zaterdag 27 december 2014

GroenLinks opent meldpunt vuurwerkoverlast.nl

GroenLinks heeft weer het meldpunt vuurwerkoverlast geopend. Schade, overlast en gevaarlijke situaties door vuurwerk kunnen gemeld worden op vuurwerkoverlast.nl. Het meldpunt is een initiatief van 20 gemeentelijke en provinciale afdelingen, waaronder GroenLinks afdeling Heerlen e.o.
Vorig jaar kwamen op het meldpunt bijna 90.000 meldingen binnen. Dat was 10 procent meer dan het jaar daarvoor. Naar aanleiding van de overlast in voorgaande jaren hebben ruim 30 gemeenten vuurwerkvrije zones ingesteld. De Tweede Kamer besloot bovendien de afsteektijd in te korten. Op Oudejaarsdag mag dit jaar pas vanaf 18:00 uur vuurwerk worden afgestoken, dat was 10:00 uur.
Via het meldpunt brengt GroenLinks in kaart of de vuurwerkvrije zones effect hebben en of het inkorten van de afsteektijden tot minder overlast leidt. Op plekken waar nog veel overlast is, zal GroenLinks gemeenten adviseren om volgend jaar een vuurwerkvrije zone in te stellen.
GroenLinks zet zich in voor een vrolijke en feestelijke jaarwisseling, zonder overlast en slachtoffers. Het liefst ziet de partij dat vuurwerk met Oud en Nieuw niet meer door amateurs wordt afgestoken, maar er in plaats daarvan vuurwerkshows worden georganiseerd door professionals.

woensdag 24 december 2014

Wil coalitie PS eigenlijk helemaal geen windmolens in Limburg?




Motie windmolens aangehouden.

Tijdens de behandeling van het Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2014 hebben de partijen 50PLUS, PvdA, CDA, VVD en PvLD (waarvan ik de naam voluit niet weet, maar het is de afsplitsing van Cor Bosman van de PVV) een motie ingediend over de minimale afstand van windturbines tot woningen. Windmolens zijn nodig om in onze behoefte aan duurzame energie te voldoen. Echter, ook hier geldt vaak het beginsel van ‘niet in mijn voor- of achtertuin’. Nu zijn er best wel goede redenen om voldoende afstand te bewaren tot woningen en de belangrijkste zijn de geluidsbelasting en de slagschaduw. Maar de hiervoor genoemde partijen vonden dat in Limburg voor de afstand van windmolens tot woningen een Deense norm van toepassing moet zijn. Die Deense norm is ten minste 4 keer de maximale hoogte de bovenste tip van het rotorblad van de turbine.

Ik vroeg indiener Ludo Wijnands van 50PLUS via een interruptie of deze norm een aanzienlijk grotere afstand betekent dan voortkomt uit geluidbelasting en slagschaduw? En of verder dan de grens vanwege geluid en slagschaduw er geen onacceptabele milieuhinder van de molens mag worden verwacht?
Er leeft namelijk de verwachting dat met de Deense afstandsnorm, die aldaar in open landschap wellicht toch nog genoeg mogelijkheden oplevert, in Limburg niet of nauwelijks windmolens meer mogelijk zijn. En zo zou men via een motie de windmolens in Limburg nagenoeg willen uitbannen? 
Gelukkig waren Gedeputeerde Staten het er niet mee eens dat deze norm in het POL zou worden gehanteerd. De motie werd dan ook wijselijk aangehouden (en hopelijk daarmee afgeserveerd).

Want het was weer een aardig voorbeeld van politiek gedraai en gebrek aan moed. Wel onderschrijven dat windenergie van groot belang is voor onze toekomstige energievoorziening maar er niet aan willen meewerken omdat het wellicht stemmen kan kosten. Het wordt al moeilijk genoeg om voor onze samenleving om het afgesproken percentage duurzame energie te halen. Je zou van deze fracties beter verwachten. Maar indirect kan je de motie lezen alsof ze de Belgen gaan vragen of ze de krakkemikkige kerncentrales bij Tihange weer willen opstarten. Omdat dat verder weg ligt dan een windmolen aan de horizon.



Accentennotitie Cultuur ‘Bloeiend Limburg’



Bericht uit Provinciale Staten van Limburg van 12 december 2014: 
Ger Koopmans verdedigt Accentennotitie Cultuur ‘Bloeiend Limburg’ met verve, maar...

Gedeputeerde Ger Koopmans zit vol dadendrang. Hij heeft zich onder andere de portefeuille cultuur eigen gemaakt en wil nogal wat veranderingen in het cultuurbeleid aanbrengen. Dat kan niet wachten tot de verkiezingen of een algemene herbezinning van het Beleidskader Cultuur die over een goed halfjaar op de rol staat. Maar voor beleidswijzigingen moet je bij Provinciale Staten zijn en dus heeft hij de Accentennotitie Cultuur ‘Bloeiend Limburg’ geschreven. (In zijn hele taalgebruik spreekt hij van ‘ik’.) En dus ‘jast’ Ger Koopmans in een week tijd de notitie door de Staten (5-12 commissie Cultuur en 12-12 PS).

Nu moet ik erkennen dat er inhoudelijk weinig opmerkingen te maken zijn over de Accentennotitie en daar kon GroenLinks, net als de rest van Provinciale Staten mee instemmen. De genoemde initiatieven zijn allemaal oké. En of het slechts het verleggen is van ‘accenten’ of dat het gewone  beleidswijzigingen zijn, dat is kwestie van wat verhullend taalgebruik. Maar de notitie had wel het kenmerk van een echte beleidsnota op hoofdlijnen, die dus aan Ger Koopmans voldoende handelsruimte overlaat. Er staat niet in wat er daadwerkelijk gaat veranderen en hoeveel geld hiermee gemoeid is. Enerzijds is het gissen wat de hoeveelheid subsidie is die een nieuw initiatief mag verwachten, anderzijds is er ook sprake van afbouw. ‘Afbouw’ noemt de nota wel maar wordt in het geheel niet ingevuld.
Krijgen bestaande initiatieven minder? Van dergelijke consequenties van onze beslissing willen we graag vooraf worden geïnformeerd. En we willen ook niet graag geconfronteerd worden met klagende organisaties waarvan de subsidie geheel of gedeeltelijk wordt ingetrokken.
Hij noemde nog het bibliotheekbeleid, waar naar zijn mening efficiënter werken een besparing van € 400.000 zou kunnen opleveren? Maar Ger Koopmans ging niet mee met dat ‘vooraf’. We krijgen via een jaarlijkse rapportage een overzicht van de GS-besluiten tot toekenning van de subsidies. Maar dan heeft de gedeputeerde er al zijn stempel op gezet.

Tijdens de behandeling in de commissie gaf Ger Koopmans aan dat hij in het vervolg niet meer initiatieven in de trant van ‘het Jaar van ….’ wil steunen. Er waren weliswaar recent twee goede initiatieven Jaar van de Mijnen en ‘1914’, maar dat was niet voldoende voor het steunen van dit concept.
Want waarom zou een jaarlijks feest van oude burgerwachten wel een structurele bijdrage moeten krijgen en andere belangwekkende cultuurhistorische evenementen niet? En dat terwijl het Oud Limburgs Schuttersfeest met een beetje mooi weer best zichzelf bedruipt.
Ik vroeg dan ook of er niet beter gezocht kan worden naar goede inhoudelijke criteria om een initiatief wel of niet positief te bejegenen. Maar Ger vond de uitvoeringskosten van deze eenmalige evenementen te hoog.

De zeer wel bespraakte en wat het politieke proces betreft gepokt en gemazelde Koopmans had wel nog een ander ijzer in het vuur om de Staten en in het bijzonder GroenLinks te paaien. Hij wilde de motie Brugman (onze fractievoorzitter) nieuw leven inblazen. In deze door PS aangenomen motie werd enkele jaren geleden geconstateerd dat de cultuurgelden wel voor een erg groot deel in Maastricht terecht komen. Een betere spreiding over de provincie is gewenst.
Tegen het weer oppakken van de motie kan je natuurlijk geen bezwaar hebben. Wel heb ik toegevoegd dat een criterium de bevolkingsaantallen per regio kunnen zijn. Kort door de bocht geredeneerd zou Parkstad Limburg twee keer zoveel geld kunnen krijgen als Maastricht. (Bespeur ik enig besmuikt gelach in de zaal?) Maar nog belangrijker is het om initiatieven te steunen die de moeite waard zijn. En zowel in Noord-Limburg / Venlo als in Parkstad Limburg / Heerlen zijn er voldoende initiatieven die de moeite waard zijn.

Onduidelijkheid over viaduct over Buitenring bij Klingbemden - Merkelbeekerstraat




Er wordt bijzonder voortvarend gewerkt aan de realisatie van de Buitenring. Wat betreft één locatie roept dit nadere vragen op. Het betreft de plek bij de kruising Merkelbeekerstraat en de buurt Klingbemden in Brunssum. Hier wordt de Buitenring extra verdiept aangelegd en waarbij tevens een viaduct wordt gebouwd.  Zie ter illustratie de onderstaande foto die is gemaakt op 30 november jl.


In het Provinciaal Inpassingsplan Buitenring  2010 is niet gekozen voor dit viaduct. De Merkelbeekerstraat zou onder de Buitenring doorgaan die minder diep in het landschap zou worden aangelegd.
Mij is meegedeeld dat het PIP zoals dat momenteel ter goedkeuring voorligt bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, niet is gewijzigd  ten opzichte van het PIP2010. Deze wijziging zou niet zijn doorgevoerd om de tweede procedure niet te belasten met wijzigingen ten opzichte van de eerste. De wijziging was niet vrij van bedenkingen en dat kon een risico zijn voor de huidige procedure. Nu kan de Afdeling zich alleen buigen over de aspecten die eerder waren vernietigd.

De nu in uitvoering zijnde variant werd wel aangekondigd ten tijde van de eerste zitting van de Afdeling. Voor de Fietsersbond is de nieuwe bocht met een steile toerit vanuit Merkelbeek geen verbetering. Echter, toen ik hierover tijdens de zitting opmerkingen over maakte, kreeg ik te horen dat deze wijziging niet ter beoordeling voorlag omdat die niet officieel aan het plan was toegevoegd.
De vraag is of hiertoe in het PIP2012 toch een besluit genomen?
Ik heb niet de planologische procedure en besluitvorming kunnen achterhalen die op deze wijziging van het PIP van toepassing is en dus betrekking heeft op het planologisch toelaatbaar zijn van het nu in aanbouw zijnde viaduct.
Daarom heeft de fractie van GroenLinks in Provinciale Staten de volgende vragen gesteld.

1.      Is de aanleg van de Buitenring nabij de kruising Merkelbeekerstraat en de bouw van het viaduct nabij de buurt Klingbemden conform het Provinciaal Inpassingsplan Buitenring zoals dat nu ter goedkeuring is voorgelegd aan de Afdeling Bestuursrechtspraak en waar de Afdeling Bestuursrechtspraak ook de schorsing voor heeft opgeheven?
2.      Zo ja, dan verzoeken wij u de betreffende tekst uit het PIP met paginanummer in uw antwoord citeren.

Zo nee, dan liggen ook de volgende vragen te uwer beantwoording voor:
3.      Op basis van welk besluit vindt de aanleg van het viaduct bij de Klingbemden plaats?
4.      Welke planologische besluitvormingsprocedure heeft dit besluit doorlopen?
5.      Heeft de besluitvorming over de verdiepte aanleg van de Buitenring nabij de kruising Merkelbekerstraat en de bouw van het viaduct nabij de buurt Klingbemden voldoende juridische borging?
6.      Zo nee, is de aanleg hiervan dan te bestempelen als illegaal?
7.      Als vraag 6. een bevestigend antwoord krijgt, bent u dan genegen om het betreffende werk te schorsen totdat de aanleg van dit deel van de Buitenring wel kan bogen op een valide planologische besluitvorming?

Daags na het stellen van de vragen werd al gereageerd door zowel de gedeputeerde Erik Koppe als een ambtenaar.
Volgens hen zit het viaduct Klingbemden in het PIP2012 en wordt het dus conform plan aangelegd. Wat niet definitief is, is de zuidelijke toerit naar het viaduct via de Klingbemden. Hier wordt een provisorische voorziening aangelegd. Dan kan alsnog worden besloten om hiervoor een aparte weg aan te leggen, in plaats via de huidige woonstraat. De brug zal wel waarschijnlijk verkeersluw worden (alleen langzaam verkeer en hulpdiensten).

Hoewel we verzocht werden om de vragen in te trekken, heb ik erop aangedrongen om ze toch te beantwoorden. Wellicht zijn antwoorden op de vragen 1 en 2 afdoende? Het wel opnemen van het viaduct in het PIP2012 is dan niet in overeenstemming met eerdere uitlatingen om in dit gebied het door PS vastgestelde PIP2010 niet te wijzigen? Maar het PIP2012 heeft wel een correcte planologische procedure doorlopen. En zo is het wel mogelijk dat het PIP2012 is gewijzigd ten opzichte van het plan dat indertijd bij de Afdeling voorlag.

Armoede bestrijden? Het kan als we dat als samenleving willen.



De aanwezigheid van armoede in onze samenleving en wereldwijd staat de laatste tijd weer wat meer in de belangstelling. Het is ook december en dan zijn we ook wat vrijgeviger dan gemiddeld. Denk maar aan de recente acties voor de Voedselbank. Die Voedselbank kwam ook op 4 december ter sprake tijdens Café Mondiaal over armoede in ons land en onze omgeving. Een van de opmerkingen was dat de noodzaak van de Voedselbank een schande is voor de samenleving, maar dat deze wel behoorlijk veel mensen daadwerkelijk helpt.
Het verminderen of oplossen van armoede is niet eenvoudig maar wel een kwestie van willen. Als hiervoor in de samenleving voldoende draagvlak ontstaat, dan is een eerlijkere verdeling van de welvaart zeker mogelijk. De politiek zal er ook van werk van maken als ze door de meerderheid hierin wordt gesteund. Stapje voor stapje, maar het kan!


Marion Braad van ATD 4de Wereldbeweging sloot de discussie af met het voordragen van de getuigenis van Joseph Wresinski, de grondlegger van de ATD 4de Wereldbeweging die strijdt tegen extreme armoede. Woorden waar toch wel even bij kan worden stilgestaan.


Joseph Wresinski 17 oktober 1987


Een zachte landing van de jeugdzorg bij de gemeenten?




Bericht vanuit de commissie Cultuur, Welzijn en Leefbaarheid van Provinciale Staten van Limburg van 5 december 2014:

De jeugdzorg wordt per 1 januari 2015 een verantwoordelijkheid van de gemeenten. Tot nu toe was dat de zorg van de provincie. Al enkele jaren vindt de voorbereiding plaats van deze transitie. In de commissie Cultuur, Welzijn en Leefbaarheid van 5 december vond het laatste debat plaats voor de omwenteling. Het was een discussie tussen de wat kritischere oppositiepartijen en de meer optimistische gedeputeerde Peter van Dijk. In het kielzog van de gedeputeerde liepen enkele partijen die deze omwenteling wel zien zitten en zelfs de bezuinigingen ‘verkopen’ als mooie gelegenheid om verbeteringen door te voeren.

Wat wel breed werd gedragen is dat de provincie in ieder geval z’n best heeft gedaan om de overdracht van taken en verantwoordelijkheden zo goed mogelijk te laten verlopen. Maar biedt de rapportage misschien wel een te optimistisch vooruitzicht en is er niet hier en daar sprake van een onmogelijke opgave? Kan er voldoende zorg worden geboden? Gaat de kwaliteit van de feitelijk te verlenen zorg erop achteruit, of blijft deze gelijk of wordt die zelfs beter?
Hebben de gemeenten hun nieuwe taakuitoefening op orde? De meeste gemeenten vinden van wel, maar er zijn ook signalen van niet, waaronder van het Advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Er zijn nog niet overal overeenkomsten tussen de gemeenten en de zorgaanbieders (waaronder de Mutsaersstichting in Midden-Limburg). Is er voldoende duidelijkheid naar de cliënten toe? En zullen wachtlijsten mogelijk weer groeien?

De bezuinigingen bij de zorgverlening worden deels opgevangen door minder zorg ‘tussen de muren’. Leidt dit tot ontslagen? Er zijn in ieder geval al signalen dat de druk op de zorgverleners toeneemt, waardoor overbelasting dreigt en minder enthousiaste medewerkers. Dat heeft ook zijn weerslag op de zorgverlening en de jongeren die een steun in de rug nodig hebben.
Ik hield een pleidooi voor het ondersteunen van de zorginstellingen, zodat ze het geld dat ze van de gemeenten krijgen ook voor 100 % aan de zorg zelf kunnen besteden. Er is sprake van € 200 miljoen ‘frictiekosten’, beschikbaar gesteld door de Transitie Autoriteit Jeugdzorg. In hoeverre kan de provincie hierin mee helpen?

Gedeputeerde Peter van Dijk was van mening dat de gemeenten de zaak over het algemeen voldoende op orde hebben om de stap te maken. Het is een gegeven dat per 1 januari de gemeenten de verantwoordelijkheid overnemen. Alle gemeenten hebben overeenkomsten met de belangrijkste zorgaanbieders, zij het dat die contracten nog niet allemaal definitief zijn. Zo beziet de gemeente Roermond met de Mutsaersstichting over drie maanden opnieuw de situatie. De continuïteit van de zorg is in ieder geval gegarandeerd. Er blijft geen kind in de kou staan! De ongewenste wachtlijsten zijn vanaf 1 januari ook een verantwoordelijkheid van de gemeente.

Daarnaast hebben de gemeenten ook reserves en risicopotjes. Er worden wel tekorten gesignaleerd bij de gemeenten, maar er komt een nieuw verdeelmodel. Daarvoor kan de provincie ook meehelpen lobbyen. Maar zelf geld geven, dat is onze rol niet en daar is geen geld voor. (Dat laatste is een kwestie van willen, zeker bij zo’n rijke provincie als de onze?) Maar van Dijk gaf tevens  aan dat geld geven ook contraproductief kan werken op de wel gewenste reorganisatie. De bezuinigingen als pressiemiddel voor een andere werkwijze?
Van de transitiemiddelen is nog € 500.000 beschikbaar. Voor de besteding zal de gedeputeerde aan de commissie CWL op 23 januari een voorstel voor doen, bijvoorbeeld voor projecten of het nog een poos laten doorlopen van de advisering. Dan kunnen we ook bekijken of een op 7 november 2014 aangehouden GroenLinksmotie over deze problematiek nog nodig is. En dan vooral of de provincie een grotere inspanning moet doen in de nazorg van deze transitie, het eventueel verrichten van noodreparaties en het voorkomen van groei van de wachtlijsten.
Al met al verwacht Peter van Dijk dat het inzicht hoe de omvorming in de praktijk verloopt medio 2015 groter zal zijn. Dan komt ook het rapport van de ‘verkenners’ bij de gemeenten beschikbaar. Vooruitzien in de politiek is niet altijd even eenvoudig. Maar dan zal blijken of de pessimistische of optimistische kijk de meer realistische bleek te zijn.