donderdag 23 mei 2019

Dagblad De Limburger kleineert Europarlement onnodig.



Misplaatst taalgebruik in Dagblad De Limburger.

Ik heb over het algemeen best veel waardering voor uw krant en in dit verband in het bijzonder voor de bijdragen van Johan van de Beek in de rubriek ‘uitgelicht’. Vandaag  (23-5) staat er naast deze rubriek een mooi artikel over de Europese verkiezingen.  Het artikel van Marco van Kampen, die zeer lezenswaardige columns schrijft, biedt ‘een snelcursus Europa’. Gezien de plaats op bladzijde 2 en 3, denk ik dat dit het belangrijkste artikel van deze dag is.

Het artikel wordt naar mijn mening echter fors ontsierd door misplaatst taalgebruik: terwijl de kleine landen ‘zetels’ hebben, worden de zetels van de grote landen en Nederland  tot tweemaal toe ‘stoeltjes’ genoemd. Iets verderop in het artikel heet de besluitvorming van het Europees Parlement ‘er een plasje over doen’. En een stukje verder wordt gesteld dat D66 en VVD bij dezelfde ‘club’ zitten, alsof het een sportvereniging is.

Waarom wordt er in dit artikel, dat volgens mij vooral objectief en informerend is bedoeld, zo’n tendentieuze en kleinerende taal gebruikt?  Zo heeft het EU-parlement een goed systeem waarbij individuele parlementariërs zelf een adviesrapport schrijven over belangrijke onderwerpen. Een mooi recent voorbeeld is het rapport van GroenLinks Europarlementariër Judith Sargentini over de veelvuldige schending van de mensenrechten in Hongarije door de regering onder leiding van Viktor Orbán. Op basis van dit rapport heeft het Europees Parlement aan Hongarije sancties in het vooruitzicht gesteld en schorst op 20 mei jl. de Europese fractie van de Christendemocraten (Europese Volkspartij – EVP) het fractielidmaatschap van de partij van Orbán (Fidesz).
Met dergelijke adviesrapporten sparen de rapporteurs kostbare uren en geld van ambtenaren uit. Dat verdient niet de kwalificatie ‘stoeltje’ en ‘een plasje over doen’. Maar belangrijker vind ik dat van dergelijke woordkeuze een beeldvorming uitgaat die op deze plek ongepast is. Daarom ben ik van mening dat Marco van Kampen en de eindredactie, gezien het bovenstaande wat beter op hun gekozen woorden mogen letten.



Ingezonden brief naar aanleiding van het artikel ‘Naar de stembus voor Europa’ van donderdag 23 mei 2019 (de dag dat de verkiezingen zijn van het Europees Parlement).

30-5: Heerlen vijfde Fairtrade Gemeente van Limburg.


Heerlen vijfde Fairtrade Gemeente van Limburg

Na Beesel, Venlo, Venray en Sittard-Geleen wordt Heerlen de vijfde Limburgse gemeente die de titel Fairtrade Gemeente krijgt. Tijdens de Braderie in Hoensbroek op 30 mei is de officiële overhandiging van het bijbehorende bord aan wethouder Charles Claessens (duurzaamheid). Dit gebeurt om 10.00 uur op het centrale podium op het Gebrookerplein Alle partijen die hebben bijgedragen aan het halen van de titel, worden hier nog persoonlijk voor uitgenodigd.

Het halen van de titel Fairtrade Gemeente is een grote prestatie. Om hiervoor in aanmerking te komen, moet een groot deel van de ondernemers en maatschappelijke organisaties in de gemeente zich inzetten voor fairtrade door producten met het keurmerk te gebruiken en/of te verkopen. De gemeente moet de gemeente zelf de nodige inspanningen doen, zoals het hanteren van een duurzaam inkoopbeleid, zorgen dat er fairtrade koffie uit de automaten komt en bijdragen aan bewustwording over fairtrade door er op de eigen kanalen over te communiceren. En tot slot moet er een werkgroep actief zijn die activiteiten organiseert en daarmee zo veel mogelijk burgers en bedrijven bereikt. Aan al die voorwaarden is inmiddels voldaan.  

Wat is fairtrade?
Fairtrade is geen merk, maar een principe. Boeren en producenten in minder welvarende landen krijgen een eerlijke prijs, waardoor ze zich kunnen organiseren, kunnen groeien, onder menswaardige en milieuvriendelijke omstandigheden kunnen werken en kunnen bijdragen aan hun buurt of gemeenschap. In Heerlen en Hoensbroek hebben alle supermarkten een ruim fairtrade assortiment. Diverse kledingwinkels en cadeauwinkels bieden fairtrade producten aan: van sokken tot flessen wijn en van tassen tot chocolade. Een groot aantal horecazaken heeft fairtrade producten op de kaart, naast streekproducten en biologische producten. Kortom, vele mensen in gemeente Heerlen dragen actief bij aan een betere wereld!

Het begin
Het project 'Fairtrade Regio Parkstad' startte in de zomer van 2017 op initiatief van de PLUS supermarkten in de regio. Het plan was om de (destijds) 8 Parkstad-gemeenten fairtrade te maken en daarna ook de titel voor de regio aan te vragen. Helaas liep het traject in de meeste gemeenten nogal moeizaam en voelde Stadsregio Parkstad geen behoefte om een rol te spelen.
Op dit moment zijn enkel Brunssum en Beekdaelen nog actief met fairtrade bezig. Zij vragen mogelijk later dit jaar de titel aan. Heerlen mag extra trots zijn op de toekenning, want vanwege het grote inwoneraantal moest in Heerlen het meeste gebeuren. Dat het is gelukt, is mede te danken aan Heerlen Mondiaal, Heerlen Mijn Stad, Andreasparochie, COS Limburg, Capting, PLUS en vele vrijwilligers. De werkgroep en de gemeente blijven de komende jaren fairtrade actief promoten.

Motie unaniem aangenomen
De gemeente Heerlen gebruikt al sinds 2011 fairtrade producten zoals koffie, thee en suiker en besteedt via haar inkoopbeleid aandacht aan maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Door aanwezigheid bij evenementen waar aandacht wordt besteed aan fairtrade en door publicaties op de eigen website en social media laat de gemeente zien dat ze zich inzet voor deze duurzame handel. Met deze werkwijze handelt de gemeente in de geest van een motie die de gemeenteraad unaniem heeft aangenomen tijdens de raadsvergadering van 31 januari 2018. Daarin kreeg het college van B&W onder meer de opdracht om fairtrade handel te ondersteunen en de producten bij andere Heerlenaren te propageren.
Bord
Wethouder Charles Claessens is trots op de titel: “Hiermee laten we zien dat we ons het lot aantrekken van boeren elders in de wereld en ons verzetten tegen kinderarbeid. En daar ben ik heel blij mee.”

Migratiemuseum sluit op 30 mei. En hoe dan verder?


Migratiemuseum sluit op 30 mei.


Het Migratiemuseum, dat een succesvol bestaan heeft met veel verrassende activiteiten in en voor onze regio en stad, gaat op 30 mei aanstaande op haar locatie aan het Maanplein sluiten. Dus wie hier nog belangstelling voor heeft, wacht niet te lang. Het is best de moeite waard.

Kort samengevat stelt het Migratiemuseum Heerlen zich voor: ‘Samen met ex-koempels en hun nazaten, met oude en nieuwe migranten, met oude en jonge stadsbewoners en met een groep enthousiaste vrijwilligers ontstaat een levende kijkshop over de vorming in de tijd van de mijnen van een migrantenstad. Het samenleven en werken toen blijkt een spiegel voor de stad van nu. Bezoekers komen met herinneringen, hun liefste souvenirs van ondergronds of uit oude en verse thuislanden. Een plek om de ander te kunnen vertellen over wel en wee van wat je leven bepaalde of zin gaf. Een plek die gaandeweg laat zien hoe diverse groepen uit vele streken van Nederland en verder weg op elkaar aangewezen waren, het leven oppakten en samen de klus klaarden. De ‘koempelmentaliteit’ ontstond, waar men nu opnieuw – ook in het museum - naar zoekt. Een plek waar mensen elkaar blijken te kunnen ontmoeten en energie voor de nieuwe stad delen.
‘Koempelmentaliteit’ en ‘niet bang zijn’: twee elementen die onze samenleving van nu dringend nodig heeft.

HeerlenMondiaal, platform van mondiale groepen in Heerlen, heeft per brief bij het College van Burgemeester en Wethouders en de Gemeenteraad van Heerlen aandacht gevraagd voor de toekomst van het Migratiemuseum Heerlen. HeerlenMondiaal hoopt samen met het Migratiemuseum dat deze sluiting voorlopig zal zijn.

HeerlenMondiaal is actief betrokken bij het Migratiemuseum Heerlen. Ook zij willen graag dat dit pop-up museum met het devies ‘niet bang zijn’ behouden blijft voor de stad en – wellicht in een andere vorm – in de nabije toekomst wordt voortgezet.

HeerlenMondiaal heeft B&W en de gemeenteraad verzocht om op korte termijn voorzieningen te treffen om de continuïteit van dit lovenswaardige initiatief te waarborgen. Er is gebleken dat het Migratiemuseum op korte termijn behoefte heeft aan een depot om dat wat nu is tentoongesteld, op te slaan. Hierover is het museum al in gesprek met het Mijnmuseum. Wellicht kan de gemeente hierin faciliteren. Tevens is een programmabudget zeer nuttig om tussentijds grote en kleine activiteiten in de stad te blijven organiseren. De ‘vrijheidsmaaltijd’ die het Migratiemuseum op Bevrijdingsdag organiseerde is daarvan een succesvol voorbeeld.
 
Ondertussen zal het Migratiemuseum met alle Limburgse musea en archieven, maar ook gemeentes en de Provincie Limburg in gesprek gaan over de continuïteit van het museum, maar ook over het mogelijk invullen van behoeftes van deze gesprekspartners. De gedachten van initiatiefneemster Milena Mulders gaan hierbij in de richting van een 'zwervend museum' in fase 3, toewerkend naar een (semi)permanente plek in fase 4.