CDA – VVD – PvdA zal er veel moeten verbeteren. Voor het complete programma en andere standpunten verwijs ik u naar de website www.groenlinks.nl/lokaal/limburg.html

Enkele punten voor Parkstad Limburg:

Ruimtelijke ordening zoals het hoort en geen verrommeling van het landschap en eigenarenplanologie. Te vaak worden plannen mogelijk gemaakt omdat de eigenaar op een bepaalde plek wat wil. Er wordt dan niet gekeken of het wel de beste plek is voor zo’n initiatief. Kijk bijvoorbeeld naar de vestiging van Arcus nabij Terworm, het plaatsen van grootschalige detailhandel en een extra grote supermarkt bij het Rodastadion. De provincie moet veel beter regie voeren in de ruimtelijke ordening. Dat geldt ook voor de buitengebieden, waar te vaak bebouwing wordt toegelaten, waardoor het landschap verrommelt en daardoor belangrijk basiskapitaal van Limburg wordt aangetast.

De buitenring moet alleen daar worden aangelegd, waar deze uit oogpunt van verkeersaanbod een duidelijk oplossing biedt voor knelpunten en een verbetering betekent voor leefbaarheid en milieu. Belangrijke landschaps- en natuurwaarden zoals Kathagen, de Jeugdgrubben, de dalen van de Merkelbekerbeek en de Rode beek, de Brunssummerheide en het dal van de Anselderbeek oost van Kaalheide mogen niet worden aangetast. Het (financiële) akkoord tussen provincie en gemeenten moet worden herzien.

GroenLinks is een sterke voorstander van het openbaar vervoer. (Altijd geweest en ik mag mij ook voldoende ervaringsdeskundige noemen) De marktwerking en de aanbesteding aan Veolia hebben geleid tot een ernstig kwaliteitsverlies. We zullen er ons voor moeten inspannen dat Veolia wel een beter openbaar vervoer aanbiedt, zoals ze hebben beloofd.

Ook politiek doe je samen

Politieke stijl Harrie Winteraeken: politiek doe je samen

Mijn politieke stijl is het voorop stellen van de inhoud en het zoeken naar oplossingen. Daarvoor zoek ik naar samenwerking en probeer ik meerderheden te bouwen. Dat doe ik op een vriendelijke, constructieve wijze, vanuit een positieve grondhouding, zo integer mogelijk en met respect voor andere meningen maar ook met enthousiasme en optimisme. Mijn politieke verleden heeft mij geleerd, dat dit het meest succesvol is. Daarbij hecht ik veel waarde aan het voeren van een transparante politiek en het regelmatig afleggen van verantwoording. Zo berichtte ik in Heerlen maandelijks “vanuit de raad” over de activiteiten van de GroenLinks fractie.

Door mijn combinatie van politiek en werk heb ik brede ervaring opgedaan in een aantal belangrijke taakgebieden van de provincie, zowel wat betreft stedelijke problematiek als de zaken die spelen in de landelijke omgeving. Aan de basis ligt het begrip duurzaamheid: hoe creëer je een maatschappij, als saamhorige, solidaire samenleving, ingericht voor de toekomst met een kleiner bevolkingsaantal en vergrijzing en die in duurzaam evenwicht is met zijn omgeving en de natuur (klimaatverandering).

Belangrijkste kennisgebieden zijn algemene (groene) politiek, overheidsfinanciën, stedelijke problematiek, (economische) ruimtelijke ordening en stedenbouw; verkeer en mobiliteit, waterbeheer, natuur- en milieubeleid; landschap, landbouw en landelijk gebied.

Geeft het kabinet het goede voorbeeld?

Ingezonden brief

Het goede voorbeeld geven?

“De overheid moet wel het goede voorbeeld geven”, vindt de nieuwe milieuminister Jacqueline Cramer (PvdA). Maar hoe zit dat met de ministers zelf? Bijvoorbeeld de dienstauto? Mevrouw Cramer erft van haar voorganger Pieter van Geel een auto die rijdt op de relatief schone maar fossiele brandstof aardgas. Staatssecretaris Sharon Dijksma (PvdA) wil wel af van haar vuile auto, maar zit blijkbaar nog vast aan een leasecontract. Dat zijn de enige lichtpuntjes.

Wordt dit beginsel van het goede voorbeeld geven wel over genomen? “Ik dacht het niet” zegt onze kersverse minister van Verkeer en Waterstaat Camiel Eurlings (CDA). Volgens hem gaat de complete ministersploeg straks niet rijden in hybride Japanse auto`s. Eurlings is van Verkeer. Net hij zou moeten kiezen voor de meest schone auto die er te koop is. Want naast de promotie van het openbaar vervoer is het aan hem de taak om te laten zien dat auto rijden mogelijk is met minder vervuiling. Dat zou heel wat pessimisten en dwarsliggers die verknocht zijn aan hun vuile auto, de wind uit de zeilen nemen.

Tussen haakjes: veel van de techniek voor zuinigere auto`s is ontwikkeld in Europa en vooral in Duitsland, maar ook de Duitse autofabrikanten kijken voorlopig nog de kat uit de boom. Wil de overheid echt het goede voorbeeld geven, dan moeten het zuinige verbruik, de aard van de brandstof en de mate van vervuiling gewoon als aanbestedingsvoorwaarde worden meegegeven. En moeten de auto`s spoedig worden ingedeeld in klassen op basis van de milieubelasting (vergelijk wasmachines en koelkasten), zodat burgers dat kunnen meewegen in hun keuze. En is de Bijzondere gebruiksbelasting voor auto`s een goed sturingsinstrument om minder milieuvervuilende auto`s goedkoper te maken en in verhouding vuile auto`s duurder.

En …, bedankt Camiel, volgende keer beter.

Harrie Winteraeken

dinsdag 20 februari 2007

Essentdivident is van de burgers!

De discussie over het divident van Essent is weer opgelaaid. De gemeenten en de provincie willen zelfs graag een extra divident (van € 200 miljoen) om de kas te spekken. Dat is leuk voor de bestuurders om leuke en ook wel goede dingen mee te doen, maar helemaal juist vind ik dat niet. Essent houdt met zijn energieprijzen blijkbaar structureel rekening met een forse dividentuitkering. Dit lijkt daarbij op een verkapte belastingheffing, waarbij burgers van een gemeente met weinig Essent-aandelen de gemeenten met veel aandelen en de provincie sponsoren. Het is gewoon oneigenlijk gebruik van de beurs van de burger. Dus uit dit oogpunt zou streven naar lagere tarieven zo gek nog niet zijn.

Dat probleem wordt mijns inziens erger als (het moddervette) Essent onverhoopt geprivatiseerd en verkocht wordt. De forse prijs die de nieuwe aandeelhouders voor Essent moeten betalen zal zich weer vertalen in hogere tarieven. Daarbij zullen die nieuwe aandeelhouders graag weer winst maken, ook dat kan alleen met hoge tarieven.
Het is nog zeer de vraag of een privatisering van de energiebedrijven wel zo gunstig voor de burger uitpakt. Efficienter werken en concurrentie voor lagere tarieven? Ik ben bang dat de balans anders zal uitvallen.

Harrie Winteraeken

donderdag 8 februari 2007

Bouw Arcus niet in overgangszone Terworm

persbericht

Bouw Arcuscollege niet aan de rand van Terworm

Volgens de overeenkomst tussen de gemeente Heerlen en het Arcuscollege is een deel van de scholen gepland op twee bouwvlakken achter het gebouw van de Hogeschool Zuyd. Op de beoogde bouwvlakken, met nummers 1b en 2, is op dit moment geen bebouwing toegestaan. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft indertijd voor deze en enkele andere bouwvlakken aan de buitenkant van het bedrijventerrein Coriopolis het bestemmingsplan vernietigd.

Naast deze bouwvlakken ligt het waardevolle bronnenbos als onderdeel van natuurgebied Terworm dat een bufferzone nodig heeft. Deze bouwvlakken 1b en 2 liggen in een overgangszone, waarin een voor Zuid-Limburgse begrippen zeldzame gradiënt voorkomt van natte naar drogere bodemeigenschappen en daarmee een waardevolle biotoop voor een gevarieerde natuurontwikkeling.

Volgens Harrie Winteraeken is het binnengebied van het bedrijventerrein een betere plek dan de beoogde bouwvlakken. Het bestemmingsplan staat voor het binnenterrein wel bebouwing toe. De nog beschikbare oppervlakte van het binnenterrein is wat groter dan die van de bouwvlakken 1b en 2, ook in combinatie met het mogelijke initiatief van Van Straten Vastgoed dat het college van burgemeester en wethouders recent bekend maakte.

Voor het Arcuscollege heeft het binnenterrein van Coriopolis ook voordelen, vooral omdat hier verder weinig concessies hoeven worden gedaan aan de stedenbouwkundige en andere wensen van Arcus. Het genot voor Arcus van de nabijheid van en uitzicht op natuurgebied Terworm kan gelijk groot blijven (omgekeerd blijft er sprake van een massieve stenen grens van het natuurgebied). Deze verplaatsing naar het binnengebied biedt namelijk de mogelijkheid om de randzone van Terworm (de vlakken 1b, 2, 3, 4 en 5) ook in de toekomst niet te bebouwen en als overgangsgebied toe te voegen aan het natuurgebied Terworm (zoals ook de bedoeling van de uitspraak van de Raad van State is).

Harrie Winteraeken doet overigens zijn suggestie als tegenstander van de situering van Arcus op de bovengenoemde locaties. Naar zijn mening dient Arcus eigenlijk in Stadspark Oranje Nassau gehuisvest te worden. Daarenboven wijst hij het college erop dat zijn suggestie niet tegemoet komt aan de andere grote obstakels voor de vestiging van Arcus nabij Terworm, te weten de onnodige mobiliteit en daarmee verband houdend de gevolgen voor de luchtkwaliteit.

Noten voor de redactie:

Ik doe mijn suggestie in een brief van 8 februari 2007 aan het college van burgemeester en wethouders van Heerlen. Ik verzocht B&W hierover ook met Arcus in overleg te treden. De brief is aan te vragen via hwinteraeken@hotmail.com.

Over de interpretatie van de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State over de vernietiging van de betreffende bouwvlakken van het bestemmingsplan Geleendal Eyckholt heb ik desgewenst nadere informatie beschikbaar.

Voor de goede orde deel ik u nog mede ik deze brief heb geschreven op persoonlijke titel maar in overleg met de gemeenteraadsfractie van GroenLinks, het IVN Heerlen en de afdeling Milieudefensie van Heerlen.

GroenLinks: vestig EDCO op bedrijventerrein

persbericht

GroenLinks: vestiging EDCO kan beter op een bedrijventerrein

De GroenLinks fractie in provinciale staten heeft forse kritiek op het plan om de handelsonderneming EDCO te vestigingen in het gebied De Meer tussen Melick en Herkenbosch. De aanbieding van 400 banen en realisering van 200 ha nieuwe natuur klinken in eerste instantie heel aanlokkelijk, maar het plan werpt ook veel vragen op. GroenLinks denkt dat EDCO beter op een bedrijventerrein kan bouwen, bijvoorbeeld bij St. Joost in Echt, Venlo of Heerlen als Roermond niet elders plek heeft.

Het beoogde gebied De Meer maakt deel uit van de groen- en natuurzones rondom Nationaal Park De Meinweg en de open gebieden rondom Melick en Herkenbosch. Het heeft hoge landschappelijke waarden. Het is een relatief kleinschalig landbouwgebied van zo’n 30 ha dat is omzoomd met bossen en landschapselementen. Het gebied De Meer bevat schaars voorkomende overgangen van droge naar natte bodemomstandigheden. Daarom zijn er in dit gebied hoge potentiële natuurwaarden aanwezig. Volgens GroenLinks zou het gebied in aanmerking moeten komen voor bijvoorbeeld agrarisch natuurbeheer.

GroenLinks spreekt het vermoeden uit dat het gebied De Meer doelbewust onvoldoende beschermd is omdat gedeputeerde Ger Driessen en wethouder / statenlid Jos van Reij het gebied ondanks de aanwezig landschappelijke waarden willen gebruikten voor een bedrijventerrein.

GroenLinks constateert dat 25 ha een erg grote oppervlakte is. Volgens de gepresenteerde prognose zouden 400 arbeidsplaatsen leiden tot 16 arbeidsplaatsen per hectare. Dat is naar de mening van GroenLinks veel te weinig. Uit oogpunt van een zuinig ruimtegebruik zou 5 keer zo veel een redelijk aantal zijn. EDCO zou meer de hoogte in moeten, in plaats van zich breed maken en dus met zo’n 5 ha (nog een grote lap grond) moeten uitkomen. GroenLinks vraagt GS of deze verkwisting nog is te herstellen.

De genoemde € 10 miljoen lijkt veel maar is het niet. Het komt overeen met € 40 per m2. Als dit de totale prijs is die EDCO moet betalen dan constateert GroenLinks dat EDCO de grond krijgt aangeboden voor minder dan de helft van de gebruikelijke prijs voor grond op bedrijventerreinen. GroenLinks vraagt zich dan ook af of hier sprake is dat “de schijn bedriegt” en dat EDCO vooral financieel voordeel heeft van deze locatie (veel oppervlakte voor in verhouding weinig geld).

GroenLinks denkt dat het gebied De Meer niet voldoet aan de beleidsregel dat nieuwbouw in het buitengebied (bestemming agrarische doeleinden) alleen mag plaatsvinden als opvulling van bebouwde gebieden waaronder lintbebouwing. Vestiging van EDCO in De Meer draagt op een ernstige mate bij aan de verrommeling van het landschap. GroenLinks vraagt het college van GS dan ook waarom zij hun eigen beleidsregels willen overtreden. Mocht deze transactie toch doorgaan, dan vraagt GroenLinks garanties dat die beloofde 200 ha nieuwe natuur ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd voordat EDCO mag bouwen.

GroenLinks concludeert dan ook dat EDCO beter op een bedrijventerrein kan worden gehuisvest dan in het landschappelijk waardevolle gebied De Meer.

noot voor de redactie:

De brief met vragen aan het college van gedeputeerde staten van Limburg is op te vragen bij Harrie Winteraeken, hwinteraeken@hotmail.com