zondag 17 mei 2015

Energiepolitiek: complex, veel dilemma's en tegengestelde belangen


Energiepolitiek

Café Mondiaal van 7 mei 2015 had als thema ‘Energiepolitiek’. Het wordt daar ‘politiek’ genoemd omdat er vaak sprake is van politieke keuzes. Het onderstaande is voortgekomen uit de inleiding voor deze Café Mondiaal.

Energiegebruik

We gebruiken allemaal veel energie, vaak zonder daar verder over na te denken. Over het algemeen gebruiken we vooral elektriciteit, gas en brandstof voor onze mobiliteit. We tanken waarbij we vooral oog hebben voor de literprijs en niet de vele honderden liters fossiele brandstof die we jaarlijks gebruiken.

We gebruiken gas voor verwarming, warm water en om te koken en elektriciteit voor talrijke apparaten. Stroom wordt weer gemaakt vanuit diverse energiebronnen. De belangrijkste bronnen van elektriciteit zijn: aardgas, aardolie, steenkool, kernenergie, windmolens, zonnepanelen en waterkracht. Daar wisselen de onderlinge verhoudingen  van deze bronnen in de tijd. Over lange perioden: steenkool – aardgas – kernenergie – weer steenkool.  Maar ook dagelijks: in de ochtend- en avondpiek en bijvoorbeeld afhankelijk van zon en wind.

We zijn aan energie verslaafd. Wij kunnen niet zonder. Onze maatschappij kan niet zonder. Maar aan elk van deze energiebronnen zijn voor- en nadelen verbonden.

Energie- en geopolitiek

Voor het gebruik van energie kan men persoonlijk keuzes maken. Maar het is ook een belangrijk politiek onderwerp. Bijvoorbeeld aardgas: het gebruik en de export van aardgas zijn een belangrijke bron van inkomsten van onze staat: de aardgasbaten. Maar aardbevingen in Groningen zijn de keerzijde. En als men de aardbevingen wil verminderen dan blijkt dat we de gaskraan niet zo gemakkelijk kunnen dichtdraaien.

Want waar moeten we dan voor kiezen? Aardgas uit Rusland? En daarmee president Vladimir Poetin meer macht geven? Zoals hij Oekraïne aan een gasinfuus heeft dat hij naar believen open en dicht draait.

Duitsland sluit zijn kernenergiecentrales, Japan heropent weer twee kerncentrales. In België zijn ze zo verouderd dat ze vanzelf de geest geven. Frankrijk gaat onverstoorbaar verder? Momenteel wordt daar 75 % van de elektriciteit uit kernenergie gewonnen. Minister Ségolène Royal bereidt echter een wet voor: kernenergie naar 50 % en meer duurzame energie. Bijvoorbeeld windmolens op termijn 40 %? Maar er is veel weerstand

Zo kan in Spanje meer zonne-energie worden opgewekt, bijvoorbeeld voor Frankrijk. Maar Frankrijk wil geen elektriciteitskabels over de Pyreneeën.

Europese Unie streeft naar een Energie Unie of op zijn minst meer samenwerking. Nu doet ieder land wat men daar het beste vind. Echter, alle landen hebben hun doelstelling voor een bepaald percentage duurzame energie. Niet iedereen moet het wiel opnieuw uitvinden, maar doen waar iedereen goed in is. Bijvoorbeeld het zuiden meer zon en het noorden meer wind.

Er is een plan voor een groot elektriciteitskabelnetwerk voor heel Europa. Maar ook hier zijn er hobbels en die zijn groter dan dat dorpen in Duitsland protesteren tegen de aanleg van een ondergrondse elektriciteitskabel. Wat te doen met de kolencentrales die momenteel op volle toeren draaien omdat steenkool en bruinkool erg goedkoop zijn. Er dreigt overproductie. Omdat er bijna geen stroom kan worden opgeslagen, wil Duitsland graag verkopen. De prijs bij piekproductie daalt tot negatief: Duitsland wil geld toegeven als elektriciteit de grens over mag worden getransporteerd.  

Weinig transparant is de rol van de energiegiganten. De oliemaatschappijen? Shell in Nigeria? De elektriciteitsmaatschappijen: Bv. Essent promoot groene stroom maar bouwt ook een steenkoolcentrales in Eemshaven. Een moderne gascentrale in Maasbracht wordt na een dure renovatie gesloten. Hoe zit het met moederbedrijf RWE met bruinkoolcentrales? Beetje klem tussen oud en nieuw zitten ze wel.

De EU wil ook een gezamenlijk beleid en samen inkopen. Zo kan ook meer tegenmacht worden geboden tegen Rusland. Voorstander zijn Oost-Europese landen die tot 100 % afhankelijk zijn van Russisch gas. Tegenstander is Nederland dat liever vrije markt wil.

Aardolie is al veel besproken. Zo is aardolie ook een bron van oorlogen – vooral in het Midden-Oosten. Moeten we aardolie kopen uit Saoedi Arabië, Irak en/of Iran? Mogen we blij zijn met de recente nucleair akkoord met Iran over de ontwikkeling van kernenergie? Is Iran daarmee geen ‘schurkenstaat’ meer?

De klimaatverandering:

Bij verbranding van veel brandstoffen kom t CO2 (koolzuurgas) vrij. CO2 is naast CH4 het belangrijkste broeikasgas. En broeikasgassen zorgen in onze atmosfeer voor minder uitstraling van warmte, waardoor de aarde opwarmt. Bij fossiele brandstoffen (aardolie, aardgas en steenkool) is het oude CO2 die vrijkomt. Oude CO2 is vastgelegd bij het ontstaan van deze brandstoffen ver terug in de geologische geschiedenis van deze aarde. Bij brandstoffen zoals biogas of hout, die ontstaan uit recent vastgelegde CO2, is er geen sprake van toevoeging van CO2 aan het ‘systeem Aarde’. 

We kennen de verwachting dat fossiele brandstoffen langzaam maar zeker opraken. (Peak Oil – we naderen het punt dat de maximaal mogelijke olieproductie is bereikt). Maar de zoektocht naar nieuwe winvelden van fossiele brandstoffen gaat door, bijna met manisch fanatisme,, bijvoorbeeld richting Noordpool. En er hebben zich alternatieven voor olie aangediend: bijvoorbeeld schaliegas is in de Verenigde Staten van Noord-Amerika een realiteit. En steenkool is er nog erg veel.

Dus ondanks mogelijke schaarste in de toekomst is fossiele brandstof (olie en steenkool) op het ogenblik erg goedkoop. Dat is positief voor onze economie en negatief voor ons klimaat. En als wij zuinig aan doen, zorgen dan de ‘nieuwe wereldmachten’ China, India en Brazilië wel voor verder toename van het gebruik van fossiele brandstoffen en daarmee een onomkeerbare toevoer van broeikasgassen? En gunnen we de arme kant van onze wereld ook meer energie om hun welvaart te vergroten?

Energiebesparing

Aan ons grote energiegebruik valt nogal wat te verbeteren. Dicht bij huis heeft ieder individu de mogelijkheid om wat keuzes te maken. Bijvoorbeeld minder autorijden, of zelfs geen auto meer. Keuzes van veel individuen hebben weer op grotere schaal invloed. En dus gebeurt er ook het een en ander. Maar veranderingen gaan vaak langzaam, zeg gerust maar moeizaam, vooral omdat we vast zitten aan bestaande structuren.

Vergelijk het met de wens om het transportmiddel ‘trein’ uit het eerste deel van de 19e eeuw te vernieuwen. Je zit aan de rails vast. Net zoals we ‘vastzitten’ aan gasleidingen. Auto’s worden zuiniger, maar het blijven auto’s. Ze gaan 10 jaar en langer mee. Hybride auto’s? Ze zijn er nu zo tien jaar. Een hybride auto die zelf zijn stroom opwekt is weliswaar per km wat zuiniger, maar de elektriciteit is omgezette fossiele brandstof en dus is de CO2-productie amper lager. Pas jaren later kunnen hybride auto’s ook stroom uit een stopcontact halen. Maar gebruikt men hierbij geen groene stroom en men telt ook de energie nodig voor de productie van de batterijen, dan maakt de totale uitstoot van deze milieuvriendelijke auto amper verschil in CO2 uitstoot. Het verschil is pas de moeite waard als de auto volledig elektrisch is en ook nog geheel op groene stroom rijdt.
Is waterstof voor autobrandstof een alternatief? Auto’s op aardgas of vloeibaar petroleumgas (LPG) zijn wat luchtvervuiling betreft schoner, maar ook dat zijn fossiele brandstoffen.

Als we kijken naar ons energiegebruik in onze woonhuizen, dan is hier wel een aanzienlijke verbeterslag gaande. Huizen worden in toenemende mate geïsoleerd. Nieuwe voorbeelden en technieken worden geïntroduceerd in de Wijk van Morgen op Bedrijventerrein Avantis, deels ook al in de praktijk gebracht bij woningverbeteringen in de Kerkraadse buurt Spekholzerheide.

Duurzame energiebronnen?

Maar hoe moet het dan wel? Iedereen weet het. Er is eigenlijk geen alternatief. We moeten naar veel meer gebruik van duurzame energiebronnen. Dat zijn bronnen die niet voortkomen uit fossiele brandstof, maar passen in een korte kringloop: zon en wind, bio-energie, waterkracht. Maar hoe komen we er? Kunnen naast de energiebesparing de alternatieve, duurzame energiebronnen werkelijk een belangrijke rol van betekenis spelen?

Zonnepanelen zijn gemakkelijk plaatsbaar op daken en een enkel veld. Maar de energieproductie is nogal wispelturig met ons weer, ze doen ‘t ’s nachts niet en in de winter maar heel matig. Als er een bijna-zonsverduistering optreedt, draaien de energiecentrales weer.

Toenemend is de productie van biogas uit organische stof. Dat is geen probleem als die organische stof afkomstig is afvalstoffen zoals snoeihout of zuiveringsslib van rioolwater. Maar bij de schijt van varkens en kippen is er al sprake van een grote verplaatsing van organische stof over de wereld omdat die dieren worden gevoerd met graan, cassave, sojabonen en dergelijke.  Die landbouwgrond kan beter gebruikt worden om de mensen aldaar te voeden. Hetzelfde gebeurt in toenemende mate hier. Maïs wordt niet meer geteeld voor veevoer maar voor de biovergasser. Hetzelfde geldt voor koolzaad voor de productie van biodiesel.

Maar voor biodiesel wordt ook weer veel palmolie gebruikt. Ethanol wordt gemaakt uit suikerriet? De toenemende honger naar biobrandstoffen wordt vooral ook aangewakkerd door de verplichting om deze brandstoffen bij te mengen bij gewone diesel. Op zich natuurlijk aardig om zo het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen, maar we komen hiermee van de regen in de drup. In nogal wat landen wordt ongerepte natuur waaronder tropisch regenwoud gekapt om aan de toenemende behoefte aan biodiesel te voldoen. 

Als alternatief kunnen we meer witte steenkool winnen: elektriciteit uit stromend water. Maar in ons landschap is dat een druppel op een gloeiende plaat. Misschien zijn er wat meer mogelijkheden met getijdenstroming? En hoe lukt dat met turbines die geen massa’s vis slachten?

Dat brengt ons bij een energie-neutrale samenleving? Een nobel streven. Nederland streeft tegenwoordig naar de afgezwakte doelstelling van slechts 14 % duurzame energie in 2020. We zitten nu nog niet op de helft.

En nu weten we al niet meer waar we een windmolen moeten plaatsen omdat ie ook hinderlijk geluid maakt en hinderlijke schaduwwerking heeft, of niet mooi staat aan de horizon. Misschien helpen collectieven van burgers bij de bouw en exploitatie van windmolens? Als een windmolen in de buurt staat, dan hebben zij niet alleen de nadelen maar ook de financiële voordelen. Dat maakt een windmolen wellicht acceptabeler. Voor de boer die ‘m plaatst op zijn land, is het overigens een goudmijn door de kleine oppervlakte heel duur te verpachten.

Afsluitend de algemene vraag: “Hoe krijgen we de wereld zover dat deze duurzame bronnen substantieel en effectief worden in de ongelijke strijd tegen goedkope energiebronnen zoals schaliegas, steenkool, kernenergie en minder wordende olie- en gasvoorraden? En met de overheersende politieke en maatschappelijke tegenkrachten de duurzame energierevolutie tegenhouden of op z’n minst sterk vertragen?”

Uit het voorgaande blijkt dat ‘energiepolitiek’ een zeer veelzijdig en complex onderwerp is met veel dilemma’s en tegenstrijdige belangen. Het voorgaande betoog bestaat vooral uit ‘losse gedachten’ die hier worden aangestipt maar ook elk weer een discussie op zich zijn.

Geen opmerkingen: