zaterdag 29 december 2012

Op- en afritten Nuth naar en vanuit de richting Heerlen mogen niet dicht!


Op- en afritten Nuth naar en vanuit de richting Heerlen mogen niet dicht!

De krant van 24 december berichtte dat Rijkswaterstaat na de aanleg van de Buitenring en de grote aansluitrotonde tussen Schinnen en Nuth de opritten in Nuth wil sluiten. Dat heeft forse negatieve gevolgen voor een aantal binnenwegen.
Misschien is de sluiting uit oogpunt van verkeersveiligheid op de A76 nog te beargumenteren, maar ik had van Rijkswaterstaat meer ‘omgevingsbewustzijn’ verwacht. Er wordt tegelijkertijd fors ingeleverd op de verkeersveiligheid (vooral van het toch al kwetsbare langzaam verkeer) en de gezondheid van de langs die binnenwegen wonende burgers.
Al in de rekenmodellen die gebruikt zijn voor de onderbouwing van de Buitenring, wordt gewaarschuwd voor de nadelige gevolgen bij een aantal binnenwegen van deze beoogde sluiting van vooral de oprit en afrit in Nuth naar en vanuit de richting Heerlen.

Niet alleen de gemeente Nuth is tegen sluiting van die op- en afrit, maar ook de gemeente Heerlen. Echter, gemeenten kunnen niet procederen tegen het provinciale inpassingsplan voor de Buitenring. Buitenspel gezet via de Crisis- en herstelwet. Ook worden de bezwaren van derden tegen deze verwachte problemen niet door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State behandeld omdat ze buiten de begrenzing van het plan vallen en deze burgers en organisaties als ‘niet belanghebbend’ worden aangemerkt. Dat is mij gebleken bij de hoorzittingen over de eerste, wel vernietigde versie.
Er ligt ook een motie van Provinciale Staten tegen sluiting van deze op- en afrit. Maar PS hebben in meerderheid voor de Buitenring gestemd en daarmee deze ‘vervelende bijwerking’ over ons afgeroepen.

Wat overblijft is enkele brieven sturen naar de Afdeling Bestuursrechtspraak, de provincie en de gemeenten. De Afdeling kan worden gevraagd om deze ongewenste maar wel rechtstreekse neveneffecten toch mee te wegen in hun finale besluitvorming.
Omdat dit kan worden aangemerkt als planschade, kan de provincie schadeclaims vanwege de extra geluidsoverlast tegemoet zien. En de gemeente wordt om medewerking gevraagd om aanvullende verkeersmaatregelen te nemen, vooral om de afnemende veiligheid voor fietsers te voorkomen. Daarbij zullen de gemeenten de kosten moeten kunnen verhalen op de provincie, omdat ook daar de rechtstreekse oorzaak ligt (de veroorzaker betaalt).

In dit verband is de eerste reactie van gedeputeerde Erik Koppe niet best. Hij geeft aan dat de sluiting van de op- en afritten eerst voor een jaar geldt. In dat jaar worden de verkeerseffecten gemeten. Bij de behandeling van het inpassingsplan in Provinciale Staten in juni 2012 noemde hij dat in vergelijkbare situaties nog “eens kijken of er geen bloed uitkomt”. Dat is niet zo’n nette vergelijking, maar ook een weinig consequent standpunt.
Deze gevolgen zijn becijferd in dezelfde rapporten die de verkeerskundige noodzaak van de Buitenring onderbouwen. Die verkeersaantallen zijn voor de provincie ‘heilig’ voor de beargumentering van de Buitenring. Maar als de gevolgen niet in de kraam te pas komen, dan worden die cijfers in twijfel getrokken en wordt het ‘eens een jaar aangezien’ of de noodzaak van het nemen van maatregelen wel zo groot is. Tel daarna nog enkele jaren plannen en voorbereiden bij op en duidelijk is dat deze gevolgen voor jaren worden afgewenteld op de burgers. De provincie zou deze aanvullende maatregelen gelijktijdig met de Buitenring gereed moeten hebben, in plaats van proberen onder deze verantwoordelijkheid uit te komen.

Wat zijn de verwachten problemen? De Buitenring gaat voor veel meer verkeer zorgen op de routes Esschenweg – Terlindenweg – Klinkertstraat en Esschenweg – Brommelen – Hellebroek. Doordat de aansluiting van de Buitenring en de kern Nuth op de A76 naar het noorden, richting Schinnen wordt verplaatst, zal er namelijk veel verkeer van deze routes gebruik gaan maken dat nu nog van en naar Nuth de autoweg neemt.


Toename gemiddelde dagelijkse verkeersbelasting als gevolg van de Buitenring:
Weg; Verkeer nu; Verkeer bij Buitenring; % toename
Brommelen (Laarderweg – Bisseweg): 1.500; 5.600; 273%
Brommelen (Esschenweg – Molenweg): 2.500; 7.100; 184%
Esschenweg: 3.200; 4.900; 50%
Terlindenweg: 4.300; 7.500; 74%
Klinkertstraat: 5.200; 7.700; 48%

De Esschenweg, Hellebroek en Klinkertstraat zijn (ten dele) ingericht als 30 km-gebied. Andere delen van deze routes, bijvoorbeeld de Laarderweg, zijn nog niet voorzien van een vrijliggend fietspad of adequate fietsstroken (deel Terlindenweg). De route Nuth - Heerlen is belangrijk voor fietsers. Het is zelfs een officiƫle provinciale fietsroute.
Grote delen van deze routes zijn nu al zwaar belast met sluipverkeer. En dat terwijl de ‘autoweg’ naar Heerlen er naast loopt! De maximale snelheid van 30 km/uur is aan het meeste gemotoriseerde verkeer niet besteed. Vooral als er groepen scholieren fietsen, ontstaan er vaak hachelijke inhaalsituaties. Het streven voor deze wegen zou dan ook meer gericht moeten zijn op afname van gemotoriseerd verkeer en toename van langzaam verkeer. Nu dreigt het langzaam verkeer ook op deze wegen ten gevolge van de Buitenring in de verdrukking te komen.

Het nemen van maatregelen is niet voorzien binnen het project van de Buitenring. In het najaar van 2012 is in overleg tussen de Fietsersbond en ambtenaren van de provincie afgesproken dat eerst het besluit van Rijkswaterstaat wordt afgewacht. Nu moet de provincie laten blijken dat ze deze verwachte problemen ook daadwerkelijke serieus neemt.

Meer verkeer betekent ook meer verkeerslawaai. Zo heeft de Klinkertstraat in Hoensbroek nu al de hoogste gemiddelde overschrijding van de plandrempel van het Actieplan Geluid van heel Heerlen (14,4 dB). Ook voor de andere delen van de betrokken straten waar gewoond wordt, gaan problemen ontstaan en zullen uit oogpunt van volksgezondheid aanvullende geluidswerende voorzieningen moeten worden aangebracht.
In het rapport ‘Gehanteerde verkeersgegevens geluid’ ontbreken echter de gegevens over mijn eigen woonstraat, de Esschenweg. Dit is een onverklaarbare en waarschijnlijk ook onterechte tekortkoming. Volgens de Geluidsbelastingskaart van Heerlen is de geluidsbelasting van de woningen langs de Esschenweg nu al ver boven de normalerwijze geaccepteerde normen (voorkeursgrenswaarde Wet Geluidhinder 48 dB, plandrempel Actieplan Geluid 53 dB). Deze huizen ondervinden namelijk een geluidsbelasting over een etmaal gemeten van 60 – 65 en 65 – 70 dB. Deze hoge geluidsbelasting wordt niet alleen door autoverkeer veroorzaakt, maar ook door in verhouding veel vrachtverkeer en landbouwverkeer.

Naar verwachting betekent een groei van het aantal voertuigbewegingen van zo’n 50 % ook een forse toename van de geluidsbelasting. Als zoals in het verleden de geluidsbelasting autonoom groeit, dan is dat een te accepteren feit, waarbij ten hoogste maatregelen kunnen worden verwacht via het genoemde gemeentelijk Actieplan Geluid, (maar daar worden andere prioriteiten in gesteld).
Echter, deze groeiprognose van het verkeer en daarmee de zwaardere geluidsbelasting zijn direct herleidbaar vanuit de aanleg van de Buitenring. Daarmee is ook de verwachte verslechtering van de leefsituatie in de bovengenoemde straten rechtstreeks het gevolg van de Buitenring.

Een verslechtering van leefbaarheid door een nog hogere geluidsbelasting voor deze binnenwegen en in het bijzonder de Klinkertstraat en de Esschenweg ten gevolge van de Buitenring, is niet aanvaardbaar. Voor het gereedkomen van de Buitenring dient de daadwerkelijke verslechtering van de geluidsbelasting voor woningen aan deze binnenwegen met maatregelen te worden voorkomen.
Deze maatregelen moeten worden beschouwd als ‘bestuurscompensatie’. Deze ‘planschade’ mag niet worden afgewenteld op de burger of de gemeente.


Geen opmerkingen: