Nieuwe werkgroep Millenniumdoelen?
Heerlen heeft zich tot doel gesteld Millenniumgemeente te worden. Daar heb ik al eerder over bericht (zie Vanaf de Zijlijn nr. 9 11-8 en het bericht op mijn weblog van 18 november 2008). Voor een deel ligt de uitvoering op het bordje van de gemeente. De gemeente zal zich dan ook spoedig bij de Vereniging Nederlandse Gemeenten aanmelden.
Maar de inhoud moet nog gestalte krijgen. Daarover heeft op 21 november een gesprek plaatsgevonden tussen wethouder Peter van Zutphen plus enkele ambtenaren en enkele vertegenwoordigers van HeerlenMondiaal. Duidelijk is dat het gaat over twee sporen: acties en activiteiten van de gemeente zelf én gericht op bewustwording van de Heerlense bevolking. In beide gevallen wil de gemeente HeerlenMondiaal ‘inzetten’. (Zelden zo’n complimenteuze peptalk van Peter van Zutphen gehoord.)
De gemeente kan zelf weinig menskracht vrijmaken. Peter van Zutphen ziet dan ook graag dat HeerlenMondiaal met initiatieven komt en daarmee rechtstreeks de verschillende ambtelijke diensten benadert. Er komt wel een algemeen ambtelijk aanspreekpunt, maar verder geen ambtelijke werkgroepen of andere bureaucratie. HeerlenMondiaal mag min of meer aangeven of de gemeente doet wat de gemeente moet doen. En suggesties en voorstellen doen. De verschillende afdelingen zullen wel beoordelen of het haalbaar is. Deze werkwijze is voor HeerlenMondiaal nieuw en moet zich nog bewijzen. We hebben toegezegd het een jaar te proberen.
Inmiddels hebben we ook al een uitnodiging gekregen om mee te denken over het klimaatbeleid. Dit heeft natuurlijk ook zijn verwevenheid met de Millenniumdoelen.
Het tweede spoor is wat meer bekend terrein: bewustwording creëren en activiteiten bevorderen over de Millenniumdoelen. Dat hoort tot de hoofdtaken van HeerlenMondiaal. De gemeente stelt daarvoor voor 6 jaar € 3.000 ter beschikking. Het is niet de bedoeling dat daarvoor goede doelen worden gezocht, maar dat er hier in Heerlen acties en activiteiten mee worden ondersteund op het gebied van tenminste een van de Millenniumdoelen. Die kunnen op zich wel fondswerving beogen, maar het gemeentelijk geld is dan ondersteunend of onkosten drukkend.
We hebben wel nog aangegeven dat de bron van de nu bedoelde gelden al bestemd was voor projecten die samenhangen met de koffieacties die een werkgroep van HeerlenMondiaal dit jaar heeft georganiseerd. Daar bleek van gemeentezijde nooit een beslissing over te zijn genomen, maar er zijn wel duidelijke toezeggingen gedaan. Peter van Zutphen heeft toegezegd dat nog te laten onderzoeken en hierover alsnog een beslissing te nemen. Die wachten we dan af.
HeerlenMondiaal gaat een werkgroep in het leven roepen die invulling gaat geven aan beide sporen. Dan doen we niet alleen omdat HeerlenMondiaal eigenlijk hiervoor onvoldoende menskracht heeft. Minstens zo belangrijk is dat er nieuwe mensen aan dit nieuwe thema gaan werken. Dat brengt wellicht ook nieuwe ideeën met zich mee.
Hoewel de voorbereiding nog moet plaatsvinden, nu al een aankondiging voor een discussieavond over Heerlen Millenniumgemeente; en wel op donderdag 5 maart 2009 om 19.30 uur in de grote zaal van de Luciushof (Centrum voor Diversiteit), Putgraaf 3 in Heerlen. Dan zullen inhoud en organisatie weer wat meer gestalte moeten krijgen.
S.v.p van te voren even aanmelden bij Wim van Kempen, secretaris van HeerlenMondiaal, tel.nr. 5722505 of e-mailadres: wimvankempen@kpnplanet.nl.
dinsdag 23 december 2008
maandag 22 december 2008
Nederland schendt op grote schaal mensenrechten.
Nederland schendt op grote schaal mensenrechten.
Onlangs kreeg ik het verzoek om de hieronder beschreven website en de bijbehorende petitie onder de aandacht te brengen: http://www.tekenvoorrechtvaardigheidinnederland.nl/
Deze website is het initiatief van een groep geboren en getogen Nederlanders. Gewoon particulieren, die opkomen voor een rechtvaardige behandeling van iedereen in Nederland, zonder een groep uit te sluiten. Het gaat hier om een grote groep vluchtelingen, die allen het artikel 1F (verdacht van oorlogsmisdaden) tegengeworpen hebben gekregen, uitsluitend op basis van een collectief kenmerk en vermoedens waarvan men vindt dat die niet bewezen hoeven te worden. Nederland staat hierin compleet alleen. De landen om ons heen (inclusief grote landen als Engeland en Frankrijk) hebben slechts enkele 1F verdachten. Nederland op dit moment zo'n 900!
De petitie vraagt de leden van de Tweede Kamer om bij het beleid uit te gaan van het standpunt van het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten inzake de toepassing van artikel 1F.
Voor meer informatie kunt u vanzelfsprekend terecht op deze website.
Onlangs kreeg ik het verzoek om de hieronder beschreven website en de bijbehorende petitie onder de aandacht te brengen: http://www.tekenvoorrechtvaardigheidinnederland.nl/
Deze website is het initiatief van een groep geboren en getogen Nederlanders. Gewoon particulieren, die opkomen voor een rechtvaardige behandeling van iedereen in Nederland, zonder een groep uit te sluiten. Het gaat hier om een grote groep vluchtelingen, die allen het artikel 1F (verdacht van oorlogsmisdaden) tegengeworpen hebben gekregen, uitsluitend op basis van een collectief kenmerk en vermoedens waarvan men vindt dat die niet bewezen hoeven te worden. Nederland staat hierin compleet alleen. De landen om ons heen (inclusief grote landen als Engeland en Frankrijk) hebben slechts enkele 1F verdachten. Nederland op dit moment zo'n 900!
De petitie vraagt de leden van de Tweede Kamer om bij het beleid uit te gaan van het standpunt van het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten inzake de toepassing van artikel 1F.
Voor meer informatie kunt u vanzelfsprekend terecht op deze website.
Informatiebijeenkomst ‘Na het Generaal Pardon’
Per 1 januari 2009 eindigt de regeling van het Generaal Pardon. Door gebruik te maken van deze regeling kunnen ruim 27.000 vluchtelingen na jarenlange onzekerheid een bestaan opbouwen in Nederland.
Toch is het niet allemaal positief. Veel vluchtelingen voldoen niet aan de criteria om te mogen blijven. Zo weigert de IND regelmatig een verblijfsvergunning aan mensen die in lange jaren van wachten een poosje in het buitenland zijn geweest. Als men niet voldoet dan moet men terugkeren naar eigen land. Het betreft regelmatig gezinnen, die worden verscheurd of waarvan de kinderen hier geboren en getogen zijn. En vaak is het zeer onzeker of men wel welkom is in het land van herkomst.
Op dinsdag 13 januari 2009 organiseert de stichting Noodopvang Parkstad samen met de Stichting Noodfonds Zuid-Limburg en Vluchtalarm Maastricht een informatieavond met als thema ‘Na het Generaal Pardon’. Op die avond zal Rian Ederveen van de Stichting LOS uit Utrecht een lezing houden over de stand van zaken rondom de zogenaamde grensgevallen van het Generaal Pardon. Tevens zal er een DVD vertoond worden die speciaal gemaakt is ter gelegenheid van vijfjarig bestaand van de Stichting Noodopvang Parkstad. De avond vindt plaats in het Luciushof, Putgraaf 3, Heerlen – Centrum en begint om 20.00 uur. Vanaf 19.30 uur is de zaal open.
Toch is het niet allemaal positief. Veel vluchtelingen voldoen niet aan de criteria om te mogen blijven. Zo weigert de IND regelmatig een verblijfsvergunning aan mensen die in lange jaren van wachten een poosje in het buitenland zijn geweest. Als men niet voldoet dan moet men terugkeren naar eigen land. Het betreft regelmatig gezinnen, die worden verscheurd of waarvan de kinderen hier geboren en getogen zijn. En vaak is het zeer onzeker of men wel welkom is in het land van herkomst.
Op dinsdag 13 januari 2009 organiseert de stichting Noodopvang Parkstad samen met de Stichting Noodfonds Zuid-Limburg en Vluchtalarm Maastricht een informatieavond met als thema ‘Na het Generaal Pardon’. Op die avond zal Rian Ederveen van de Stichting LOS uit Utrecht een lezing houden over de stand van zaken rondom de zogenaamde grensgevallen van het Generaal Pardon. Tevens zal er een DVD vertoond worden die speciaal gemaakt is ter gelegenheid van vijfjarig bestaand van de Stichting Noodopvang Parkstad. De avond vindt plaats in het Luciushof, Putgraaf 3, Heerlen – Centrum en begint om 20.00 uur. Vanaf 19.30 uur is de zaal open.
woensdag 17 december 2008
Economische crisis is bezinning van de consument
Economische crisis is bezinning van ‘de consument’
Het nieuws staat bol van de berichtgeving over de economische crisis, de kredietcrisis, de beurscrisis, de instortende economie, een zware recessie enz. Daarbij worden vaak termen gebruikt in de overtreffende trap alsof deze crisis in de geschiedenis zijn weerga niet kent. Al lopen bij veel bedrijven de orderportefeuilles sterk terug, is dit alleszeggend?
Het Centraal Planbureau leverde onlangs nog voorspellingen die niet zo zwaar lijken tegen te vallen. De teruggang van de economie zou het komende jaar 0,75 % zijn, tot maximaal 2 % in het donkerste scenario. Dat betekent dat laten we zeggen 99 % van onze totale economische omzet gehandhaafd blijft. Een omzet die dus vergelijkbaar is met een jaartje of wat geleden dus. En dat was weer een tijd dat iedereen over onze economie juichte.
Natuurlijk zijn de vooruitzichten somber, maar voor een belangrijk deel praten we ons deze crisis ook aan. Voor een deel doordat enkele sectoren of bedrijven die in zwaar weer zijn beland, uitvergroot het nieuws beheersen. Maar wat nu gebeurt, is waarschijnlijk een versterking van wat toch al noodzakelijk plaats zou moeten vinden: een grote omwenteling voor een groot aantal economische (productie) sectoren. De markt gaat zich verduurzamen?
Een van de belangrijkste redenen dat deze omwenteling ook versneld gebeurt, is dat de consument zich aan het bezinnen is. Anderen noemen het een koperstaking. Nu is ‘de consument’ natuurlijk een diffuus begrip, maar ik gebruik het voor een grote groep met een gemiddeld koopgedrag. Dit betoog gaat dus niet in op grote de groepen mensen die bijvoorbeeld op de armoedegrens leven, een forse inkomensachteruitgang kennen of hun beleggingsverlies niet kunnen dekken. Stuk voor stuk groepen die wel terecht om aandacht vragen.
Opvallend voor deze herbezinning is dat dit niet primair voortvloeit uit geldgebrek van de gemiddelde consument. Zo te horen is er geld genoeg beschikbaar in onze maatschappij. Volgend jaar zal zelfs de gemiddelde koopkracht toenemen. Maar de consument pakt blijkbaar signalen op, zoals hogere voedselprijzen en energieprijzen, en vertaalt deze naar min of meer collectief handelen. Denk daarbij aan wachten met dure aankopen of een nieuw huis. Voor een deel kan er ook gewacht worden. Als het overgrote deel van de Nederlandse bevolking redelijk goed woont, dan hoeft er ook niet veel verhuisd te worden. Maar ook over het algemeen is de consument zich aan het bezinnen en maakt daarbij een pas op de plaats. Voor mij zijn dit herkenbare uitgangspunten die al eerder, begin jaren 80, zijn geformuleerd bij de ‘Economie van het genoeg’. Wat blijkt is dat de bezinning van de consument heel wat krachtiger is dan menig overheidsgestuurde ontwikkeling.
Deze bezinning van de consument moet ook een bezinning worden voor de gehele productieve economie. De centrale vraag moet zijn: “Produceer ik nog het meest nuttige, het meest gevraagde? Of is dat wat ik maak of verhandel eigenlijk verouderd, niet meer van deze tijd?”
Een voorbeeld is de vliegindustrie en vooral de vakantiesector. Als optimist denk ik dat naast de hoge brandstofprijzen de vliegtax zijn werk begint te doen. Er wordt minder gevlogen en dat is uit oogpunt van milieu en energiegebruik dringend nodig. Natuurlijk klagen de economische sectoren die van veel vliegen afhankelijk zijn, hier steen en been over. Maar als men minder uitgeeft aan vliegvakanties, dan geeft men bijvoorbeeld meer geld uit aan vakanties in eigen land of aan andere zaken. De ene economische tak lijdt en de andere groeit. Het gemiddelde is niet eens zo negatief voorspelt het CPB.
Als tweede voorbeeld de auto-industrie. De consument heeft deze zomer het signaal gekregen van de dure benzineprijzen. En zijn reactie is hard en wellicht ook doeltreffend. Eerst nog eens goed nadenken voordat een nieuwe auto wordt gekocht. De oude gaat immers best nog wel een poosje mee. De productie van auto’s stagneert meteen, want grote voorraden aanleggen, is natuurlijk ook een groot risico. De takken van de auto-industrie die technisch ouderwetse auto’s en vooral benzineslurpers maken, krijgen de grootste klappen. Het jarenlang treuzelen van de auto-industrie bij het maken van zuinige modellen, en de sussende rol van de overheid door strengere vervuilingsnormen keer op keer te vertragen, wordt nu door de consument afgestraft. Enkele ‘Japanners’ hebben het zien aankomen en hebben een enorme voorsprong.
Of ‘oude’ producenten deze bedrijfscrisis zullen overleven, is echt de vraag. Ze staan voor de zeer zware opgave hun productie grotendeels te moeten omgooien. In het verleden (denk aan verouderde staalindustrie, textielindustrie enz.) betekende een dergelijke omwenteling sluiting en elders de productie op een goedkopere of modernere wijze voortzetten.
Welke steun dient de overheid te geven aan deze megaherstructurering? Deze crisis is in feite een roep om innovatie en verduurzaming, een groene en solidaire economie. Het heeft dan ook geen zin om oude industrieën te helpen zich in stand te houden. Hoogstens, als er daadwerkelijk perspectief is, zouden er subsidies kunnen worden gegeven voor vernieuwing en verduurzaming van hun productieprocessen. Anderen zullen het waarschijnlijk beter kunnen en dus het gat in de markt weer vullen. De sectoren en bedrijven die de omwenteling willen en kunnen, de maatschappelijk verantwoorde ondernemingen en de producenten van duurzame producten, die verdienen steun van de overheid. En iedereen die goede producten maakt, verdient ook de steun van de consument. Want daar is markt voor.
Maar hoe kan Nederland of Europa dat voor elkaar krijgen in een wereldeconomie? Vuile productieprocessen dreigen te worden verplaatst en dan los je niets op. Op 12 december kwamen de Europese regeringsleiders bij elkaar voor een nieuw klimaatplan. Minder CO2 produceren is het devies. Op het verplaatsen van productie kan maar op een manier worden gereageerd: door eisen te stellen aan de producten die je koopt. Europa is een van de grootste consumenten op de wereldmarkt. Europa kan eisen dat de producten voldoen aan de daaraan te stellen duurzaamheidseisen. Een keurmerk, anders komen ze niet op onze markt.
Dit is helemaal niets nieuws. Een auto die niet aan de hoge veiligheidseisen voldoet, mag hier niet op de weg. Als producten zijn behandeld met ontoelaatbare bestrijdingsmiddelen, dan worden ze teruggestuurd. Over het algemeen betekent dit dat aan te importeren producten dezelfde productie-eisen worden gesteld als aan de eigen producten. Ook elders gemaakte producten moeten voldoen aan milieuvoorschriften, duurzaam geproduceerd zijn, weinig CO2 – uitstoot hebben, enz. Denk bijvoorbeeld ook aan duurzaam geproduceerd tropisch harthout. Als men de politieke wil heeft, dan wordt er geen boom meer zonder duurzaamheids certificaat gekapt voor de Europese markt. Voor een deel zal de Europese economie hier ook weer van profiteren, maar het zal ook een geweldige impuls zijn voor die economieën in ontwikkelingslanden die wel duurzaam voor onze economie willen produceren.
Mijn algemene conclusie is dat het goed is dat ‘de consument’ zich aan het bezinnen is. Wellicht treedt een verschuiving op van jachtige en materialistische overconsumptie naar een meer duurzaam consumptiepatroon. Want dat is maatschappelijk, ecologisch en economisch nodig en de Kersttijd biedt daarvoor een goede gelegenheid.
14 december 2008
Harrie Winteraeken
Dit artikel is voor ongeveer de helft gepubliceerd in beide regionale dagbladen op de opiniepagina op 17 december 2008.
Het nieuws staat bol van de berichtgeving over de economische crisis, de kredietcrisis, de beurscrisis, de instortende economie, een zware recessie enz. Daarbij worden vaak termen gebruikt in de overtreffende trap alsof deze crisis in de geschiedenis zijn weerga niet kent. Al lopen bij veel bedrijven de orderportefeuilles sterk terug, is dit alleszeggend?
Het Centraal Planbureau leverde onlangs nog voorspellingen die niet zo zwaar lijken tegen te vallen. De teruggang van de economie zou het komende jaar 0,75 % zijn, tot maximaal 2 % in het donkerste scenario. Dat betekent dat laten we zeggen 99 % van onze totale economische omzet gehandhaafd blijft. Een omzet die dus vergelijkbaar is met een jaartje of wat geleden dus. En dat was weer een tijd dat iedereen over onze economie juichte.
Natuurlijk zijn de vooruitzichten somber, maar voor een belangrijk deel praten we ons deze crisis ook aan. Voor een deel doordat enkele sectoren of bedrijven die in zwaar weer zijn beland, uitvergroot het nieuws beheersen. Maar wat nu gebeurt, is waarschijnlijk een versterking van wat toch al noodzakelijk plaats zou moeten vinden: een grote omwenteling voor een groot aantal economische (productie) sectoren. De markt gaat zich verduurzamen?
Een van de belangrijkste redenen dat deze omwenteling ook versneld gebeurt, is dat de consument zich aan het bezinnen is. Anderen noemen het een koperstaking. Nu is ‘de consument’ natuurlijk een diffuus begrip, maar ik gebruik het voor een grote groep met een gemiddeld koopgedrag. Dit betoog gaat dus niet in op grote de groepen mensen die bijvoorbeeld op de armoedegrens leven, een forse inkomensachteruitgang kennen of hun beleggingsverlies niet kunnen dekken. Stuk voor stuk groepen die wel terecht om aandacht vragen.
Opvallend voor deze herbezinning is dat dit niet primair voortvloeit uit geldgebrek van de gemiddelde consument. Zo te horen is er geld genoeg beschikbaar in onze maatschappij. Volgend jaar zal zelfs de gemiddelde koopkracht toenemen. Maar de consument pakt blijkbaar signalen op, zoals hogere voedselprijzen en energieprijzen, en vertaalt deze naar min of meer collectief handelen. Denk daarbij aan wachten met dure aankopen of een nieuw huis. Voor een deel kan er ook gewacht worden. Als het overgrote deel van de Nederlandse bevolking redelijk goed woont, dan hoeft er ook niet veel verhuisd te worden. Maar ook over het algemeen is de consument zich aan het bezinnen en maakt daarbij een pas op de plaats. Voor mij zijn dit herkenbare uitgangspunten die al eerder, begin jaren 80, zijn geformuleerd bij de ‘Economie van het genoeg’. Wat blijkt is dat de bezinning van de consument heel wat krachtiger is dan menig overheidsgestuurde ontwikkeling.
Deze bezinning van de consument moet ook een bezinning worden voor de gehele productieve economie. De centrale vraag moet zijn: “Produceer ik nog het meest nuttige, het meest gevraagde? Of is dat wat ik maak of verhandel eigenlijk verouderd, niet meer van deze tijd?”
Een voorbeeld is de vliegindustrie en vooral de vakantiesector. Als optimist denk ik dat naast de hoge brandstofprijzen de vliegtax zijn werk begint te doen. Er wordt minder gevlogen en dat is uit oogpunt van milieu en energiegebruik dringend nodig. Natuurlijk klagen de economische sectoren die van veel vliegen afhankelijk zijn, hier steen en been over. Maar als men minder uitgeeft aan vliegvakanties, dan geeft men bijvoorbeeld meer geld uit aan vakanties in eigen land of aan andere zaken. De ene economische tak lijdt en de andere groeit. Het gemiddelde is niet eens zo negatief voorspelt het CPB.
Als tweede voorbeeld de auto-industrie. De consument heeft deze zomer het signaal gekregen van de dure benzineprijzen. En zijn reactie is hard en wellicht ook doeltreffend. Eerst nog eens goed nadenken voordat een nieuwe auto wordt gekocht. De oude gaat immers best nog wel een poosje mee. De productie van auto’s stagneert meteen, want grote voorraden aanleggen, is natuurlijk ook een groot risico. De takken van de auto-industrie die technisch ouderwetse auto’s en vooral benzineslurpers maken, krijgen de grootste klappen. Het jarenlang treuzelen van de auto-industrie bij het maken van zuinige modellen, en de sussende rol van de overheid door strengere vervuilingsnormen keer op keer te vertragen, wordt nu door de consument afgestraft. Enkele ‘Japanners’ hebben het zien aankomen en hebben een enorme voorsprong.
Of ‘oude’ producenten deze bedrijfscrisis zullen overleven, is echt de vraag. Ze staan voor de zeer zware opgave hun productie grotendeels te moeten omgooien. In het verleden (denk aan verouderde staalindustrie, textielindustrie enz.) betekende een dergelijke omwenteling sluiting en elders de productie op een goedkopere of modernere wijze voortzetten.
Welke steun dient de overheid te geven aan deze megaherstructurering? Deze crisis is in feite een roep om innovatie en verduurzaming, een groene en solidaire economie. Het heeft dan ook geen zin om oude industrieën te helpen zich in stand te houden. Hoogstens, als er daadwerkelijk perspectief is, zouden er subsidies kunnen worden gegeven voor vernieuwing en verduurzaming van hun productieprocessen. Anderen zullen het waarschijnlijk beter kunnen en dus het gat in de markt weer vullen. De sectoren en bedrijven die de omwenteling willen en kunnen, de maatschappelijk verantwoorde ondernemingen en de producenten van duurzame producten, die verdienen steun van de overheid. En iedereen die goede producten maakt, verdient ook de steun van de consument. Want daar is markt voor.
Maar hoe kan Nederland of Europa dat voor elkaar krijgen in een wereldeconomie? Vuile productieprocessen dreigen te worden verplaatst en dan los je niets op. Op 12 december kwamen de Europese regeringsleiders bij elkaar voor een nieuw klimaatplan. Minder CO2 produceren is het devies. Op het verplaatsen van productie kan maar op een manier worden gereageerd: door eisen te stellen aan de producten die je koopt. Europa is een van de grootste consumenten op de wereldmarkt. Europa kan eisen dat de producten voldoen aan de daaraan te stellen duurzaamheidseisen. Een keurmerk, anders komen ze niet op onze markt.
Dit is helemaal niets nieuws. Een auto die niet aan de hoge veiligheidseisen voldoet, mag hier niet op de weg. Als producten zijn behandeld met ontoelaatbare bestrijdingsmiddelen, dan worden ze teruggestuurd. Over het algemeen betekent dit dat aan te importeren producten dezelfde productie-eisen worden gesteld als aan de eigen producten. Ook elders gemaakte producten moeten voldoen aan milieuvoorschriften, duurzaam geproduceerd zijn, weinig CO2 – uitstoot hebben, enz. Denk bijvoorbeeld ook aan duurzaam geproduceerd tropisch harthout. Als men de politieke wil heeft, dan wordt er geen boom meer zonder duurzaamheids certificaat gekapt voor de Europese markt. Voor een deel zal de Europese economie hier ook weer van profiteren, maar het zal ook een geweldige impuls zijn voor die economieën in ontwikkelingslanden die wel duurzaam voor onze economie willen produceren.
Mijn algemene conclusie is dat het goed is dat ‘de consument’ zich aan het bezinnen is. Wellicht treedt een verschuiving op van jachtige en materialistische overconsumptie naar een meer duurzaam consumptiepatroon. Want dat is maatschappelijk, ecologisch en economisch nodig en de Kersttijd biedt daarvoor een goede gelegenheid.
14 december 2008
Harrie Winteraeken
Dit artikel is voor ongeveer de helft gepubliceerd in beide regionale dagbladen op de opiniepagina op 17 december 2008.
zaterdag 13 december 2008
In goede herinnering: Mohamed Ben Moussa
Mohamed Ben Moussa is vanaf 1994 t/m 2005 actief geweest voor GroenLinks in Heerlen. De eerste vier jaar als fractieassistent en vanaf 1998 als raadslid. De eerste jaren van zijn raadslidmaatschap was hij naast de wethouder enig raadslid. En dat bij aanvang in een 19 – 18 meerderheid. Die tijd was politiek niet eenvoudig, zeker niet voor een beginnend raadslid, maar wel moedig van hem. Vanaf oktober 2000, toen wethouder Paul Simons was afgetreden, heb ik hem vergezeld. In december 2005 verliet hij de GroenLinks fractie en sloot zich aan bij Leefbaar Heerlen. Daarvoor is hij ook deze periode raadslid geworden. Mohamed is altijd met voorkeurstemmen gekozen geworden, waarbij mag worden aangenomen dat hij veel stemmen kreeg vanuit de Marokkaanse gemeenschap.
Tot zijn vertrek is hij altijd een heel loyaal GroenLinks raadslid geweest. Hij werkte onopvallend, was zeker geen dossiervreter maar oordeelde met zijn hart. Binnen de fractie stelde hij zich bescheiden op. Maar als hij twijfelde of een andere mening had, liet hij van zich horen. Mohamed was een fijne collega, aimabel, een politieke vriend.
Toen GroenLinks in Heerlen in 2006 de gemeenteraadsfractie wilde vernieuwen en hem geen plaats op de kandidatenlijst meer aanbod, heeft hij terecht gekozen voor zijn natuurlijke achterban. Hij is immers ook toen weer gekozen met voorkeurstemmen.
Hoewel zijn werk voor GroenLinks belangrijk was, betekende hij wellicht nog meer voor de Marokkaanse gemeenschap in Heerlen. Mohamed was een van de weinige allochtone raadsleden. Hij was daarmee een bruggenbouwer. Veelal achter de schermen was hij de stem voor veel allochtonen en probeerde hij hun belangen te behartigen. Men was trots op hem, maar er waren ook hoge verwachtingen. Zijn bijdrage aan de integratie en aan onze multiculturele samenleving is groot, vooral ook omdat hij altijd werkzaam is geweest daar waar culturen elkaar raken en overlappen. Dat was al het geval via zijn werk indertijd bij de Limburgse Immigratie Stichting (later Symbiose), maar ook via zijn bestuurslidmaatschap van de Heerlense Moskee Nour.
Mohamed is op 10 december op 65 jarige leeftijd plotseling overleden. Maar die leeftijd gaf je ‘m niet. Hij was voor mij een stuk jonger. Mohamed was een gelovig mens. Moge hij bij Allah rust en vrede vinden.
Harrie Winteraeken.
Tot zijn vertrek is hij altijd een heel loyaal GroenLinks raadslid geweest. Hij werkte onopvallend, was zeker geen dossiervreter maar oordeelde met zijn hart. Binnen de fractie stelde hij zich bescheiden op. Maar als hij twijfelde of een andere mening had, liet hij van zich horen. Mohamed was een fijne collega, aimabel, een politieke vriend.
Toen GroenLinks in Heerlen in 2006 de gemeenteraadsfractie wilde vernieuwen en hem geen plaats op de kandidatenlijst meer aanbod, heeft hij terecht gekozen voor zijn natuurlijke achterban. Hij is immers ook toen weer gekozen met voorkeurstemmen.
Hoewel zijn werk voor GroenLinks belangrijk was, betekende hij wellicht nog meer voor de Marokkaanse gemeenschap in Heerlen. Mohamed was een van de weinige allochtone raadsleden. Hij was daarmee een bruggenbouwer. Veelal achter de schermen was hij de stem voor veel allochtonen en probeerde hij hun belangen te behartigen. Men was trots op hem, maar er waren ook hoge verwachtingen. Zijn bijdrage aan de integratie en aan onze multiculturele samenleving is groot, vooral ook omdat hij altijd werkzaam is geweest daar waar culturen elkaar raken en overlappen. Dat was al het geval via zijn werk indertijd bij de Limburgse Immigratie Stichting (later Symbiose), maar ook via zijn bestuurslidmaatschap van de Heerlense Moskee Nour.
Mohamed is op 10 december op 65 jarige leeftijd plotseling overleden. Maar die leeftijd gaf je ‘m niet. Hij was voor mij een stuk jonger. Mohamed was een gelovig mens. Moge hij bij Allah rust en vrede vinden.
Harrie Winteraeken.
zondag 7 december 2008
10 december Mensenrechtendag
Fakkeloptocht Vlammen voor de Vrijheid
10 december is Mensenrechtendag. En dit jaar een bijzondere. Dit jaar is het 60 jaar geleden dat de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens door de Verenigde Naties werd aangenomen.
In Heerlen wordt dat gevierd met een Fakkeloptocht. Die start om 17.00 uur op het Stationsplein op de kop van de Saroleastraat. Aansluitend is er een sobere maaltijd in het Centrum voor Diversiteit en organiseert het Solidariteit Comité Afghanistan – Nederland (SCAN) een informatieavond.
Rondom 60 jaar Mensenrechten organiseert Amnesty International ook een actie voor drie voorvechters van de mensenrechtenbeweging in Iran, Zimbabwe en Myanmar. Er zijn in die landen maar weinig mensen zo dapper zoals zij: de helden die vechten voor de mensenrechten en tegen onrecht en onderdrukking. Handvat voor hun idealen is de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Zij dienen ook als voorbeeld voor mensenrechtenactivisten in veel andere landen op deze wereld waar mensenrechten nog gruwelijk geschonden worden.
Zie hiervoor de speciale website van AI: www.vlammenvoordevrijheid.nl
10 december is Mensenrechtendag. En dit jaar een bijzondere. Dit jaar is het 60 jaar geleden dat de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens door de Verenigde Naties werd aangenomen.
In Heerlen wordt dat gevierd met een Fakkeloptocht. Die start om 17.00 uur op het Stationsplein op de kop van de Saroleastraat. Aansluitend is er een sobere maaltijd in het Centrum voor Diversiteit en organiseert het Solidariteit Comité Afghanistan – Nederland (SCAN) een informatieavond.
Rondom 60 jaar Mensenrechten organiseert Amnesty International ook een actie voor drie voorvechters van de mensenrechtenbeweging in Iran, Zimbabwe en Myanmar. Er zijn in die landen maar weinig mensen zo dapper zoals zij: de helden die vechten voor de mensenrechten en tegen onrecht en onderdrukking. Handvat voor hun idealen is de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Zij dienen ook als voorbeeld voor mensenrechtenactivisten in veel andere landen op deze wereld waar mensenrechten nog gruwelijk geschonden worden.
Zie hiervoor de speciale website van AI: www.vlammenvoordevrijheid.nl
Waterschapsbestuur is voldoende democratisch gelegitimeerd?
Waterschapsbestuur is voldoende democratisch gelegitimeerd?
Nu de verkiezingen achter de rug zijn en de uitslag bekend is, zijn de kruitdampen nog niet helemaal opgetrokken. Een aantal aspecten van deze verkiezingen is nogal discutabel. Over de hoge kosten van deze verkiezingen en het hoge aantal foutieve en daarmee ongeldige stemmen (11 % van het aantal uitgebrachte stemmen), wil ik het nu niet hebben. Maar een eenvoudigere en meer transparante manier van stemmen zal zeker moeten worden ontwikkeld.
Ik wil nog wat kanttekeningen maken bij de opkomst. Ik neem daarbij het Waterschap Roer en Overmaas als uitgangspunt, maar de redenering is waarschijnlijk brede toepasbaar.
De opkomst bij WRO is 23,6 % (inclusief de ongeldige stemmen). Dat lijkt natuurlijk erg weinig maar het is ook geen reden om je uit democratisch oogpunt grote zorgen over te maken. Een aantal mensen zal mijn navolgende redenering misschien wat laconiek vinden, maar er zit zeker een kern van waarheid in. Ten eerste krijgt het waterschap met deze verkiezingen een democratisch gekozen bestuur en dat is de hoofddoelstelling van deze verkiezingen. Ook denk ik dat het waterschap hiermee een redelijk evenwichtig bestuur krijgt waarvan de verhoudingen in de buurt zullen zijn van de verhoudingen als dat er twee of drie keer zoveel mensen zouden gaan stemmen. Het mag tenminste worden beschouwd als een representatieve enquête?
En op zich komen er volksvertegenwoordigers te zitten met een fatsoenlijk kiezersmandaat. Daarvoor de volgende vergelijking: De opkomst in Zuid- en Midden-Limburg betekent 124.728 geldige stemmen (bijna 600.000 stemgerechtigden). Omdat er 16 zetels te verdelen zijn, betekent dat gemiddeld bijna 7.800 per zetel.
Vergelijk dat eens met de onbetwiste gemeenteraad van Heerlen (zo’n 90.000 inwoners)? Daarvoor is de kiesdeler in 2006 bij een opkomstpercentage van 53,6 % 1.068 stemmen per zetel. De waterschapsbestuurder heeft dus gemiddeld meer dan 7 maal zo veel stemmen gekregen.
Daarbij komt dat de raadsleden van Heerlen met zijn allen moeten beslissen over het gehele beleid van een stad met een begroting van bijna € 300 miljoen die bijna 3,5 keer groter is dan de € 85 miljoen die het waterschap jaarlijks verspijkert (inclusief het Zuid-Limburgse deel van het Waterschapsbedrijf Limburg). Waterschapsbestuurders hebben dus een veel forser mandaat voor een relatief beperkte bestuurstaak dan menig gemeenteraadslid.
Ik vind dat gezien de omvang van de taakstelling van het bestuur de democratische vertegenwoordiging en dus de democratische legitimatie van het bestuur bij het waterschap voldoende is geborgd. En verder hoop ik dat de burger / kiezer zich de komende jaren ook niet veel zorgen hoeft te maken over de taakuitoefening van het waterschap. Ik neem aan dat dit bij kwalitatief goede bestuurders in goede handen is. Want ook hier heeft de kiezer altijd gelijk?
1 december 2008
Nu de verkiezingen achter de rug zijn en de uitslag bekend is, zijn de kruitdampen nog niet helemaal opgetrokken. Een aantal aspecten van deze verkiezingen is nogal discutabel. Over de hoge kosten van deze verkiezingen en het hoge aantal foutieve en daarmee ongeldige stemmen (11 % van het aantal uitgebrachte stemmen), wil ik het nu niet hebben. Maar een eenvoudigere en meer transparante manier van stemmen zal zeker moeten worden ontwikkeld.
Ik wil nog wat kanttekeningen maken bij de opkomst. Ik neem daarbij het Waterschap Roer en Overmaas als uitgangspunt, maar de redenering is waarschijnlijk brede toepasbaar.
De opkomst bij WRO is 23,6 % (inclusief de ongeldige stemmen). Dat lijkt natuurlijk erg weinig maar het is ook geen reden om je uit democratisch oogpunt grote zorgen over te maken. Een aantal mensen zal mijn navolgende redenering misschien wat laconiek vinden, maar er zit zeker een kern van waarheid in. Ten eerste krijgt het waterschap met deze verkiezingen een democratisch gekozen bestuur en dat is de hoofddoelstelling van deze verkiezingen. Ook denk ik dat het waterschap hiermee een redelijk evenwichtig bestuur krijgt waarvan de verhoudingen in de buurt zullen zijn van de verhoudingen als dat er twee of drie keer zoveel mensen zouden gaan stemmen. Het mag tenminste worden beschouwd als een representatieve enquête?
En op zich komen er volksvertegenwoordigers te zitten met een fatsoenlijk kiezersmandaat. Daarvoor de volgende vergelijking: De opkomst in Zuid- en Midden-Limburg betekent 124.728 geldige stemmen (bijna 600.000 stemgerechtigden). Omdat er 16 zetels te verdelen zijn, betekent dat gemiddeld bijna 7.800 per zetel.
Vergelijk dat eens met de onbetwiste gemeenteraad van Heerlen (zo’n 90.000 inwoners)? Daarvoor is de kiesdeler in 2006 bij een opkomstpercentage van 53,6 % 1.068 stemmen per zetel. De waterschapsbestuurder heeft dus gemiddeld meer dan 7 maal zo veel stemmen gekregen.
Daarbij komt dat de raadsleden van Heerlen met zijn allen moeten beslissen over het gehele beleid van een stad met een begroting van bijna € 300 miljoen die bijna 3,5 keer groter is dan de € 85 miljoen die het waterschap jaarlijks verspijkert (inclusief het Zuid-Limburgse deel van het Waterschapsbedrijf Limburg). Waterschapsbestuurders hebben dus een veel forser mandaat voor een relatief beperkte bestuurstaak dan menig gemeenteraadslid.
Ik vind dat gezien de omvang van de taakstelling van het bestuur de democratische vertegenwoordiging en dus de democratische legitimatie van het bestuur bij het waterschap voldoende is geborgd. En verder hoop ik dat de burger / kiezer zich de komende jaren ook niet veel zorgen hoeft te maken over de taakuitoefening van het waterschap. Ik neem aan dat dit bij kwalitatief goede bestuurders in goede handen is. Want ook hier heeft de kiezer altijd gelijk?
1 december 2008
Abonneren op:
Posts (Atom)