maandag 25 maart 2013

Succes of falen van Parkstad Limburg ligt hoofdzakelijk bij de gemeenten.


De gemeenschappelijke regeling Parkstad Limburg wordt weer eens onder druk gezet. Zo moet de organisatie uitvoeringsgerichter worden. Aardig gezegd, maar je zult toch eerst moeten bepalen wat er moet gebeuren, voordat de schop de grond in kan. Eerst nadenken en dat wordt met een net woord ‘beleidsontwikkeling’ genoemd.
Ook wordt er teveel gediscussieerd over de vorm van de organisatie en te weinig over de inhoud. Het hoeft niet negatief te zijn als er naast Parkstad andere samenwerkingsverbanden zijn. Alles heeft zijn optimale grootte, maar de schaalgrootte hoeft ook niet allesbepalend te zijn. De Veiligheidsregio’s met brandweer en GGD, afvalverwerker Rd4 en de belastingsamenwerking zijn goede voorbeelden. Het Werkvoorzieningsschap en voorheen Licom minder.

De sfeer die rondom Parkstad Limburg wordt gecreëerd is er een van doormodderen en een Echternachprocessie. Het is makkelijk om kritiek uit te oefenen. Maar omdat de samenwerking binnen Parkstad een aantal goede kanten kent, is die kritiek onvoldoende genuanceerd.
Maar belangrijker is de constatering dat de kritiek veelal van dezelfde kant komt als waar de oorzaak ligt. De ‘schuld’ van de matige samenwerking ligt niet zo zeer bij het samenwerkingsverband. De kritiek die de bestuurders op Parkstad uiten, is eigenlijk een afleidingsmanoeuvre en moet voor een groot deel op henzelf worden teruggevoerd. De gemeenten maken of breken de samenwerking.

Er werd tijdens een serie interviews geklaagd over bestuurlijke drukte en (te) veel overleg, gebrek aan bestuurskracht, sluiten van compromissen en dergelijke. Alles inherent aan samenwerken. Parkstad is ontdaan van zijn bevoegdheden en Parkstadvoorzitter Gerrit van Vegchel wordt Jan zonder Land genoemd. Maar wie heeft de bevoegdheden afgebouwd (als ze al waren toegekend), staat er niet bij vermeld. Fraai is het verwijt van ‘verdelende rechtvaardigheid’ tussen gemeenten, alsof dat binnen een gemeente met dorpen, buurten, wijken en stadsdelen nooit het geval is.
Bijzonder zijn de tegengestelde meningen. De een wil onafhankelijkheid, daadkracht en macht geven aan Parkstad. De ander wil terug naar besluitvorming door de eigen gemeenteraad en daar verantwoording afleggen.

Het is blijkbaar moeilijk om te komen tot een optimale manier van samenwerken. Als bestuurders Parkstad Limburg verwijten dat samenwerking bij gemeenschappelijke diensten niet tot stand komt, dan verwijt men dat elkaar. Dan willen blijkbaar een of meerdere partners niet.
Eigenlijk is het heel eenvoudig. Professionele bestuurders van de verschillende gemeenten werken vanzelfsprekend samen als dat aantoonbaar meer voordelen dan nadelen biedt. Bij de aard van samenwerking wordt vervolgens de meest passende organisatie gezocht. En dan hoeft men niet te klagen over het samenwerkingsverband. Dus gemeentebestuurders en raadsleden: kijk eens eerst naar jezelf.

Harrie Winteraeken

Dit stukje is gebaseerd op de berichtgeving in de regionale kranten Limburgs Dagblad en Dagblad de Limburger van donderdag 21 maart 2013. Het is zelf weer grotendeels gepubliceerd in de editie Parkstad van 27 maart 2013.

1 opmerking:

Anoniem zei

Een gemeente Parkstad. De tijd is rijp het volk wil het. Alleen de bestuurders willen niet van het pluche af. Jammer