zaterdag 9 mei 2015

Verkiezingen Groot Brittannië: de minderheid gaat regeren


Minderheid gaat Groot Brittannië regeren.

De verkiezingen van afgelopen donderdag 7 maart in Groot Brittannië hebben een grote aardverschuiving veroorzaakt. De Conservatieve partij heeft de absolute meerderheid verworven met 331 van de 650 zetels in het Lagerhuis. Dat is bijna 51 % van de zetels. De oorzaak van de grote winst is gelegen in het districtenstelsel en minder in de feitelijke aantallen kiezers. Heel het Verenigd Koninkrijk is onderverdeeld in 650 (kleine) districten. De kandidaat die in zijn district de meeste stemmen haalt wint de Lagerhuiszetel. Alle andere stemmen gaan verloren.

Zo halen de Conservatieven de absolute meerderheid met slechts 36,9 % van de stemmen.  Het directe draagvlak van de nieuwe regering van minister-president David Cameron is dus bij aanvang al ver onder de 50 %. De oppositie weet dus dat 63,1 % van de kiezers achter hen staat (maar niet achter de twee partijen zelf). Het mag dan in GB met weinig partijen gemakkelijker zijn om een kabinet te vormen, in Nederland heeft een kabinet wel een echte meerderheid van de kiezers achter zich staan.

In het Lagerhuis is dat niet terug te vinden. Labour mag nog niet klagen. De partij haalt dik 30 % van de stemmen en 232 zetels.  De Schotse Nationale partij doet het (alleen) goed in Schotland en haalt 56 van de 59 beschikbare zetels. Dat is 81 % van de zetels. Zo’n percentage stemmen zullen ze ook in Schotland niet gehaald hebben.

Partij
Percentage kiezers
Aantal zetels
Percentage zetels
Conservatieven
36,9
331
50,1
Labour
30,4
232
35,6
Schotse Nationale Partij
 
56
8,6
Liberaal - Democraten
 
8
1,2
De Anti-Europapartij UKIP
12,9
1
0,015
De groene partij
5
1
0,015

Nog veel desastreuzer hebben de verkiezingen uitgepakt voor de kleinere partijen. Volgens een gewone deling van het aantal stemmen door het aantal zetels zou de kiesdeler ± 34.000 stemmen zijn. De Groenen zouden zo met ruim 1,1 miljoen en bijna 5 % stemmen 34 zetels hebben gehad.  Nog erger is dit voor de Anti-Europapartij. Beide partijen hebben één zetel. Daarbij komt dat de kiezer natuurlijk weet dat kleinere partijen weinig kans hebben om districten te winnen. Hierdoor is de kans groot dat veel kiezers pragmatisch op een grote partij stemmen, om zo de kans te vergroten dat hun stem niet verloren gaat. Het politieke draagvlak van de Groene Partij in GB is dus wellicht nog groter dan die 5 %.

Het districtenstelsel heeft als voordeel dat er een goede verdeling is van vertegenwoordigers over het hele land. Je weet wie je in het parlement vertegenwoordigd, misschien ken je haar of hem wel persoonlijk. Maar het gaat in de politiek niet op de eerste plaats om de persoon, maar om wat hij/zij stemt in het Lagerhuis / Tweede Kamer. Als je eigen ’vertegenwoordiger’ continue anders stemt dan dat je politieke visie is, dan voel je je niet echt vertegenwoordigd. Vergelijk het met PVV-bolwerk Heerlen. Ik kan niet zeggen dat ik me goed politiek vertegenwoordigd zou voelen door die politieke charlatan Dion Graus van de PVV.

 

Ieder land heeft zijn eigen vorm van democratie. Duitsland heeft een combinatie van een 5 % ondergrens, gecombineerd met een personenstelsel. Wij hebben gewoon evenredige vertegenwoordiging. Er is in toenemende mate kritiek op het Britse districtenstelsel. Maar het zal niet snel veranderen. De regerende partij heeft er (altijd) van geprofiteerd en zal niet gauw verandering bepleiten. Dat geldt ook voor de winnaars van de volgende verkiezingen.

 

Geen opmerkingen: