zondag 6 juni 2010

Strategisch stemmen werkt averechts

De kiezer die strategische stemt, doet zichzelf en de politiek te kort.

Veel mensen vinden een vereenvoudiging van de politiek gemakkelijk. Verdeel de partijen over ‘links’ en ‘rechts’ en vindt verder dat er niet zoveel verschil tussen de partijen binnen deze blokken is. Er wordt dan bijvoorbeeld een geleidende schaal gehanteerd van heel links tot gematigd links. Het lijkt er dan ook op dat de strijd deze verkiezingen hoofdzakelijk gaat tussen links en rechts. Of dat het premierverkiezingen zijn.
De verkiezingscampagne wordt daarbij versimpeld, onder andere door het aantal onderwerpen beperkt te houden, de nadruk te leggen op de vorm, de wijze van presentatie en te focussen op de wens de grootste partij te worden. Het lijkt voor veel kiezers dus belangrijker wie de grootste wordt, dan wat de ideeën zijn van deze partij ten opzichte van de ‘buren’. Daarbij worden de peilingen sturend voor het stemgedrag.

Op dit moment hebben de PvdA en de VVD het meeste baat bij deze vereenvoudiging en volgen deze tactiek doelbewust. Beide partijen proberen daarmee de overige partijen leeg te zuigen. Het CDA heeft daar momenteel veel last van richting VVD en op links wordt waarschijnlijk zoals bij veel eerdere verkiezingen, strategisch op de PvdA gestemd. Daarbij lossen deze verschuivingen binnen de ‘kampen’ eigenlijk niet het grootste probleem op, namelijk dat of ‘links’ of ‘rechts’ de meerderheid krijgt. Als links of rechts geen natuurlijke meerderheid krijgt, dan komen mix- of middencoalities in beeld. En als twee partijen geen meerderheid hebben, dan zijn er vanzelfsprekend drie of vier partijen nodig. Kleinere partijen zijn dan ook nodig en zo wordt de kans groter dat bijvoorbeeld GroenLinks, D66 of ChristenUnie ook aan de coalitie kunnen aanschuiven. Vanzelfsprekend maakt een grotere ‘kleine partij’ daarop meer kans dan wanneer bijvoorbeeld de GroenLinks- of D66- stemmer massaal strategisch op de PvdA heeft gestemd. In feit keert zo’n strategische stem zich dan tegen deze kiezers. De kans dat je eigen partij gaat meeregeren wordt namelijk kleiner als je er niet op stemt. Op zich heel logisch, maar veel mensen lijken dat niet te beseffen.

De kiezer doet zichzelf en de politiek dus te kort door strategisch te stemmen. Je zou eigenlijk gewoon moeten stemmen op de partij met de ideeën die het beste bij je passen. Dan telt je stem ook optimaal mee. Als iedereen dat doet, dan zijn ook na de verkiezingen de verhoudingen tussen de partijen anders. En dan krijgen we ook een coalitie die inhoudelijk meer aansluit bij wat de kiezers willen. Het is echt niet nodig dat de kiezer twee keer inlevert, namelijk op zijn politieke voorkeur én op de uitwerking daarvan in de te vormen coalitie. Natuurlijk moeten bij iedere coalitievorming compromissen worden gesloten, maar als de partij die mee onderhandelt al van andere uitgangspunten uitgaat dan verwateren dus de politieke ideeën die primair je voorkeur hadden.

Vandaar dat ik de gelegenheid neem om eens aandacht te vragen voor de forse verschillen die er zijn tussen PvdA, SP, GroenLinks, D66 en ChristenUnie, maar ook VVD, CDA en PVV. En dat dus de visie of het verkiezingsprogramma van de partij een zwaardere invloed zou moeten hebben op het stemgedrag. Vandaar mijn oproep aan de kiezer: stem met je hart én met je verstand, maar niet als een profeet die al voorspelt hoe de coalitieonderhandelingen gaan verlopen.

Geen opmerkingen: