Waterschapsbestuur is voldoende democratisch gelegitimeerd?
Nu de verkiezingen achter de rug zijn en de uitslag bekend is, zijn de kruitdampen nog niet helemaal opgetrokken. Een aantal aspecten van deze verkiezingen is nogal discutabel. Over de hoge kosten van deze verkiezingen en het hoge aantal foutieve en daarmee ongeldige stemmen (11 % van het aantal uitgebrachte stemmen), wil ik het nu niet hebben. Maar een eenvoudigere en meer transparante manier van stemmen zal zeker moeten worden ontwikkeld.
Ik wil nog wat kanttekeningen maken bij de opkomst. Ik neem daarbij het Waterschap Roer en Overmaas als uitgangspunt, maar de redenering is waarschijnlijk brede toepasbaar.
De opkomst bij WRO is 23,6 % (inclusief de ongeldige stemmen). Dat lijkt natuurlijk erg weinig maar het is ook geen reden om je uit democratisch oogpunt grote zorgen over te maken. Een aantal mensen zal mijn navolgende redenering misschien wat laconiek vinden, maar er zit zeker een kern van waarheid in. Ten eerste krijgt het waterschap met deze verkiezingen een democratisch gekozen bestuur en dat is de hoofddoelstelling van deze verkiezingen. Ook denk ik dat het waterschap hiermee een redelijk evenwichtig bestuur krijgt waarvan de verhoudingen in de buurt zullen zijn van de verhoudingen als dat er twee of drie keer zoveel mensen zouden gaan stemmen. Het mag tenminste worden beschouwd als een representatieve enquĂȘte?
En op zich komen er volksvertegenwoordigers te zitten met een fatsoenlijk kiezersmandaat. Daarvoor de volgende vergelijking: De opkomst in Zuid- en Midden-Limburg betekent 124.728 geldige stemmen (bijna 600.000 stemgerechtigden). Omdat er 16 zetels te verdelen zijn, betekent dat gemiddeld bijna 7.800 per zetel.
Vergelijk dat eens met de onbetwiste gemeenteraad van Heerlen (zo’n 90.000 inwoners)? Daarvoor is de kiesdeler in 2006 bij een opkomstpercentage van 53,6 % 1.068 stemmen per zetel. De waterschapsbestuurder heeft dus gemiddeld meer dan 7 maal zo veel stemmen gekregen.
Daarbij komt dat de raadsleden van Heerlen met zijn allen moeten beslissen over het gehele beleid van een stad met een begroting van bijna € 300 miljoen die bijna 3,5 keer groter is dan de € 85 miljoen die het waterschap jaarlijks verspijkert (inclusief het Zuid-Limburgse deel van het Waterschapsbedrijf Limburg). Waterschapsbestuurders hebben dus een veel forser mandaat voor een relatief beperkte bestuurstaak dan menig gemeenteraadslid.
Ik vind dat gezien de omvang van de taakstelling van het bestuur de democratische vertegenwoordiging en dus de democratische legitimatie van het bestuur bij het waterschap voldoende is geborgd. En verder hoop ik dat de burger / kiezer zich de komende jaren ook niet veel zorgen hoeft te maken over de taakuitoefening van het waterschap. Ik neem aan dat dit bij kwalitatief goede bestuurders in goede handen is. Want ook hier heeft de kiezer altijd gelijk?
1 december 2008
Geen opmerkingen:
Een reactie posten