zaterdag 10 september 2016

'Vrede verbindt': impressie van Café Mondiaal 1-9



‘Vrede verbindt’: impressie van het gesprek van de 32ste Café Mondiaal

Het gespreksthema van de 32ste aflevering van Café Mondiaal was ‘Vrede verbindt’. ‘Vrede verbindt’ is het thema van de Vredesweek 2016 (17 – 25 september). Hoe moeten we ‘vrede’ in deze tijd uitleggen en inhoud geven? Is vrede alleen geen oorlog of geweld?
We zoeken naar ‘bespreekbare oplossingen’ voor het beheersen en beslechten van conflicten (in het klein en in het groot), naar ‘gemeenschappelijk denken’ en relativeren.
Hieronder staat de inleiding van Harrie Winteraeken, aangevuld met opmerkingen gemaakt tijdens het gesprek.

Het omgekeerde van ‘Vrede verbindt’ gaat ook wel eens op. Vijandschap verbindt: de vijanden van mijn vijanden zijn mijn vrienden. Er is veel verdeeldheid in onze samenleving.
Er zijn veel conflicten en oorlogen in de wereld. Tegenhangers van vrede zijn haat, woede, onvrede, discriminatie, mishandeling, enz. Die worden vooral uitgeoefend op mensen die op een bepaalde mate van afstand staan. De tegenstander hou je op afstand. Ik – jij, mijn groep – die anderen, die vreemden. Er wordt een verschil gecreëerd, een onderscheid gemaakt, afstand, tegenstellingen enz. En dit alles, de verharding van de samenleving is een heilloze weg.

Vrede verbindt, verkleint afstand. Zo gauw mensen / groepen elkaar beter kennen, intensief contacten onderhouden, handel drijven, na tot elkaar staan, dan hebben zware conflicten minder kans.
Vrede is een randvoorwaarde voor ontmoeting, voor diepere contacten. Drie voorbeelden: ten eerste de Olympische Spelen waar landen en sporters bij elkaar komen. Op dit strijdtoneel heerst geen geweld. Vredelievende landen ontmoeten elkaar. Maar ook in de miljoenen huiskamers wordt de sport gewaardeerd.
In Brunssum hadden we verleden maand de Parade. Vertegenwoordigers uit veel landen kwamen hier dansen. Mijns inziens ook een voorbeeld van vrede die verbindt.
En enkele felle tegenstanders van de komst van het asielzoekerscentrum in Brunssum zijn met hun burgemeester Luc Winants naar vluchtelingenkampen in Libanon geweest. Wat ze daar gezien hebben, heeft hun mening volledig veranderd.
‘Vrede verbindt’ lijkt een dooddoener, maar kunnen we deze verbindende vrede daadwerkelijk meer in de praktijk brengen? Veraf en dichtbij?

Waar oorlog is, lijkt streven naar vrede vanaf veraf voor ons burgers onbegonnen werk. Persoonlijke contacten zijn moeilijk te leggen. Het Vredesplatform Heerlen heeft dat via Facebook in Syrië geprobeerd, maar er zijn onoverkomelijke taalproblemen. We kunnen ook niet zelf tussen de vechtende partijen in gaan staan. Maar kunnen we wel onze stem laten horen, afkeurend richting oorlogvoerenden en bemoedigend naar vredesstichters.
Ik verwijs naar de (klassieke) vredesbeweging met haar activiteiten. Waarbij men ook invloed uitoefent op (conflict)partijen dichterbij. Ik denk aan oorlogen en conflicten waar Nederland zelf bij betrokken was/is en waar we onze ministers benaderden met brieven, petities e.d. De tijd van de grote vredesdemonstraties ligt al ver achter ons, maar activisme en demonstraties zijn nog steeds invloedrijk, vooral omdat de doelen en verbindingen vaak wereldwijd zijn. Dat geldt ook voor actie voeren via AVAAZ of als consumenten producten boycotten.

Met vredesstichters in conflictgebieden kan ook verbinding worden gezocht. PAX doet dat in Syrië waar men probeert scholen op te zetten waar kinderen ongeacht hun achtergrond samen les krijgen; lessen in vrede die een alternatief bieden voor lessen in haat en geweld. Zo wordt geleerd dat verbinding vrede brengt.

We kijken ook dichtbij, naar onze samenleving. We denken niet veel na over onze eigen vrede. Vrede lijkt vanzelfsprekend. Streven naar vrede dichtbij lijkt overbodig? Maar streven naar meer vrede is ook voor onze eigen samenleving van belang. Ook hier wordt het steeds moeilijker om open te staan voor elkaars standpunten en verschillen te respecteren. Afstanden tussen mensen en groepen zijn te groot. Een verbindende vrede verkleint deze afstanden? 

Enkele voorbeelden van grote verschillen en verdeeldheid in onze samenleving. Er zijn meer dan 200.000 miljonairs in Nederland en in Heerlen leeft 14 % van de bevolking in armoede en kunnen voedsel-, kleding- en meubelbank lang niet in alle behoeften voorzien.
In grote verschillen ligt ook een reden voor onvrede. Mensen die zelf weinig hebben, kunnen hierin een argument vinden om minder solidair te zijn ten opzichte van vluchtelingen die ‘gemakkelijk’ uitkering, huisvesting en een baan aangeboden krijgen?  Maar het tegenovergestelde gaat ook op. Arme mensen kennen hun eigen moeilijkheden en weten dus ook hoe moeilijk de positie van anderen zoals vluchtelingen kan zijn. Uit onderling begrip komt solidariteit voort.

Er is politieke verdeeldheid die zich niet alleen uit in het debat, maar ook in intolerantie, haat en racisme. Het lijkt erop dat afgunst en angst overheersen. De ‘schuld’ van de problemen wordt bij anderen gezocht. De vreemdelingenhaat is het grootst op plekken waar in verhouding weinig zichtbare vreemdelingen wonen? In Heerlen stemt regelmatig (Europees Parlement, Tweede Kamer, Provinciale Staten), meer dan 20 % op de PVV. Kerkrade en Brunssum nog fors meer en bij de Europese verkiezingen van 2014 zelfs meer dan 30 %.

De samenleving verhardt. Steeds vaker gunt men anderen niets meer. Negatieve zaken worden uitvergroot. Met vooroordelen en zonder onderbouwing wordt maar wat geroepen. Meningsverschillen escaleren. Via sociale media wordt gedreigd en beledigd. Blijkbaar omdat men het van elkaar verwacht, worden haatberichten steeds grover. Het lijkt wel of men in  krachttermen tegen elkaar opbiedt. De sfeer wordt verziekt.
Acties roepen reacties op. Haat heeft een ijzersterk geheugen. Een recent voorbeeld is het boerkiniverbod in Frankrijk. De impact van de terreuraanslagen reikt veel verder dan de aanslagen zelf. De bevolking is mentaal aangeslagen. Reacties als het boerkiniverbod vergroten de tegenstellingen en de afstanden in de samenleving.
Ook het importeren van Turkse conflicten en in het bijzonder de hetze tegen de (vermeende) aanhangers van Fethullah Gülen tot in Nederlandse basisscholen, zijn hier voorbeelden van.

Op de onvrede dient op twee manieren te worden gereageerd. Ten eerste: de negatieve spiraal doorbreken, onze samenleving moet vriendelijker worden, meer solidair. De slechte sfeer omgebogen. De toon moet meer gematigd worden. Niet meer klakkeloos aannemen wat de wereld in wordt geslingerd, maar weerwoord bieden. En als het momentum, de sfeer ten goede keert, worden scheldpartijen en haatberichten minder, ook omdat de opinie zich tegen hen keert?
En bijna alle conflicten hebben een aanleiding of oorzaak. Een misstand, soms uitvergroot, moet ook aan de bron worden aangepakt. Want vaak zijn de redenen waarom men ageert best begrijpelijk. Dat betekent inhoudelijk luisteren naar de klachten, de protesten. Je inleven in de anderen, ook als deze boos, haatdragend of intolerant zijn. Zo moeten deze mensen ook het gevoel krijgen dat er wél naar hun wordt geluisterd en dat er wat mee wordt gedaan. De voedingsbodem van het negativisme moet worden weggehaald. Zo ontneemt men ook de populistische leiders de wind uit de zeilen. Tegenstellingen moeten worden overbrugd. Samenwerken in plaats van concurrentie. Een humanitaire verdeelsleutel toepassen.
Dat zou ook moeten gelden voor de politiek en maatschappelijke bewegingen. Hierin zou ‘links’ meer leidend moeten zijn. De goedwillende politiek moet vooral geloofwaardig blijven, trouw aan zijn uitgangspunten en zich in ieder geval niet moeten laten leiden door de angst voor de kiezer.

Het vredeswerk wil deze maatschappelijke ‘thema’s’ niet ‘kapen’, maar er wel vanuit uitgangspunten van vredesdenken haar steentje aan bijdragen: vrede verbindt. Zo wil vrede niet zeggen dat er nooit ruzie is, maar wel dat je dat je verschillen van mening netjes oplost. En analoog aan een slogan uit de jaren ’80: ‘geweld eindigt waar liefde, vrede en samenwerking beginnen’.

Waar te beginnen met meer vrede? Vrede stichten is ook de oorzaken van oorlog en geweld, de onvrede wegnemen. Niets doen helpt niet. Terugkijken is nodig om oorzaken te herkennen. Vicieuze cirkels moeten worden doorbroken. Vergeven.  De dialoog zoeken, de hand reiken. De afstand verkleinen. Verbinden. In ieder geval zelf het goede voorbeeld geven. Het aantal mensen dat actief is in de Heerlense vredesbeweging is gering. En dus zijn hun invloed en reikwijdte klein. Het vredesdenken en –doen moeten daarom gemeengoed worden. En naar mate meer mensen meedoen, verbetert de sfeer en zullen ook negatieve spiralen van haat worden doorbroken.

Harrie Winteraeken
Met de inspiratie van 10 andere deelnemers van Café Mondiaal op 1 september 2016 met het gespreksthema ‘Vrede verbindt’.

Een mens met een zacht karakter maakt anderen en zichzelf gelukkig. (Arabisch spreekwoord)

Geen opmerkingen: