woensdag 18 juli 2007

Controle jaarrekening 2006 Heerlen stelt teleur

Toen ik het verslag van de rekeningcommissie over de jaarrekening 2006 van de gemeente Heerlen onder ogen kreeg, kon ik het niet nalaten om hier een reactie op te schrijven. Het onderwerp ligt me nog na aan het hart, mede omdat ik zelf 4 jaar voorzitter van de rekeningcommissie ben geweest.

De belangrijkste vraag die gesteld moet worden is: “Heeft de rekeningcommissie voldoende zijn werk kunnen doen? Heeft zij vooral een voldoende helder beeld gekregen van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde (financiële) beleid?” Het verslag moet niet bestaan uit het grotendeels herhalen van wat de accountant over rechtmatigheid aangeeft. Doelmatig wil zeggen: heeft de gemeente het geld op een effectieve wijze uitgegeven aan de doelen die men wilde bereiken? Doeltreffend wil zeggen: heeft de gemeente ook zijn doelen bereikt met de daarvoor beschikbare middelen?

De rekeningcommissie geeft aan te hebben moeten werken onder grote tijdsdruk, de leesbaarheid van stukken was slecht en B&W hebben de aanvullende onderzoeken niet uitgevoerd. Daarnaast was de geboden informatie over de inhoudelijke resultaten van het gevoerde beleid afgezet tegen de geplande doelen, onvoldoende helder. Men mag er dus ernstig aan twijfelen dat de rekeningcommissie zijn werk wel goed heeft kunnen doen!
De rekeningcommissie zelf echter draait met het oordeel over doelmatigheid en doeltreffendheid om de hete brij heen en richt zich te veel op de rechtmatigheid (vaak met herhalingen). Voor oudgediende Nico Aarts was het allemaal teveel. Hij hield ermee op. Had het signaal van Nico Aarts beter opgevolgd kunnen worden door een uitstel van het oordeel van de rekeningcommissie over doelmatigheid en doeltreffendheid? De commissie had mijns inziens een voorbehoud moeten maken totdat dit oordeel ook voldoende gefundeerd kon worden gegeven. De rekeningcommissie is op zich duidelijk over de ondervonden problemen. Maar naar mijn mening had ze dan ook zelf verantwoordelijkheid moeten nemen en deze niet moeten afwentelen op de gemeenteraad of de raadscommissie PAF (met financiën). Dat lost het probleem niet fundamenteel op. De kern van de zaak is dat B&W ervoor moeten zorgen dat de rekeningcommissie zijn werk goed kan doen!

Het oordeel over de rechtmatigheid door de accountant kan wel worden gevolgd voor de vaststelling van het financiële deel van de rekening. Dit is wellicht voldoende voor het op tijd inleveren voor goedkeuring bij de provincie. De beoordeling over de doelmatigheid zou dan na de zomer, aan de hand van betere informatie kunnen plaatsvinden.
Naar mijn mening was hier een krachtig signaal van de raad op zijn plaats. De rekeningcommissie en daarmee de raad worden al lang genoeg door B&W aan het lijntje gehouden. Het lijkt wel of ieder jaar wordt geconstateerd dat er verbetering is, maar als je dit verslag van de rekeningcommissie goed leest, dan verslechtert de situatie. (“Een stap achteruit” zegt de rekeningcommissie zelf). Hier mag de algemene vraag aan worden gekoppeld of B&W de raad serieus neemt? Maar meer nog of de raad zichzelf serieus neemt?

juni/juli 2007
Harrie Winteraeken

Geen opmerkingen: