zondag 26 januari 2014

Kledingindustrie Bangladesh: het gaat te langzaam de goede kant uit.

Kledingindustrie Bangladesh: het gaat te langzaam de goede kant uit.

Nieuwsuur vergeet Nederlands kledingbranche erbij te betrekken.


Gisteren besteedden enkele Nederlandse nieuwsmedia (Journaal, 1Vandaag en Nieuwsuur) aandacht aan de ramp van het instorten van de kledingfabriek Rana Plaza in Savar, een voorstad van Dhaka in Bangladesh die nu een jaar geleden plaatsvond. Dit was de op een na grootste industriële ramp in de recente geschiedenis (de grootste was de giframp met dioxine in Bhopal?). Die aandacht is uitermate goed.

Het lijkt erop dat er langzaam verbeteringen zijn met betrekking tot de veiligheid en arbeidsomstandigheden van veel textielarbeiders. De woordvoerder van de organisatie van eigenaren / directeuren van de textielfabrieken (natuurlijk met een prachtig kantoorgebouw op de achtergrond) was echter erg terughoudend en stelde de legitimiteit en acties van de vakbonden ter discussie. Daarmee hield hij op een klassiek 19de eeuwse kapitalistische houding de boot af.

Aan verhoging van de lonen tot een enigszins aanvaardbaar niveau, was men nog niet toegekomen. Ook werden nog kinderen in beeld gebracht. Hier ligt nog een uitdrukkelijke opdracht voor onze kledingwinkelbranche om ervoor te zorgen dat de prijs die zij betalen voor de kleding uit Bangladesh (en andere lagelonenlanden) ook zodanig is dat de lonen daadwerkelijk fatsoenlijk zijn. Zij zullen ook moeten controleren dat een eventuele meerprijs niet in de zakken van de eigenaren / directeuren verdwijnt. Ik zie ze, gezien het kantoor en de uitingen van de woordvoerder, er zeker toe in staat om op de eerste plaats zichzelf te verrijken. Mij lijkt het goed om als vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen naast intensivering van controles, ook de vakbonden daar te steunen.

En dan Nieuwsuur. Zij vervlochten het bericht met een item over de meest moderne modeontwerpers van Nederland, met allemaal jonge couturiers. Op zich een aardig onderwerp en natuurlijk waren die jongeren zich bewust van het gebruik van goede grondstoffen. Maar zij ontwerpen en produceren alles in Nederland. En hebben dus helemaal geen binding met de kledingindustrie in ontwikkelingslanden. Dat is zoals een van hen het wat neerbuigend stelde 'confectie'. Nieuwsuur had veel beter in deze rapportage de Nederlandse kledingbranche aan haar jasje kunnen trekken!

Geen opmerkingen: