zondag 7 juni 2009

Buitenring: gemeenten moeten overeenkomst opzeggen

Gemeenten moeten het bestuursconvenant binnen- en buitenring opzeggen.

De kosten voor de buitenring gaan excessief omhoog. Belangrijke oorzaken zijn de constructie van de weg zelf met 2 x 2 rijstroken, zijn ruimtevretende aansluitingen, de inpassing in het landschap en enkele wensen van de gemeenten. Die verhoging van de kosten gaat stapsgewijs. En er komen waarschijnlijk nog meer kostenverhogingen omdat de weg nog door zwaar beschermde natuurgebieden rondom Brunssum moet en de barrièrewerking voor bijvoorbeeld langzaam verkeer nog moet worden verminderd. Het is dus geen wonder dat er een forse discussie ontstaat over wie dat gaat betalen.

Gedeputeerde Staten van Limburg hebben hiervoor onlangs in hun Voorjaarsnota 2009 een nogal lompe voorzet gedaan. Eerst roemen ze voor Parkstad Limburg de vorming van een regiofonds ter financiering van allerlei programma’s en projecten (realisatie Maankwartier, renovatie Rodahal, gebiedsontwikkeling rondom de buitenring, herstructurering van de woningvoorraad, bedrijventerrein Avantis, nieuwe energie en grensoverschrijdend openbaar vervoer). De provincie heeft hier € 20 miljoen voor in gedachten als de gemeenten evenveel bijdragen.
Dan stellen GS dat de buitenring voor de provincie het allerbelangrijkst is: “Indien de gemeenten onvoldoende steun bieden (aan de ‘optimalisaties’ van de buitenring), dan zal onze focus in Parkstad liggen op de realisatie van de buitenring, alvorens provinciale middelen beschikbaar gesteld worden voor de programma’s in het regiofonds”. Zoiets van ‘eigen weg eerst’. De provincie zal daarbij de overtuiging hebben dat het met Parkstad toch nooit wat wordt, als er niet eerst fors wat asfalt bijkomt.

Geen wonder dat de gemeenten, met Toine Gresel, burgemeester van Heerlen en voorzitter van de gemeenschappelijke regeling Parkstad Limburg voorop, zich hier tegen verzetten. ”Onbetamelijk, zoals GS zich hier gedragen”, noemt hij dat. Afgelopen dinsdag 2 juni heeft de gemeenteraad van Heerlen een motie van de PvdA unaniem aangenomen om geen nieuw geld meer vrij te maken voor de buitenring. Daarbij worden de andere gemeentes van Parkstad Limburg opgeroepen dit ook te doen. Op zich is dit een stap in de goede richting.
Maar zoals vaker in het echte leven, is het allemaal wat ingewikkelder. Daarvoor moet worden teruggegaan naar het Raadsbesluit en Bestuursconvenant Binnen- en Buitenring dat de gemeenteraden in april 2005 hebben vastgesteld. Een besluit waarbij ik indertijd heb gesteld dat “het GroenLinks verwondert dat de liefde voor de weg veel fracties zo kritiekloos blind maakt”. Alleen de SP en GroenLinks stemden toen tegen.
Want nu blijkt uitdrukkelijk hoe fout dat besluit was en dat het contract eenzijdig in het voordeel is van de provincie. (Nog bedankt Dieudonné Akkermans en Frans Hol.)

Er was toen sprake van een taakstellend budget van € 135 miljoen. Het woord ‘taakstellend’ was een te rooskleurige weergave om de gemeenteraden te paaien: “Het taakstellend karakter van het budget betekent dat, indien in de loop van het project blijkt dat het taakstellend budget niet kan worden gerealiseerd, overleg plaatsvindt tussen de betrokken partijen teneinde te overwegen of de budgetoverschrijding aanleiding geeft tot een heroverweging van het project”. Hier staat dus dat er eerst (op constructieve wijze) overleg moet plaatsvinden of men wel doorgaat. Dat klinkt toch heel anders dan het machtsvertoon dat GS schrijven in hun voorjaarsnota.

Echter, in artikel 7 van het bestuursconvenant is afgesproken: “Financiële mee- en tegenvallers, zijnde een over- dan wel onderschrijding van de taakstellende budgetten, zullen worden verdeeld naar rato van hun aandeel in het taakstellende budget over partijen”. Hoewel de gemeenten nu klagen over de meerkosten en het gebrek aan geld, is dat ‘samen de trap op en de trap af’ wel afgesproken.
Het is daarbij moeilijk om bij de meerkosten onderscheid te maken tussen kosten als gevolg van de landschappelijke inpassing en verplichte natuurcompensatie en wensen van de gemeenten, zoals een extra afrit. Voor Heerlen zijn deze extra kosten overigens dubbel wrang omdat Heerlen dient bij te dragen naar rato van het aantal inwoners en niet voor het in verhouding kleine aantal km buitenring dat door de gemeente loopt (indertijd al € 18 miljoen meer en nu komen daar nog ettelijke miljoenen bij).
Alleen maar klagen over meerkosten is volgens artikel 16 lid 5 van het convenant niet mogelijk: “Partijen zullen zich niet beroepen op het in onvoldoende mate aanwezig zijn van financiële middelen”.

Het convenant lijkt daarmee een wurgcontract waarmee de provincie zich heeft ingedekt tegen de nu weer voorkomende financiële problemen. En de Heerlense motie kan dan ook worden uitgelegd als contractbreuk. Maar de budgetoverschrijdingen staan niet op zichzelf en daar houdt deze overeenkomst (gelukkig) geen rekening mee. Als er overleg gaat plaatsvinden, dan is dit gebonden aan de eveneens in artikel 16 opgenomen bepaling: “Onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat de ongewijzigde instandhouding van dit convenant naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet kan worden verlangd, kunnen voor de partij die zich op die omstandigheden beroept aanleiding geven zich te wenden tot de rechter met het verzoek om de gevolgen van dit convenant te wijzigen of dit te ontbinden”.

Deze bepaling biedt de mogelijkheden om onder het financiële contract uit te komen. De onvoorziene omstandigheden die voldoende redelijk en billijk zijn, moeten vooral worden gezocht bij de redenen die aan de basis staan van de excessieve overschrijdingen liggen en die toen blijkbaar niet te voorzien waren. Zo is inmiddels gebleken dat het nagenoeg onmogelijk is om op sommige plaatsen de weg in te passen in het landschap (bijvoorbeeld in Natura 2000 gebieden). En bovenal is het steeds duidelijker dat ‘nut en noodzaak’ van de aanleg van de gehele buitenring onvoldoende aanwezig zijn vanwege de krimp van de bevolking en het gebrek aan echte verkeerskundige knelpunten die de weg zou oplossen. Op basis van deze argumenten kunnen de gemeentes aansturen op het ontbinden van het convenant.

GS weten dat natuurlijk, vandaar deze dreigende taal in hun voorjaarsnota. Maar dit is meer een uit angst voortkomend wanhoopsoffensief voor een project dat voor GS uitgroeit tot een obsessie. Want de gemeenten kunnen nu met goed fatsoen en conform eerder gemaakte afspraken een eind maken aan de buitenring. Daarmee houden de gemeenten meer geld over dat GS willen investeren in het regiofonds. En een college van GS dat de grootste stedelijke regio van Limburg zo in de kou dreigt te laten staan, mag zich daar ook voor verantwoorden. Dus hup SP in Heerlen, maak je stemgedrag van indertijd waar en zorg dat het bestuursconvenant buitenring wordt ontbonden!

7 juni 2009
Harrie Winteraeken
(oud raadslid voor GroenLinks in Heerlen)


ps.: Volgens het convenant zijn de bijdragen van de gemeenten (exclusief Kerkrade) en Parkstad Limburg voor de buitenring overgemaakt per 1 januari 2007. Deze vroege betaling door de gemeenten levert voor de provincie rente-inkomsten op.
Bij de behandeling van het voorstel in de raad heb ik gevraagd of met deze rente-inkomsten onverwachte tegenvallers kunnen worden bekostigd. Daar werd toen bevestigend op geantwoord. Maar het wekken van deze verwachting zal nu wel geen zoden aan de dijk zetten.

1 opmerking:

geen buitenring parkstad zei

Prima verhaal Harrie!!

Meer over het Buitenringschandaal kunt u lezen op www.buitenring.net