zaterdag 28 februari 2015

5-3 Café Mondiaal gesprek over Alternatief geld




Persbericht

 
Café Mondiaal, 17de aflevering
Donderdag 5 maart, aanvang 19.30 uur.
Café Pelt, Pancratiusplein 48, Heerlen


Alternatieven voor het betalen met euro’s
Ruilkring LETS-VoorElkaar




Geld is tegenwoordig veruit het belangrijkste betaalmiddel voor producten en diensten. Maar er kleven ook nogal wat nadelen aan. Ons betaalmiddel, de Euro staat onder druk. Er zijn er te veel van en ook weer te weinig. En ze zijn ongelijk verdeeld.
In deze Café Mondiaal stellen we het traditionele geld ter discussie. Dat doen we aan de hand van een recent initiatief: de ruilkring Lets-VoorElkaar. Wat zijn de alternatieven voor de Euro en welke voordelen hebben ze te bieden?

Eind 2014 is de ruilkring LETS-VoorElkaar opgericht. Hun uitgangspunt is dat we door gebruik te maken van elkaars kwaliteiten het leven een stuk gemakkelijker en prettiger kunnen maken. Zij vinden ook dat de geldgerichtheid van het hedendaagse leven ten koste gaat van het sociale aspect. Deelnemers aan de ruilkring letten daar bij het uitwisselen van diensten nog wel op.

Bij het ruilen komt geen geld kijken, de ruilkring werkt met een eigen ruileenheid, de Spark. “De aanbieder en ontvanger komen samen het aantal Sparks overeen dat een dienst waard is. De richtlijn is 12 Sparks voor een uur goed werk. Als je deze hebt verdiend kun je die vervolgens zelf weer gebruiken om te betalen voor een dienst van iemand anders.”

Tijdens deze Café Mondiaal wordt de opzet en de werking van de ruilkring LETS VoorElkaar toegelicht. Maar er is ook ruimte voor discussie over andere initiatieven en mogelijkheden.
Bijvoorbeeld alternatieve betaalmiddelen zoals internetgeld  met als bekendste voorbeeld de Bitcoins. En wellicht is zijn er alternatieven voor de Euro voor de lokale economie van Griekenland?

******************************************************************************************************

Achtergrondinformatie

·         Deze aflevering van Café Mondiaal wordt georganiseerd door de Ruilkring LETS VoorElkaar, een initiatief van Transition Town Parksjtad, in samenwerking met HeerlenMondiaal. De korte inleiding wordt verzorgd door Hans Roumen.

·         Ruilkring LETS VoorElkaar is een internetplatform waarop iedereen in Parkstad zijn diensten kan aanbieden, zie www.letsvoorelkaar.nl

·         Voor meer informatie over de ruilkring LETS  VoorElkaar wordt u verwezen naar de bijlage. U kunt ook terecht bij Hans Roumen of Leo de Groot (contactgegevens zie hieronder).

·         Een onderlegger voor de discussie is het boek ‘Een @nder soort geld, geschreven door Helen Toxopeus, in gesprek met Henk van Arkel van Social Trade Organisation STRO Utrecht.

·         LETS is de afkorting van ‘local exchange trading system’.

Mark Verheijen stapt op na oordeel Integriteitscommissie VVD.




Mark Verheijen stapt op na oordeel Integriteitscommissie VVD.

Provinciaal onderzoek pleitte Mark Verheijen niet vrij.

Mark Verheijen, voormalig gedeputeerde van de VVD in Limburg, is op vrijdag 27 februari opgestapt als Tweede Kamerlid. Het oordeel van de Integriteitscommissie van de VVD over zijn declaraties bij de provincie liet hem geen keus. Zoals vaker wordt gesteld: ‘een beetje integer kan niet’. Het oordeel van de commissie was meer op de politiek ethische kant gericht. Niet de grootte van het vergrijp is doorslaggevend, maar veel meer de beleving van de burger. Het raakt het vertrouwen in de politicus en daarmee de geloofwaardigheid en het niet meer goed kunnen functioneren. En het heeft weer uitstraling op de politieke partij en de politiek over het algemeen.



Op maandag 23 februari jl. was er op aanvraag van de SP en PVV een extra debat van Provinciale Staten van Limburg over het declaratiegedrag van Verheijen. Voor GroenLinks voerde Carla Brugman het woord, maar ik wil (als voorbereiding op mijn toekomstig weer te berichten ‘Vanaf de Zijlijn’) toch wel wat indrukken achterlaten over hoe de provincie met deze aangelegenheid is omgegaan en welke lessen hieruit kunnen worden getrokken.



Vlak voor aanvang van het debat presenteerden Gedeputeerde Staten een onderzoeksrapport, uitgevoerd door het externe bureau Integis. Dit bureau had gecontroleerd of de 10 declaraties waar dagblad NRC over bericht heeft, technisch in orde waren. Op één na bleek dat het geval te zijn.

Maar een conclusie dat ‘het (administratief organisatorisch) systeem omtrent verantwoording over het gebruik van provinciale faciliteiten juist is toegepast’ wil niet zeggen dat er niets aan de hand is. Er wordt alleen geconstateerd dat het procedureel in orde was. Zo heeft de berouwvolle Mark Verheijen zelf aangegeven dat hij voor niet een maar drie foutieve declaraties geld wil terugbetalen.



Het provinciale systeem is gewoon onvoldoende bestand tegen misbruik. Vandaar dat de Commissaris van de Koning Theo Bovens enkele malen benadrukte dat er ook sprake is een eigen verantwoordelijkheid (en daarmee van goeder trouw). Door dit vertrouwen te benadrukken en dat het onderzoek van Integis maar een beperkte reikwijdte had (technische controle), werd eigenlijk impliciet en zonder dit te zeggen, aangegeven dat Mark Verheijen wel onterechte declaraties had gedaan?

Op het declaratieformulier zal ook wel ergens staan: “naar waarheid ingevuld” en “de kosten kunnen niet elders worden gedeclareerd”. Dat laatste kan het geval zijn bij nevenfuncties of uitnodigingen waarbij sprake is van een onkostenvergoeding of waar Verheijen niet als gedeputeerde maar als kandidaat van de VVD verscheen.



Hoewel de conclusie van Gedeputeerde én Provinciale Staten (blijkbaar) was dat het declaratiesysteem geen verandering behoefde, hieronder toch wat aanbevelingen die uit de constateringen van het provinciale onderzoek voortkomen.

Op het declaratieformulier of rittenstaten van de dienstauto dient niet alleen het adres van de bestemming te worden aangegeven en of het ‘zakelijk’ was, maar ook het doel of onderwerp van de reis / bijeenkomst. Nu moet daar zo nodig de agenda naast worden gelegd en dan nog kan deze onvoldoende duidelijkheid geven of de reis echt in het belang van de provincie was. En wat in het belang is van de provincie is ook soms rekbaar uitgelegd.



Er dient een betere controle te komen op de declaraties. Het is blijkbaar niet gebruikelijk dat een ambtenaar declaraties inhoudelijk beoordeeld en de bestuurder daarop kan aanspreken. Een ambtenaar zit hiervoor wellicht ook in een te kwetsbare positie. Ook dit onderzoek, dat op zich niet moeilijk was, werd door het externe en waarschijnlijk dure bureau Integis uitgevoerd en niet door de controller van de provincie zelf.

Dit is ook een kwestie van bestuurscultuur. Want leden van Provinciale Staten worden wél door de griffie gecontroleerd en er worden vragen gesteld als iets niet duidelijk is. Ik kan dit bevestigen omdat ik ook vragen kreeg over het gebruik van mijn treinkaart en de huur van een OV-fiets, want er was die dag geen bijeenkomst van de Staten geweest. Gelukkig kon ik aangeven dat ik die dag fractievoorzitster Carla Brugman had vervangen tijdens een bijeenkomst van het Presidium. Voor Statenleden is er blijkbaar wel een veiligheidsklep.



In de beantwoording gaf de CdK aan dat er wel eens in GS over declaraties of dienstreizen werd gesproken. Maar dit wekte bij mij de indruk dat hier geen regulier onderling overleg over is en of iets kan of niet. De gedeputeerden werken behoorlijk zelfstandig en portefeuille gebonden én zijn behoorlijk reislustig. Het is mijns inziens gewenst dat collegiale GS zich onderling scherp houden op het voorkomen van dit soort gedrag.

Een voorbeeld is een reisje van Mark Verheijen met de dienstauto (met chauffeur) naar Friesland om het skûtjesilen te bezoeken. Hij gaf aan dat het bezoek nuttig was omdat we in Limburg de Maasplassen hebben die recreatief ontwikkelend moeten worden. In Friesland kan je daar kennis en kunde voor opdoen. De Integriteitscommissie was van deze redenering allerminst overtuigd: ze vindt dat Verheijen op z’n minst de schijn heeft gewekt dat hij deze trip onterecht heeft gedeclareerd. En ook dat is een probleem. Een politicus moet dat goed beseffen. Dat kan, net als de andere fouten, in ieder geval niet worden afgedaan als naïviteit.



Dat brengt mij van de technische toetsing naar de morele verantwoordelijkheid. Ik dacht dat we het dure dineren met nog duurdere wijnen met het bedrijfsleven in de vorige eeuw achter ons hadden gelaten. Niet dus. Op 5 juni 2012 heeft in een Chinees restaurant in Amsterdam tijdens een vastgoedbeurs het ‘Roermond – Provincie Limburg diner’ plaatsgevonden. Ja, met de VVD-vriendjes Jos van Rey en projectontwikkelaar Piet van Pol. Hier werd per persoon bijna een fles wijn soldaat gemaakt van € 110 of € 127. De totale rekening bedroeg € 2.631. Deze rekening is door vieren gedeeld: de Provincie Limburg, de gemeente Roermond, de Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg B.V. (waarvan de gemeenten Echt-Susteren, Maasgouw, Roerdalen, Roermond en Leudal de aandeelhouders zijn) en een van de marktpartijen: Van Pol Beheer. De overheid-gelieerde mensen zouden zich moeten schamen deel te nemen aan dit voor driekwart door de overheden betaalde decadente diner. De Integriteitscommissie is hier ook duidelijk over: “Voor een overheid niet te verantwoorden”. En ook als het door het bedrijfsleven was betaald, had dit uit oogpunt van integriteit niet gekund. Er wordt altijd een wederdienst verwacht als men zich laat fêteren.



Ons provinciebestuur heeft de declaraties van het skûtjesilen en de chinees, in tegenstelling tot de Integriteitscommissie, wel goedgekeurd. Naar mijn mening is in dit soort gevallen ook sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van GS. Zij dienen de gedeputeerden er onderling en liefst vooraf op aan te spreken dat dit gedrag (tegenwoordig) grenzen overschrijdt.



Nu de provincie heeft geconcludeerd dat er ‘in overeenstemming met het toetsingskader’ is gedeclareerd, is daarmee het eigen straatje redelijk schoon geveegd. Maar mijns inziens bleef Mark Verheijen bungelen. Dit onder andere vanwege het declareren van kosten die eigenlijk niet voor rekening van de provincie hadden moeten komen, omdat hij deze via de privé nevenfunctie al vergoed heeft gekregen. Voor een slimme vent als Mark Verheijen is het moeilijk te verkopen dat hij dit te goeder trouw heeft gedaan, mede omdat hij toch echt zelf verantwoordelijk is voor zijn declaraties.



De provincie heeft géén oordeel geveld over de morele verantwoordelijkheid en mogelijk dubbele declaraties. Dat zit niet in het systeem. De Integriteitscommissie van de VVD heeft hier wel een eenduidig wel een oordeel over geveld.

Dat dit een interne VVD-commissie is, riep weliswaar vooraf de vraag op of dit onderzoek voldoende onafhankelijk zou zijn, maar de Integriteitscommissie heeft ontegenzeglijk goed werk verricht. Rest de vraag of een intern partijonderzoek in voorkomende gevallen voldoende is omdat deze zaak een veel grotere reikwijdte heeft en in feite heel bestuurlijk Nederland raakt. Het is in ieder geval goed dat Mark Verheijen naar aanleiding van de conclusies van de Integriteitscommissie van de VVD zijn lidmaatschap van de Tweede Kamer heeft opgezegd.



Het onderzoek van de VVD-commissie had overigens ook alleen betrekking op het declaratiegedrag van Mark Verheijen. Het bovenstaande staat los van de aangifte van het Veldense recreatiebedrijf Taurus van ondernemer Wout Heijmans tegen Mark Verheijen wegens corruptie. Verheijen heeft als wethouder de vergunning van Taurus vernietigd voor het bouwen van een bioscoop in het in Venlo opgegane Velden. De Roermondse projectontwikkelaar Piet van Pol (ja, hij weer) mocht vervolgens een bioscoop bouwen in Venlo. Daarbij kocht hij de benodigde gemeentegrond ver onder de taxatiewaarde. (Dat was ook het geval bij het centrumplan van Kerkrade.) Verheijen zou van Pol hebben bevoordeeld, zo is te lezen in het verzoek tot strafvervolging. Van Pol wordt eveneens verdacht van corruptie. En Piet Van Pol heeft € 6.000 gegeven aan de campagnekas van de VVD (Bron o.a. NRC.nl 18-2-15).




Harrie Winteraeken



Bronvermelding: de meeste informatie is afkomstig uit publicaties van Dagblad de Limburger en het Limburger.


donderdag 19 februari 2015

We moeten de arme Griekse bevolking helpen.




De Grieken zijn de laatste jaren zwaar gemangeld. Jarenlang veel meer uitgaven dan inkomsten waardoor de staatsschuld tot enorme hoogte is gestegen. Voor een deel ligt de schuld daarvan bij de achtereenvolgende regeringen (die natuurlijk wel democratisch gekozen zijn). Deels ligt dit aan de Grieken zelf, onder andere vanwege ongebreideld profiteren en een slechte belastingmoraal. De landen van de Eurozone hebben de staatsschuld inmiddels opgekocht, maar daarmee is die slechts verplaatst. De zware bezuinigingen zijn nodig om de leningen op termijn toch terug te kunnen betalen. Maar ze veroorzaakten ook een crisis heel veel slachtoffers. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Grieken voor een radicaal andere koers hebben gekozen.

Een aantal van de hierna genoemde maatregelen is de laatste jaren al in gang gezet, maar waarschijnlijk nog onvoldoende. Deze nieuwe regering moet beslissingen nemen die meer in het voordeel zijn van de arme kant van de Griekse samenleving. Zo is het ten eerste nodig dat de vriendjespolitiek en baantjescultuur in bestuur en ambtenarij verder afgebouwd worden. Daartegenover moet de overheid efficiënter en doeltreffender worden.
Ten tweede moet de belastinginning verder worden verbeterd. Het is aan de socialisten toevertrouwd dat dit een progressief belastingstelsel wordt. Net als in de meeste landen van Europa moet kapitaal (fors) worden belast, ook toegepast op in het buitenland gestald geld. Zwart geld moet worden opgespoord, vooral bij de rijke Grieken.

De schuldeisers van de Eurozone kunnen de rente op de leningen aan Griekenland verlagen. Op dit moment is de rente van de Europese Centrale Bank 0.05 %. Als Griekenland minder rente moet betalen, kan het meer aflossen.
De ECB gaat de komende tijd € 1.140 miljard in de Europese economie pompen vooral door staatsleningen op te kopen. In feite zetten ze de geldpers aan. Het zou goed zijn dat de ECB Griekse schulden koopt bij de diverse Europese landen, waaronder Duitsland en Nederland. Daarmee helpt de ECB de landen van de Eurozone rechtstreeks hun eigen staatsschuld te verminderen. En omdat het ‘gratis geld’ is,  doet het de ECB geen pijn en kunnen ze ook coulanter naar Griekenland zijn.

Een belangrijke optie is dat de Grieken een tweede munteenheid krijgen naast de Euro: een nieuwe Drachme voor de binnenlandse economie van producten en diensten. Griekenland zal daarbij meer zelfvoorzienend moeten worden, zeker wat basisvoorzieningen betreft. Onder eigen verantwoordelijkheid kunnen ze hun land zelf weer opbouwen. Euro’s zijn en blijven nodig voor de meest noodzakelijke importen. En die producten zullen in Griekenland fors duurder worden. Want die nieuwe Drachme is ten opzichte van de Euro minder waard. Misschien is nog een aanvullend hulpprogramma nodig voor voedsel en medicijnen. De wel noodzakelijke Euro’s kunnen worden verdiend door export van Griekse producten (die goedkoper worden) en het toerisme. Een deel kan dan worden gebruikt voor de aflossing van de immense schuldenberg.

Hulp aan Griekenland lijkt niet alleen voor de Grieken geboden, het is ook eigenbelang. Een totale Grexit zal in de rest van Europa grote gevolgen hebben. En uit geopolitieke overwegingen is het  beter dat Euro-Europa de Grieken helpt dan dat Vladimir Poetin’s Rusland dat doet en daarmee Griekenland aan de leiband krijgt.

Ps.: dit artikel is ‘voor de helft’ gepubliceerd op de opiniepagina in de regionale dagbladen Limburgs Dagblad en Dagblad de Limburger op 19 februari 2015 onder de titel: “Help toch die arme Grieken”.  

maandag 16 februari 2015

MVO met Azerbeidzjan? Vragen GroenLinks, antwoorden GS en mijn reactie hierop.




Maatschappelijk verantwoord ondernemen met Azerbeidzjan?

Onze regionale kranten berichten op 29 december 2014 dat onze Provincie Limburg economische contacten aanknoopt met Azerbeidzjan. Zie mijn bijdrage van 5 januari 2015 op mijn blog hieronder.

De vragen van GroenLinks, de antwoorden van Gedeputeerde Staten en mijn reactie daarop.

De fractie van GroenLinks heeft naar aanleiding van dit bericht in de regionale kranten op 7 januari 2015 vragen aan Gedeputeerde Staten van Limburg gesteld. Deze vragen zijn op 4 februari beantwoord. Op deze vragen heb ik weer gereageerd.

Vraag 1.
Wil de provincie bij haar contacten in Azerbeidzjan ook deze delen (internationale component) van MVO ten volle respecteren en de partners in deze landen in volle openheid vragen of zij MVO ook volledig onderschrijven? En wil de provincie dat ook (laten) controleren?
Antwoord
Het belang van genoemde componenten worden door de Provincie onderschreven maar zij is niet voornemens deze in andere landen waaronder Azerbeidzjan te (laten) controleren omdat dit buiten haar verantwoordelijkheid valt. Verheugend is wel dat volgens de Amerikaanse Kamer van Koophandel in Azerbeidzjan, MVO in dat land een onderdeel aan het worden is van de basis principes van beleid en management standaarden.
Reactie
In de krant werd gesteld: “Op ons niveau kunnen we een heel praktische bijdrage leveren door de economische banden aan te halen en die banden te gebruiken om maatschappelijk verantwoord ondernemen uit te laten dragen door onze ondernemers”. Ten opzichte van het gestelde in het krantenartikel maakt de provincie een terugtrekkende beweging.
Als de provincie contacten onderhoudt of promoot met partners waar het MVO nog onvoldoende ontwikkeld is, dan is het mede de eigen verantwoordelijkheid van de provincie om deze aspecten mee te nemen in deze contacten. Doet men dit niet dan wordt men als het ware medeplichtig omdat deze contacten de bestaande situatie op zijn minst in stand laten.
Gezien het antwoord dat MVO in ontwikkeling is, zou mee reden voor de provincie moeten zijn om de initiatieven aldaar te ondersteunen door deze in de handelsbetrekkingen voorkeur te geven.

Vraag 2
ln onze import en export geldt vanzelfsprekend ook het naleven van de standaarden die hier al als wet of afspraak gelden. Denk daarbij bv. aan import en export van (kippen)vlees met ten minste één ster. Kan het college een overzicht geven van de beoogde contacten, zodat al een eerste oordeel kan worden gegeven of MVO in alle facetten wordt nageleefd?
Antwoord
De beoogde contacten zijn gericht op Triple Helix partners in Azerbeidzjan als counterpart voor de Triple Helix stakeholders in Limburg en het omringende gebied. Meer concreet gaat het om bedrijven, opleidingsinstituten en overheden waaronder Ministeries.
Reactie
‘Triple Helix’ (samenwerking bedrijfsleven – kennisinstituten – overheden) kan op zich goed dienen als voorbeeld voor verdere uitwerking in handelsrelaties en innovaties in andere economische (productie) takken.
Vooral de contacten met overheden van Azerbeidzjan kunnen worden gebruikt om verbeteringen van tekortkomingen van die overheden op het gebied van MVO en mensenrechten als randvoorwaarde voor deze contacten te bevorderen.

Vraag 3
Wil het college met een voorstel komen voor een algemene beleidsregel voor het toepassen van MVO bij alle externe contacten?
Antwoord
Een regionale overheid gaat niet over MVO-regels/richtlijnen, zodat het niet voor de hand ligt dat de Provincie dit gaat opstellen nog los van de praktische uitvoerbaarheid.
Reactie
GS hebben de vraag overduidelijk niet begrepen. Natuurlijk gaat een regionale overheid niet over MVO-regels/richtlijnen. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) heeft in nauwe afstemming met het bedrijfsleven, vakbonden en maatschappelijke organisaties richtlijnen voor MVO opgesteld. Het is vooral nodig dat deze algemene OESO-richtlijnen worden uitgewerkt in een provinciale beleidsregel én dat deze beleidsregel ook door de provincie wordt toegepast bij alle externe contacten.

Het is van belang dat de provincie beter doordrongen wordt van de uitgangspunten van het Maatschappelijke Verantwoord Ondernemen bij het onderhouden van contacten en handelsbevordering. Het is gepast dat bij de volgende coalitieonderhandelingen een paragraaf wordt opgenomen dat GS dit het komende jaar uitwerken. Als voorbeeld mag hier de gemeente Heerlen dienen, waar het beleid ten aanzien van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in de steigers is gezet (dit met medewerking van HeerlenMondiaal). Maar ook hier draaien de molens te langzaam en wordt het hoog tijd dat hier het beleid MVO spoedig wordt vastgesteld.

Harrie Winteraeken
Voorzitter HeerlenMondiaal
Lid Provinciale Staten van Limburg voor GroenLinks