donderdag 19 februari 2015

We moeten de arme Griekse bevolking helpen.




De Grieken zijn de laatste jaren zwaar gemangeld. Jarenlang veel meer uitgaven dan inkomsten waardoor de staatsschuld tot enorme hoogte is gestegen. Voor een deel ligt de schuld daarvan bij de achtereenvolgende regeringen (die natuurlijk wel democratisch gekozen zijn). Deels ligt dit aan de Grieken zelf, onder andere vanwege ongebreideld profiteren en een slechte belastingmoraal. De landen van de Eurozone hebben de staatsschuld inmiddels opgekocht, maar daarmee is die slechts verplaatst. De zware bezuinigingen zijn nodig om de leningen op termijn toch terug te kunnen betalen. Maar ze veroorzaakten ook een crisis heel veel slachtoffers. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Grieken voor een radicaal andere koers hebben gekozen.

Een aantal van de hierna genoemde maatregelen is de laatste jaren al in gang gezet, maar waarschijnlijk nog onvoldoende. Deze nieuwe regering moet beslissingen nemen die meer in het voordeel zijn van de arme kant van de Griekse samenleving. Zo is het ten eerste nodig dat de vriendjespolitiek en baantjescultuur in bestuur en ambtenarij verder afgebouwd worden. Daartegenover moet de overheid efficiënter en doeltreffender worden.
Ten tweede moet de belastinginning verder worden verbeterd. Het is aan de socialisten toevertrouwd dat dit een progressief belastingstelsel wordt. Net als in de meeste landen van Europa moet kapitaal (fors) worden belast, ook toegepast op in het buitenland gestald geld. Zwart geld moet worden opgespoord, vooral bij de rijke Grieken.

De schuldeisers van de Eurozone kunnen de rente op de leningen aan Griekenland verlagen. Op dit moment is de rente van de Europese Centrale Bank 0.05 %. Als Griekenland minder rente moet betalen, kan het meer aflossen.
De ECB gaat de komende tijd € 1.140 miljard in de Europese economie pompen vooral door staatsleningen op te kopen. In feite zetten ze de geldpers aan. Het zou goed zijn dat de ECB Griekse schulden koopt bij de diverse Europese landen, waaronder Duitsland en Nederland. Daarmee helpt de ECB de landen van de Eurozone rechtstreeks hun eigen staatsschuld te verminderen. En omdat het ‘gratis geld’ is,  doet het de ECB geen pijn en kunnen ze ook coulanter naar Griekenland zijn.

Een belangrijke optie is dat de Grieken een tweede munteenheid krijgen naast de Euro: een nieuwe Drachme voor de binnenlandse economie van producten en diensten. Griekenland zal daarbij meer zelfvoorzienend moeten worden, zeker wat basisvoorzieningen betreft. Onder eigen verantwoordelijkheid kunnen ze hun land zelf weer opbouwen. Euro’s zijn en blijven nodig voor de meest noodzakelijke importen. En die producten zullen in Griekenland fors duurder worden. Want die nieuwe Drachme is ten opzichte van de Euro minder waard. Misschien is nog een aanvullend hulpprogramma nodig voor voedsel en medicijnen. De wel noodzakelijke Euro’s kunnen worden verdiend door export van Griekse producten (die goedkoper worden) en het toerisme. Een deel kan dan worden gebruikt voor de aflossing van de immense schuldenberg.

Hulp aan Griekenland lijkt niet alleen voor de Grieken geboden, het is ook eigenbelang. Een totale Grexit zal in de rest van Europa grote gevolgen hebben. En uit geopolitieke overwegingen is het  beter dat Euro-Europa de Grieken helpt dan dat Vladimir Poetin’s Rusland dat doet en daarmee Griekenland aan de leiband krijgt.

Ps.: dit artikel is ‘voor de helft’ gepubliceerd op de opiniepagina in de regionale dagbladen Limburgs Dagblad en Dagblad de Limburger op 19 februari 2015 onder de titel: “Help toch die arme Grieken”.  

Geen opmerkingen: