zaterdag 30 mei 2015

Afschaffen van BPM op nieuwe auto’s: kind met het badwater weggooien.

Het kabinet en in het bijzonder staatssecretaris Eric Wiebes, wil de Belasting op nieuwe Personenauto’s en Motorrijwielen (BPM) afschaffen. Dat is géén goede maatregel als je het aantal auto’s wil verminderen maar wel vooral schone auto’s wil bevorderen. Alle auto’s worden zo goedkoper en meer vervuilende auto’s worden net zo duur als schonere auto’s. Dus stimuleert deze VVD-staatssecretaris het autobezit en –gebruik. Je zou kunnen concluderen dat onze overheid wil dat luchtvervuiling en aantal en lengte van de files weer toenemen. Ze leggen blijkbaar ook liever nieuwe wegen aan, in plaats van fietsen en openbaar vervoer te stimuleren?

Onder andere vanwege de lagere BPM op schonere auto’s, waren de BPM-inkomsten in de schatkist de laatste jaren teruggelopen van € 3,6 naar € 1,1 miljard per jaar. De achterliggende redenering is dat het voor de staatskas niet meer zo veel uitmaakt omdat de inkomsten uit de BPM al fors minder waren. Dat zijn oneigenlijke argumenten.

De lagere BPM op auto’s die minder CO2 uitstoten, was geen gewone belastingmaatregel maar vooral een milieumaatregel, een vergroening van ons belastingstelsel. Voor deze milieumaatregel heeft de overheid niet gekozen voor regels maar voor stimuleren. De overheid had ook kunnen kiezen voor strengere regels op de uitstoot van CO2, maar dat vinden de fabrikanten en bezitters van vervuilende auto’s natuurlijk helemaal niet leuk. (Vergelijk het met de protesten tegen het niet meer met zwaar vervuilende auto’s in een aantal stadscentra mogen rijden). De keuze van de overheid voor stimuleren werd een groot succes.

Nu wil blijkbaar het kabinet het kind met het badwater weggooien. Natuurlijk was er veel op de BPM-kortingsregeling aan te merken. Dat kwam omdat te veel geluisterd is naar de ‘duurdere autolobby’. In verhouding profiteren vooral bedrijven en leaserijders van de stimulering. Daarbij komt dat semi-elektrische auto’s om meerdere redenen minder zuinig zijn als waar men eerst vanuit ging. Zo rijden ze in de praktijk vaak gewoon op  de fossiele brandstof benzine. Het meest berucht zijn auto’s zoals de Mitsubishi Outlander, die wel torenhoge voordelen bieden, maar waarvan het elektrische deel meestal te kort schiet.

Om de maatregel effectiever voor het milieu te maken, is een verfijning van de BPM-korting zeker nodig. Bijkomend voordeel is ook dat dan elders minder hoeft te worden bezuinigd. Er zou tenminste een groot voordeel moeten blijven bestaan voor zuiver elektrische auto’s (op duurzaam opgewekte stroom). Die voordelen zouden ook voor particulieren beter toegankelijk moeten zijn. Én een wat kleiner voordeel op auto’s die gewoon erg zuinig en schoon zijn, ongeacht de manier waarop ze dit bereiken. Men zou kunnen beginnen met één liter op 25 km (bij 90 km/uur) en deze norm over enkele jaren nog zuiniger maken.

Zo zie je dat de politiek maar vooral ook de verschillende politieke partijen wel degelijk keuzes maken. En dat uit die keuzes blijkt wat ze belangrijk vinden en wat niet. In dit geval: dure auto’s goedkoper maken of duurzaamheid bevorderen en klimaatverandering tegengaan. Duidelijk is dat de PvdA hier weer achter de VVD aanloopt. Of zet de PvdA de tijd gewoon terug indachtig een pleidooi van wijlen Joop den Uyl dat iedereen zijn Kever of Kadett moest kunnen rijden?

 

Aanbesteding OV Limburg moet over?


De gevolgen van de misdragingen van René de Beer (Veolia – Abellio).

Veolia heeft aangifte gedaan van de bedrijfsspionage van zijn voormalige directeur René de Beer. Volkomen terecht. Wat de Beer heeft gedaan, is volstrekt ongeoorloofd in de mores van het management: interne bedrijfsinformatie doorsluizen naar een concurrent in dezelfde aanbestedingsprocedure voor het openbaar vervoer in heel Limburg (alle busvervoer en bijna alle regionale treinlijnen).

Wat de gevolgen zijn voor de aanbesteding, is nog niet duidelijk. Er zijn twee keuzes. Het gunnen aan de nummer twee Arriva of helemaal opnieuw. Mijn advies is dit ook voorleggen aan de rechter. Veolia en Arriva hadden namelijk al procedures aangespannen tegen Abellio (Nederlandse Spoorwegen)  wegens bevoordeling van kennis op andere vlakken. Dan kan dit probleem ‘gelijk worden meegenomen’. Het spaart de Provincie Limburg ook  een moeilijke beslissing uit, waarvan de uitkomst altijd weer in het nadeel is van de een of de ander. Beslissen voor Arriva is nadelig voor de reiziger, want het aanbod van dat bedrijf was lang niet zo goed als dat van Abellio. En bij geheel overdoen heeft de nummer twee van de aanbesteding weer het nakijken. Daarbij is weliswaar  Abellio uitgesloten van hernieuwde deelname, maar niet de Nederlandse Spoorwegen. Die kunnen een met Abellio vergelijkbaar bod doen en daar schiet Arriva ook niets mee op.

Of de gegevens van René de Beer de aanbesteding sterk hebben beïnvloed, is maar de vraag? Het aanbod van Abellio was stukken beter dan dat van Arriva en Veolia. Als Abellio zich voor een belangrijk deel  had gebaseerd op de Veolia-gegevens, dan was Abellio misschien met zijn aanbod dichter eronder gaan zitten? Ik denk dat de eigen strategische overwegingen van Abellio, waaronder geen scheiding binnen het treinverkeer in Limburg op hetzelfde spoor, veel belangrijker zijn geweest.

Veolia heeft ook in het verleden regelmatig te kennen gegeven in Limburg niet meer verder te willen omdat de concessie te weinig rendement opleverde.  Misschien vinden ze achter de schermen de gegevensoverdracht van René de Beer niet zo heel erg? Abellio heeft toch nog veel verschil met Veolia kunnen maken. Misschien was het klagen van Veolia over de winst wel niet helemaal oprecht. Want echt stelselmatig en vooropgezet geld erop toeleggen lijkt mij bedrijfsmatig ook niet door Abellio te verkopen, ook niet aan aandeelhouder van moeder NS, de Nederlandse Staat.

Blijft over de positie van René de Beer zelf. Hij wilde waarborgen voor zijn toekomst. Dat is nu mislukt. De meeste werknemers van Veolia zullen overigens wel mee overgaan naar Abellio. En René de Beer is na de vorige aanbesteding, waarbij Veolia van Hermes ‘won’, ook mee overgegaan. Het zal toch niet zo zijn dat de Beer zijn kunstje heeft herhaald en dat hij begin deze eeuw ook de gegevens van Hermes vroegtijdig heeft overgebracht naar concurrent Veolia? 

 

 

 

Café Mondiaal 4-6 over grondstoffen en hergebruik, het Repair Café







Heerlen, 22 mei 2015

Persbericht

Café Mondiaal, 20ste aflevering.

Donderdag 4 juni, aanvang 19.30 uur.

Café Frits Pelt, Pancratiusplein 48, Heerlen

Thema: Grondstoffen en hergebruik: het Repair Café.

Alleen door nog meer hergebruik van materialen kunnen we een grondstoffencrisis voorkomen!

Vroeger was onze samenleving zuinig met grondstoffen, denk maar aan de schillenboer, de loemeleboer en de oudijzerman. Toen kwam de tijd dat onze samenleving een ‘wegwerpmaatschappij’ werd genoemd. Vervolgens groeide het besef dat we enorme afvalbergen maakten maar dat er ook tekorten ontstonden aan bepaalde grondstoffen. Afval werd in toenemende mate gescheiden en fracties weer hergebruikt. Afgedankte producten mochten een tweede leven gaan leiden via tweedehandswinkels. Kapotte apparaten worden aangeboden voor reparatie.

Sinds een vijftal jaren kent Nederland het concept ‘Repair Café’ en sinds twee jaar heeft Parkstad Limburg ook een Repair Café: openbare bijeenkomsten van vrijwilligers die gebruiksartikelen door reparatie ‘reanimeren’. Een Repair Cafe levert een bijdrage aan duurzaamheid omdat dat wat gerepareerd wordt niet of later pas de afvalberg bereikt.

Er zijn zo’n 250 Repair Café’s in Nederland en 750 wereldwijd. Dit is dit natuurlijk een druppel op een gloeiende plaat en maar een gedeeltelijke oplossing omdat spullen uiteindelijk toch de geest geven en op de afvalberg belandden.

Eigenlijk is het Repair Cafe meer een noodkreet dat het anders moet: de volledige circulaire economie. Die gaat uit van het Cradle to Cradle (C2C) principe. In een circulaire economie worden alle gebruikte materialen na hun leven in het ene product, nuttig ingezet in een ander product. Het verschil met conventioneel hergebruik is dat er geen kwaliteitsverlies en geen afval meer is. Het uiteindelijke doel is de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren. In de biologische kringloop vloeien reststoffen na verbruik veilig terug in de natuur. Een simpel voorbeeld is de composthoop.

In een technische kringloop wordt bij het ontwerp van apparaten al rekening wordt gehouden met het einde van de levensduur, zodat het weer uit elkaar kan worden gehaald en de onderdelen weer als grondstof hergebruikt kan worden.

Hergebruik van grondstoffen en materialen is hoogst noodzakelijk, wil onze maatschappij kunnen blijven functioneren op het materiële welvaartsniveau dat we gewend zijn. Een aantal grondstoffen voor vaak alledaagse producten is schaars of dreigt dit te worden. Daarbij speelt ook dat zeldzame grondstoffen vaak onderwerp worden van prijsopdrijving en handelspolitiek. We worden zo afhankelijk van landen met regimes waar we liever niet afhankelijk van willen zijn.

******************************************************************************************************

Achtergrondinformatie:
·         Deze aflevering van Café Mondiaal wordt georganiseerd door Repair Café (onderdeel van Transition Town Parksjtad) en HeerlenMondiaal.
·         Remco Wijckmans van Repair Café / TTP zal de korte inleiding verzorgen. Harrie Winteraeken is zoals altijd de gespreksleider.

 

zondag 17 mei 2015

Energiepolitiek: complex, veel dilemma's en tegengestelde belangen


Energiepolitiek

Café Mondiaal van 7 mei 2015 had als thema ‘Energiepolitiek’. Het wordt daar ‘politiek’ genoemd omdat er vaak sprake is van politieke keuzes. Het onderstaande is voortgekomen uit de inleiding voor deze Café Mondiaal.

Energiegebruik

We gebruiken allemaal veel energie, vaak zonder daar verder over na te denken. Over het algemeen gebruiken we vooral elektriciteit, gas en brandstof voor onze mobiliteit. We tanken waarbij we vooral oog hebben voor de literprijs en niet de vele honderden liters fossiele brandstof die we jaarlijks gebruiken.

We gebruiken gas voor verwarming, warm water en om te koken en elektriciteit voor talrijke apparaten. Stroom wordt weer gemaakt vanuit diverse energiebronnen. De belangrijkste bronnen van elektriciteit zijn: aardgas, aardolie, steenkool, kernenergie, windmolens, zonnepanelen en waterkracht. Daar wisselen de onderlinge verhoudingen  van deze bronnen in de tijd. Over lange perioden: steenkool – aardgas – kernenergie – weer steenkool.  Maar ook dagelijks: in de ochtend- en avondpiek en bijvoorbeeld afhankelijk van zon en wind.

We zijn aan energie verslaafd. Wij kunnen niet zonder. Onze maatschappij kan niet zonder. Maar aan elk van deze energiebronnen zijn voor- en nadelen verbonden.

Energie- en geopolitiek

Voor het gebruik van energie kan men persoonlijk keuzes maken. Maar het is ook een belangrijk politiek onderwerp. Bijvoorbeeld aardgas: het gebruik en de export van aardgas zijn een belangrijke bron van inkomsten van onze staat: de aardgasbaten. Maar aardbevingen in Groningen zijn de keerzijde. En als men de aardbevingen wil verminderen dan blijkt dat we de gaskraan niet zo gemakkelijk kunnen dichtdraaien.

Want waar moeten we dan voor kiezen? Aardgas uit Rusland? En daarmee president Vladimir Poetin meer macht geven? Zoals hij Oekraïne aan een gasinfuus heeft dat hij naar believen open en dicht draait.

Duitsland sluit zijn kernenergiecentrales, Japan heropent weer twee kerncentrales. In België zijn ze zo verouderd dat ze vanzelf de geest geven. Frankrijk gaat onverstoorbaar verder? Momenteel wordt daar 75 % van de elektriciteit uit kernenergie gewonnen. Minister Ségolène Royal bereidt echter een wet voor: kernenergie naar 50 % en meer duurzame energie. Bijvoorbeeld windmolens op termijn 40 %? Maar er is veel weerstand

Zo kan in Spanje meer zonne-energie worden opgewekt, bijvoorbeeld voor Frankrijk. Maar Frankrijk wil geen elektriciteitskabels over de Pyreneeën.

Europese Unie streeft naar een Energie Unie of op zijn minst meer samenwerking. Nu doet ieder land wat men daar het beste vind. Echter, alle landen hebben hun doelstelling voor een bepaald percentage duurzame energie. Niet iedereen moet het wiel opnieuw uitvinden, maar doen waar iedereen goed in is. Bijvoorbeeld het zuiden meer zon en het noorden meer wind.

Er is een plan voor een groot elektriciteitskabelnetwerk voor heel Europa. Maar ook hier zijn er hobbels en die zijn groter dan dat dorpen in Duitsland protesteren tegen de aanleg van een ondergrondse elektriciteitskabel. Wat te doen met de kolencentrales die momenteel op volle toeren draaien omdat steenkool en bruinkool erg goedkoop zijn. Er dreigt overproductie. Omdat er bijna geen stroom kan worden opgeslagen, wil Duitsland graag verkopen. De prijs bij piekproductie daalt tot negatief: Duitsland wil geld toegeven als elektriciteit de grens over mag worden getransporteerd.  

Weinig transparant is de rol van de energiegiganten. De oliemaatschappijen? Shell in Nigeria? De elektriciteitsmaatschappijen: Bv. Essent promoot groene stroom maar bouwt ook een steenkoolcentrales in Eemshaven. Een moderne gascentrale in Maasbracht wordt na een dure renovatie gesloten. Hoe zit het met moederbedrijf RWE met bruinkoolcentrales? Beetje klem tussen oud en nieuw zitten ze wel.

De EU wil ook een gezamenlijk beleid en samen inkopen. Zo kan ook meer tegenmacht worden geboden tegen Rusland. Voorstander zijn Oost-Europese landen die tot 100 % afhankelijk zijn van Russisch gas. Tegenstander is Nederland dat liever vrije markt wil.

Aardolie is al veel besproken. Zo is aardolie ook een bron van oorlogen – vooral in het Midden-Oosten. Moeten we aardolie kopen uit Saoedi Arabië, Irak en/of Iran? Mogen we blij zijn met de recente nucleair akkoord met Iran over de ontwikkeling van kernenergie? Is Iran daarmee geen ‘schurkenstaat’ meer?

De klimaatverandering:

Bij verbranding van veel brandstoffen kom t CO2 (koolzuurgas) vrij. CO2 is naast CH4 het belangrijkste broeikasgas. En broeikasgassen zorgen in onze atmosfeer voor minder uitstraling van warmte, waardoor de aarde opwarmt. Bij fossiele brandstoffen (aardolie, aardgas en steenkool) is het oude CO2 die vrijkomt. Oude CO2 is vastgelegd bij het ontstaan van deze brandstoffen ver terug in de geologische geschiedenis van deze aarde. Bij brandstoffen zoals biogas of hout, die ontstaan uit recent vastgelegde CO2, is er geen sprake van toevoeging van CO2 aan het ‘systeem Aarde’. 

We kennen de verwachting dat fossiele brandstoffen langzaam maar zeker opraken. (Peak Oil – we naderen het punt dat de maximaal mogelijke olieproductie is bereikt). Maar de zoektocht naar nieuwe winvelden van fossiele brandstoffen gaat door, bijna met manisch fanatisme,, bijvoorbeeld richting Noordpool. En er hebben zich alternatieven voor olie aangediend: bijvoorbeeld schaliegas is in de Verenigde Staten van Noord-Amerika een realiteit. En steenkool is er nog erg veel.

Dus ondanks mogelijke schaarste in de toekomst is fossiele brandstof (olie en steenkool) op het ogenblik erg goedkoop. Dat is positief voor onze economie en negatief voor ons klimaat. En als wij zuinig aan doen, zorgen dan de ‘nieuwe wereldmachten’ China, India en Brazilië wel voor verder toename van het gebruik van fossiele brandstoffen en daarmee een onomkeerbare toevoer van broeikasgassen? En gunnen we de arme kant van onze wereld ook meer energie om hun welvaart te vergroten?

Energiebesparing

Aan ons grote energiegebruik valt nogal wat te verbeteren. Dicht bij huis heeft ieder individu de mogelijkheid om wat keuzes te maken. Bijvoorbeeld minder autorijden, of zelfs geen auto meer. Keuzes van veel individuen hebben weer op grotere schaal invloed. En dus gebeurt er ook het een en ander. Maar veranderingen gaan vaak langzaam, zeg gerust maar moeizaam, vooral omdat we vast zitten aan bestaande structuren.

Vergelijk het met de wens om het transportmiddel ‘trein’ uit het eerste deel van de 19e eeuw te vernieuwen. Je zit aan de rails vast. Net zoals we ‘vastzitten’ aan gasleidingen. Auto’s worden zuiniger, maar het blijven auto’s. Ze gaan 10 jaar en langer mee. Hybride auto’s? Ze zijn er nu zo tien jaar. Een hybride auto die zelf zijn stroom opwekt is weliswaar per km wat zuiniger, maar de elektriciteit is omgezette fossiele brandstof en dus is de CO2-productie amper lager. Pas jaren later kunnen hybride auto’s ook stroom uit een stopcontact halen. Maar gebruikt men hierbij geen groene stroom en men telt ook de energie nodig voor de productie van de batterijen, dan maakt de totale uitstoot van deze milieuvriendelijke auto amper verschil in CO2 uitstoot. Het verschil is pas de moeite waard als de auto volledig elektrisch is en ook nog geheel op groene stroom rijdt.
Is waterstof voor autobrandstof een alternatief? Auto’s op aardgas of vloeibaar petroleumgas (LPG) zijn wat luchtvervuiling betreft schoner, maar ook dat zijn fossiele brandstoffen.

Als we kijken naar ons energiegebruik in onze woonhuizen, dan is hier wel een aanzienlijke verbeterslag gaande. Huizen worden in toenemende mate geïsoleerd. Nieuwe voorbeelden en technieken worden geïntroduceerd in de Wijk van Morgen op Bedrijventerrein Avantis, deels ook al in de praktijk gebracht bij woningverbeteringen in de Kerkraadse buurt Spekholzerheide.

Duurzame energiebronnen?

Maar hoe moet het dan wel? Iedereen weet het. Er is eigenlijk geen alternatief. We moeten naar veel meer gebruik van duurzame energiebronnen. Dat zijn bronnen die niet voortkomen uit fossiele brandstof, maar passen in een korte kringloop: zon en wind, bio-energie, waterkracht. Maar hoe komen we er? Kunnen naast de energiebesparing de alternatieve, duurzame energiebronnen werkelijk een belangrijke rol van betekenis spelen?

Zonnepanelen zijn gemakkelijk plaatsbaar op daken en een enkel veld. Maar de energieproductie is nogal wispelturig met ons weer, ze doen ‘t ’s nachts niet en in de winter maar heel matig. Als er een bijna-zonsverduistering optreedt, draaien de energiecentrales weer.

Toenemend is de productie van biogas uit organische stof. Dat is geen probleem als die organische stof afkomstig is afvalstoffen zoals snoeihout of zuiveringsslib van rioolwater. Maar bij de schijt van varkens en kippen is er al sprake van een grote verplaatsing van organische stof over de wereld omdat die dieren worden gevoerd met graan, cassave, sojabonen en dergelijke.  Die landbouwgrond kan beter gebruikt worden om de mensen aldaar te voeden. Hetzelfde gebeurt in toenemende mate hier. Maïs wordt niet meer geteeld voor veevoer maar voor de biovergasser. Hetzelfde geldt voor koolzaad voor de productie van biodiesel.

Maar voor biodiesel wordt ook weer veel palmolie gebruikt. Ethanol wordt gemaakt uit suikerriet? De toenemende honger naar biobrandstoffen wordt vooral ook aangewakkerd door de verplichting om deze brandstoffen bij te mengen bij gewone diesel. Op zich natuurlijk aardig om zo het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen, maar we komen hiermee van de regen in de drup. In nogal wat landen wordt ongerepte natuur waaronder tropisch regenwoud gekapt om aan de toenemende behoefte aan biodiesel te voldoen. 

Als alternatief kunnen we meer witte steenkool winnen: elektriciteit uit stromend water. Maar in ons landschap is dat een druppel op een gloeiende plaat. Misschien zijn er wat meer mogelijkheden met getijdenstroming? En hoe lukt dat met turbines die geen massa’s vis slachten?

Dat brengt ons bij een energie-neutrale samenleving? Een nobel streven. Nederland streeft tegenwoordig naar de afgezwakte doelstelling van slechts 14 % duurzame energie in 2020. We zitten nu nog niet op de helft.

En nu weten we al niet meer waar we een windmolen moeten plaatsen omdat ie ook hinderlijk geluid maakt en hinderlijke schaduwwerking heeft, of niet mooi staat aan de horizon. Misschien helpen collectieven van burgers bij de bouw en exploitatie van windmolens? Als een windmolen in de buurt staat, dan hebben zij niet alleen de nadelen maar ook de financiële voordelen. Dat maakt een windmolen wellicht acceptabeler. Voor de boer die ‘m plaatst op zijn land, is het overigens een goudmijn door de kleine oppervlakte heel duur te verpachten.

Afsluitend de algemene vraag: “Hoe krijgen we de wereld zover dat deze duurzame bronnen substantieel en effectief worden in de ongelijke strijd tegen goedkope energiebronnen zoals schaliegas, steenkool, kernenergie en minder wordende olie- en gasvoorraden? En met de overheersende politieke en maatschappelijke tegenkrachten de duurzame energierevolutie tegenhouden of op z’n minst sterk vertragen?”

Uit het voorgaande blijkt dat ‘energiepolitiek’ een zeer veelzijdig en complex onderwerp is met veel dilemma’s en tegenstrijdige belangen. Het voorgaande betoog bestaat vooral uit ‘losse gedachten’ die hier worden aangestipt maar ook elk weer een discussie op zich zijn.

zaterdag 9 mei 2015

Verkiezingen Groot Brittannië: de minderheid gaat regeren


Minderheid gaat Groot Brittannië regeren.

De verkiezingen van afgelopen donderdag 7 maart in Groot Brittannië hebben een grote aardverschuiving veroorzaakt. De Conservatieve partij heeft de absolute meerderheid verworven met 331 van de 650 zetels in het Lagerhuis. Dat is bijna 51 % van de zetels. De oorzaak van de grote winst is gelegen in het districtenstelsel en minder in de feitelijke aantallen kiezers. Heel het Verenigd Koninkrijk is onderverdeeld in 650 (kleine) districten. De kandidaat die in zijn district de meeste stemmen haalt wint de Lagerhuiszetel. Alle andere stemmen gaan verloren.

Zo halen de Conservatieven de absolute meerderheid met slechts 36,9 % van de stemmen.  Het directe draagvlak van de nieuwe regering van minister-president David Cameron is dus bij aanvang al ver onder de 50 %. De oppositie weet dus dat 63,1 % van de kiezers achter hen staat (maar niet achter de twee partijen zelf). Het mag dan in GB met weinig partijen gemakkelijker zijn om een kabinet te vormen, in Nederland heeft een kabinet wel een echte meerderheid van de kiezers achter zich staan.

In het Lagerhuis is dat niet terug te vinden. Labour mag nog niet klagen. De partij haalt dik 30 % van de stemmen en 232 zetels.  De Schotse Nationale partij doet het (alleen) goed in Schotland en haalt 56 van de 59 beschikbare zetels. Dat is 81 % van de zetels. Zo’n percentage stemmen zullen ze ook in Schotland niet gehaald hebben.

Partij
Percentage kiezers
Aantal zetels
Percentage zetels
Conservatieven
36,9
331
50,1
Labour
30,4
232
35,6
Schotse Nationale Partij
 
56
8,6
Liberaal - Democraten
 
8
1,2
De Anti-Europapartij UKIP
12,9
1
0,015
De groene partij
5
1
0,015

Nog veel desastreuzer hebben de verkiezingen uitgepakt voor de kleinere partijen. Volgens een gewone deling van het aantal stemmen door het aantal zetels zou de kiesdeler ± 34.000 stemmen zijn. De Groenen zouden zo met ruim 1,1 miljoen en bijna 5 % stemmen 34 zetels hebben gehad.  Nog erger is dit voor de Anti-Europapartij. Beide partijen hebben één zetel. Daarbij komt dat de kiezer natuurlijk weet dat kleinere partijen weinig kans hebben om districten te winnen. Hierdoor is de kans groot dat veel kiezers pragmatisch op een grote partij stemmen, om zo de kans te vergroten dat hun stem niet verloren gaat. Het politieke draagvlak van de Groene Partij in GB is dus wellicht nog groter dan die 5 %.

Het districtenstelsel heeft als voordeel dat er een goede verdeling is van vertegenwoordigers over het hele land. Je weet wie je in het parlement vertegenwoordigd, misschien ken je haar of hem wel persoonlijk. Maar het gaat in de politiek niet op de eerste plaats om de persoon, maar om wat hij/zij stemt in het Lagerhuis / Tweede Kamer. Als je eigen ’vertegenwoordiger’ continue anders stemt dan dat je politieke visie is, dan voel je je niet echt vertegenwoordigd. Vergelijk het met PVV-bolwerk Heerlen. Ik kan niet zeggen dat ik me goed politiek vertegenwoordigd zou voelen door die politieke charlatan Dion Graus van de PVV.

 

Ieder land heeft zijn eigen vorm van democratie. Duitsland heeft een combinatie van een 5 % ondergrens, gecombineerd met een personenstelsel. Wij hebben gewoon evenredige vertegenwoordiging. Er is in toenemende mate kritiek op het Britse districtenstelsel. Maar het zal niet snel veranderen. De regerende partij heeft er (altijd) van geprofiteerd en zal niet gauw verandering bepleiten. Dat geldt ook voor de winnaars van de volgende verkiezingen.

 

zaterdag 2 mei 2015

Multinationals profiteren, Nederland int te weinig maar betaalt extra?

Donderdag 30 april 2015 staat er een klein stukje in onze regionale dagbladen Dagblad De Limburger en Limburgs Dagblad, waar volgens mij wat uitleg op z’n plaats is.

Eerst het bericht: Nederland moet mogelijk opnieuw een mogelijke naheffing betalen aan de Europese Unie. De vorige naheffing was eind 2014 en bedroeg € 642 miljoen. Dat maakte minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem over ondanks veel gemor in de Tweede Kamer. “Dit keer houdt het kabinet rekening met een aanslag van € 200 miljoen”. Deze nabetaling is het gevolg van nieuwe berekeningen over de omvang van de Nederlandse economie over de jaren 2011 en 2012. “Door grotere financiële stromen van vooral multinationals van en naar het buitenland valt het Bruto Nationaal Inkomen van Nederland in 2011 en 2012 hoger uit dan verwacht. In 2011 was dit BNI 1,8 % groter dan gedacht .In 2012 bedroeg het verschil 1,5 %. Ook over 2013 en 2014 komen mogelijk naheffingen”.
Het BNI is overigens een van de belangrijkste maatstaven waarop de EU de bijdragen van de lidstaten baseert.

Ik weet niet of de conclusies die ik uit dit bericht trek, correct zijn. Maar het is aan journalisten om dit uit te zoeken en daarna aan politici om hier werk van te maken. Maar hier is mijn voorzet:

Voor multinationals is Nederland een belastingparadijs waar veel landen (en ook enkele politieke partijen in Nederland) best wel problemen mee hebben. Door hier een vestiging, zeg maar brievenbusfirma  te kiezen, komen ze voor heel lage belastingen in aanmerking. Veel minder dan in de landen waar de werkelijke omzet is behaald. Veel ontwikkelingslanden hebben hierdoor veel lagere belastinginkomsten dan waar ze eigenlijk recht op hebben. Het is erg schrijnend dat deze belastingconstructie de ontwikkelingsmogelijkheden van die landen te kort doen. Op deze manier houdt Nederland deze landen gewoon arm.

Als nu blijkt dat dit rondpompen van geld ons Bruto Nationaal Inkomen met 1,5 – 1,8 % verhoogt, dan betreft het hier miljarden. Ons BNI bedroeg in 2012 € 607 miljard (cijfer CBS). 1,5 % is dus wat meer dan € 9 miljard. Dat zijn miljarden winst waar in de bronlanden en bij de uiteindelijke bestemming geen of amper belasting over wordt betaald?

Dat Nederland zich voor deze belastingontduiking leent is uit oogpunt van moreel gedrag op zicht al zeer afkeurenswaardig. Nu de Europese Unie aan Nederland vanwege dat rondpompen van geld extra belasting oplegt, snijdt ons land zich daarbij ernstig in de vingers. Want ik denk dat we nu extra moeten betalen terwijl waarschijnlijk ook onze inkomsten hierop achterblijven. Dat is een extra reden dat we de ‘dienstverlening’ aan de betrokken multinationals heel snel moeten beëindigen.

Café Mondiaal 7 mei, thema: energiepolitiek


Persbericht

 

Café Mondiaal, 19de aflevering.

Donderdag 7 mei, aanvang 19.30 uur.

Café Frits Pelt, Pancratiusplein 48, Heerlen

 
Thema: ‘Energiepolitiek’.

We gebruiken allemaal veel energie, vaak zonder daar verder over na te denken. We tanken waarbij we vooral oog hebben voor de literprijs en niet de vele honderden liters fossiele brandstof die we jaarlijks gebruiken. Over het algemeen gebruiken we vooral elektriciteit, gas en brandstof voor onze mobiliteit. Deze Café Mondiaal zullen we ingaan op ons energiegebruik en dan vooral de bijbehorende energiepolitiek.

Want aan ons grote energiegebruik valt nogal wat te verbeteren. Denk maar aan de belangrijkste bronnen van elektriciteit: aardgas, aardolie, steenkool, kernenergie, windmolens, zonnepanelen en waterkracht. Aan elk van deze bronnen zijn voor- en nadelen verbonden. Zo zijn bijvoorbeeld het gebruik en de export van aardgas een belangrijke bron van inkomsten van onze staat. Maar aardbevingen in Groningen zijn de keerzijde.

Waar moeten we dan voor kiezen? Aardgas uit Rusland? En daarmee president Vladimir Poetin meer macht geven? Aardolie uit Saoedi Arabië, Irak en/of Iran? Mogen we blij zijn met de recente nucleair akkoord met Iran over de ontwikkeling van kernenergie? Is Iran daarmee geen ‘schurkenstaat’ meer? Japan heropent weer twee kerncentrales.

Fossiele brandstof is op het ogenblik erg goedkoop. Dat is positief voor onze economie en negatief voor ons klimaat. En als wij zuinig aan doen, zorgen dan de ‘nieuwe wereldmachten’ China, India en Brazilië wel voor een onomkeerbare toevoer van broeikasgassen? En gunnen we de arme kant van onze wereld ook meer energie om hun welvaart te vergroten?

Maar hoe moet het dan wel? Kunnen de alternatieve, duurzame energiebronnen en energiebesparing werkelijk een belangrijke rol van betekenis spelen? Een bijna-zonsverduistering en de energiecentrales draaien weer. Hoe krijgen we de wereld zover dat deze duurzame bronnen substantieel en effectief worden in de ongelijke strijd tegen goedkope energiebronnen zoals schaliegas, steenkool, kernenergie en minder wordende olie en gasvoorraden?

Alles hierboven zijn ‘losse gedachten’ waar er nog vele aan kunnen worden toegevoegd, zodat het geheel naar verwachting leidt tot een boeiende discussie.

Wilders cs krijgen te veel hun zin in vluchtelingendebat.

 
Het compromis van VVD en PvdA over de bed-, bad- en broodregeling voor uitgeprocedeerde asielzoekers (die daarmee het stempel ‘illegaal’ krijgen), krijgt terecht erg veel kritiek. Het is een typisch ‘Haagse stolp-idee’ dat met de praktijk weinig rekening houdt. Het komt in de politiek te vaak voor dat men te veel generaliseerd en zaken te simpel voorstelt.

Wellicht dat economische vluchtelingen die weer terug willen en kunnen gaan, hiermee gestimuleerd worden. Van belang is dat ze met opgeheven hoofd terug kunnen. Want omdat hun familie vaak geïnvesteerd heeft in hun reis, verwachten zij veel van hen, waaronder dat zij bij terugkomst de familie in hun levensonderhoud voorzien. Het mag zeker onder goede ontwikkelingshulp worden geschaard dat mensen die terug moeten, ook een beroep of een aantal vaardigheden krijgt geleerd die daar nuttig zijn. Plus een (klein) startkapitaal of gereedschap om een bedrijfje op te zetten.

Maar vluchtelingen uit oorlogsgebieden en dat zijn er ook erg veel, kunnen niet terug. De ‘regeling’ van VVD en PvdA is daarvoor volstrekt ontoereikend. Een korte periode in een ‘uitzendcentrum nieuwe stijl’ biedt geen nieuw perspectief. De kritiek op het voornemen om deze mensen daarna gewoon op straat te zetten, is terecht. VVD en PvdA worden daarmee even terecht beschuldigd van inhumane politiek. Nederland is uit oogpunt van mensenrechten verplicht om deze mensen een redelijk bestaansminimum te bieden. Logisch dat veel gemeenten, die de humanitaire taak hebben om hun inwoners iets beters te bieden dan op straat zwerven, protesteren tegen de onmenselijke ideeën van ons kabinet.

Rondom de Middellandse Zee is het drama nog veel groter dan in Nederland. Dit jaar verdronken al meer dan 1.500 vluchtelingen.  Dit zijn mensen! Mensen die uit lijfsbehoud gedwongen werden  om deze route te nemen. Zij legden hun lot in de handen van meedogenloze transporteurs, waarschijnlijk geregisseerd door Islamitische Staat.

In onze regionale dagbladen DDL & LD bracht Paul van der Steen dit zaterdag 25 april in zijn column ‘Aan de kant’ uitstekend onder woorden: “100 jaar geleden, tijdens de Eerste Wereldoorlog, ving Nederland één miljoen Belgische vluchtelingen op. Nederland had toen geen bijna 17 miljoen inwoners, maar slechts zes miljoen. Na een eeuw van gestage economische groei, heel veel meer welvaart, slaan politici en inwoners van de Europese Unie (ruim 500 miljoen inwoners) op tilt bij het vooruitzicht van een miljoen bootvluchtelingen uit Afrika en het Midden-Oosten”.

De EU heeft dan wel besloten om rond de Middellandse Zee via Frontex drie keer meer mensen en middelen in te zetten, maar die hebben als hoofdtaak om de Europese grenzen gesloten te houden. Zij mogen pas in tweede instantie optreden als redders van drenkelingen.

Hoe de grote stroom aan vluchtelingen te verminderen, is geen gemakkelijke opgave. Maar een humanere oplossing is het beter opvangen van vluchtelingen in de directe regio van hun herkomst. Nederland en Europa kunnen de landen daar veel beter helpen dan ze nu doen. Dat betekent niet alleen meer noodhulp, maar ook structurele of langdurige ondersteuning. De ontwikkelingssamenwerking intensiveren. Zodat de mensen daar meer bestaanszekerheid krijgen.

Daarnaast is ook de houding van Duitsland positiever dan de Nederlandse. Duitsland kijkt vooruit en verwelkomt meer mensen. Zij weten dat deze nieuwkomers vanwege het dalende bevolkingsaantal ook van groot belang gaan worden voor het in stand houden van hun economie.

Nog even terug naar de Nederlandse politiek. We hebben makkelijk praten over de situatie van vluchtelingen vanuit onze in vergelijking probleemloze maatschappij. Vooral Wilders en consorten zetten een grote mond op. Daarbij wakkeren zij met hun xenofobe standpunten de angst aan van burgers door de gevaren te benadrukken en de slachtoffers van diezelfde gevaren over een kam te scheren met de daders.

Het is een verkeerde keuze van VVD en PvdA om mee te gaan in dit angstdenken. Wilders c.s. krijgen daarmee veel te veel hun zin. Het zou onze regeringspartijen sieren om ten minste een humane politiek voor te staan en zich niet te verlagen tot medeplichtigheid aan onmenselijkheid. Politieke partijen moeten die confrontatie durven aan te gaan. En dat geldt ook voor het hardvochtige beleid aan de buitengrenzen van Europa. Net dat onderscheid moet ook de verdediging zijn tegen de PVV. Te gelegener tijd krijgt de kiezer de keuze. Kiezers die er voorstander van zijn om medemensen te veroordelen tot leven in de goot moeten vooral PVV kiezen. Wat mij betreft zijn deze kiezers de politieke paria’s van onze samenleving. Maar geef kiezers die fatsoenlijk, menswaardig beleid ten aanzien van vluchtelingen voorstaan, geen reden om PVV te stemmen, omdat andere partijen in de praktijk tot hetzelfde nijgen.