zondag 8 september 2019

Leert de politiek van het afschieten van het PAS?


Leert de politiek van het afschieten van het PAS?

De Tweede Kamer neemt zo nu en dan echt verkeerde beslissingen. Uit politieke overwegingen willen ze zaken die eigenlijk niet kunnen. De meerderheid wil dan niet de keuzes maken die echt effectief zijn, omdat deze dan ten laste komen van belangen waaraan men veel (electorale) waarde hecht. Het verhogen van de maximumsnelheid op autosnelwegen is daar een voorbeeld van: men weet dat dit slecht is voor milieu en klimaat, maar men wil graag iets doen voor de ‘doelgroep’. Ook de mestwetgeving past in het rijtje ‘verkeerde keuzes’. Ondanks de te grote belasting van het milieu met stikstof en fosfaat was de beleidslijn ‘groeien mag’. Wat verwacht mocht worden heeft de Algemene Rekenkamer onlangs aangetoond: de uitstoot is alleen maar toegenomen.

Het Programma Aanpak Stikstof is ook zo’n keuze die verkeerd uitgepakt. Dat ‘programmatische’ klinkt aardig, maar de doelen worden niet bereikt omdat men niet koos voor effectieve maatregelen.
Hoofddoel van het PAS is minder vervuiling van natuurgebieden met stikstofverbindingen. Het PAS volgt uit Europees beleid, waar Nederland zich aan heeft gecommitteerd. Het is algemeen erkend dat het slecht gaat met de natuur en dat deze beter moet worden beschermd. Denk aan de dramatische teruggang van insecten, zoals bijen, waar ook onze voedselvoorziening van afhankelijk is. Maar net als met klimaatmaatregelen vinden nogal wat politici dat dit niet veel mag kosten en dat de brave burger er weinig voor hoeft te doen of te laten (denk aan de toename van het aantal SUV-auto’s die verbeteringen voor het klimaat teniet doen en een bespottelijk lage ‘vliegtax’). Daarbij worden maatregelen die natuurgebieden moeten beschermen te weinig genomen en zijn deze amper effectief.

Ook bij het PAS wilde de meerderheid van de Tweede Kamer de kool en de geit sparen. ‘Ontwikkelruimte’ was daarbij het toverwoord. Plannen die men belangrijk vond, zoals uitbreiding van intensieve veehouderij, aanleg van wegen, uitbreiding van bebouwd gebied enzovoort, mochten geen last hebben van het natuurbeleid. De aanleg van de Buitenring door de Brunssummerheide is daar ook een voorbeeld van.
Er werd door deze ontwikkelruimte toe te passen een hoeveelheid extra vervuiling met stikstof toegestaan, waarbij de verwachting werd uitgesproken dat die later wel werd goedgemaakt met maatregelen ten behoeve van de natuur. En daar ging het fout. De belasting van de natuur nam niet af omdat men goede maatregelen nam, maar nam toe vanwege meer vervuiling.

Kritiek op het PAS is er van begin af aan geweest, maar die werd als onwelgevallig ter zijde geschoven. En er was breed verzet vanuit de natuur- en milieubeweging tegen veel plannen die gebruik wilden maken van de ontwikkelruimte. Dat blijkt uit het grote aantal vergunningen dat nu door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State is vernietigd of waarvan verwacht wordt dat ze de eindstreep niet zullen halen. Dit geldt alleen al voor een kleine 100 plannen in de industriële sfeer. En op 19 augustus jl. heeft de Rechtbank Limburg 38 PAS-relateerde vergunningen voor agrarische bedrijven (veehouderijen) vernietigd.

Het PAS gold meer als legitimatie om meer vervuilende activiteiten toe te staan dan deze te beperken. Nu gunnen rechters veel vrijheid aan de politiek, maar als het beleid niet de resultaten heeft die de politiek zelf als doel stelt, dan grijpt de rechterlijke macht in. En dus werd het beleid van het PAS-wetgeving vernietigd. Er mag niet tegendraads en op de pof meer vervuiling worden toegestaan zonder dat de bescherming van de natuurgebieden daadwerkelijk verbetert. Daarmee staat de nog lopende verlening van vergunningen op basis hiervan op losse schroeven.

Nu is de politiek weer aan zet, als eerste door te accepteren dat men met het PAS een verkeerde keuze maakte. Er moet nieuw beleid komen dat wel effectief is in de noodzakelijke bescherming van de natuur. En als daarmee goede resultaten zijn geboekt, dan kunnen de plannen die meer vervuiling veroorzaken misschien wel weer doorgaan?
En hoe kan de stikstofuitstoot worden verminderd? Door de bronnen aan te pakken: huishoudens, industrie, (lucht)verkeer en landbouw. Dat doet bij de ene activiteit meer pijn dan bij de ander. De landbouw is goed voor 45 % van de stikstofuitstoot. Het is ook om andere redenen (waaronder minder soja uit de Amazone, klimaat- en mestbeleid) goed dat vooral de (intensieve) veehouderij inkrimpt. Echter, de andere stikstof-producerende sectoren mogen niet worden ontzien. Pluspunt bij deze transitie is dat deze samen kan gaan met het voor het klimaat zo belangrijke verminderen van het gebruik van fossiele brandstof.

En hopelijk realiseren de ministers en politieke partijen die economische groei boven alles stellen, zich nu dat zij dit slot op nieuwe economische ontwikkelingen over zichzelf hebben afgeroepen en dat verongelijkt doen hier niet aan de orde is. Het kabinet en de Tweede Kamer moeten nu wetgeving met echt effectieve maatregelen voorschrijven. Voor een samenleving die meer in evenwicht is.

Geen opmerkingen: