Vergroening
van belasting moet belangrijke prikkel zijn voor duurzamer handelen.
De laatste
grote politieke operatie van het kabinet van VVD en PvdA is een
belastinghervorming. Die is niet zo zeer aan regels gebonden maar wel uitermate
geschikt om politieke doelen mee te bereiken. En dus zet ik graag een aantal
punten op een rijtje waar deze belastinghervorming volgens mij aan zou moeten
voldoen.
Een
belangrijk doel van nogal wat partijen is belastingverlaging. Daar is zo’n € 5
miljard voor beschikbaar. Door de economische crisis hebben ‘de mensen’
behoorlijk moeten inleveren aan koopkracht. En dus zal netto meer in de beurs
door veel mensen worden toegejuicht.
Maar hoever
reikt de solidariteit? Er zijn door de bezuinigingen van de laatste jaren nogal
wat mensen meer dan gemiddeld slachtoffer geworden. Ook is er fors op
natuurontwikkeling bezuinigd. Er zou op de eerste plaats overwogen moeten
worden om een substantieel deel van het geld dat nu ‘over’ is, ingezet wordt om
de pijn van de recente bezuinigingen te verzachten.
Ik denk
daarbij ook vooral aan armoedebestrijding. De laatste jaren hebben de mensen
met lage inkomens in verhouding meer ingeleverd. En de voedselbanken kunnen het
werk niet meer aan. Ik vind dat met deze ombuigingen op de eerste plaats de
mensen die het het hardst nodig hebben, ook het meest moeten kunnen profiteren.
En ik vind dat ook de Rijksambtenaren na vier jaar weer recht hebben op een
redelijke cao.
Het Rijk
heeft in gedachte dat de gemeenten meer belasting moeten kunnen heffen. Dit
deels om de bezuinigingen die werden ingeboekt bij de drie grote
decentralisaties in de zorg, te kunnen compenseren. De indirecte belastingverlaging
bij het Rijk gaat dus gepaard met een belastingverhoging bij de gemeentes. Met
dergelijke ombuigingen schiet je als burger natuurlijk niets op. Maar politici
trekken blijkbaar graag zo’n façade op.
Een ander
doel is dat het allemaal eenvoudiger dient te worden. Nu is het zo dat nogal
wat regels ingewikkeld geworden zijn, ook omdat we met meer gevallen of
situaties rekening willen houden. Bij vereenvoudigen wordt het wel meer
eenheid, waar minderheidsgroepen slachtoffer van kunnen worden. Die
slachtoffers mogen natuurlijk niet tot je de primaire politieke doelgroep
horen.
En nu volgen
nog een aantal inhoudelijke doelen die met belastingombuigingen kunnen worden
bereikt of gestimuleerd. De economie en de werkgelegenheid moeten er door
groeien. Dat wordt waarschijnlijk door iedereen onderschreven. Een belangrijk
middel hiervoor is dat de belasting op arbeid wordt verlaagd. Als de loonkosten
omlaag gaan, dan worden producten en diensten goedkoper en zal er ook meer
worden verkocht. Ook de concurrentiepositie met het buitenland neemt toe en dus
de mogelijkheden voor export. Natuurlijk hebben ‘lageloonlanden’ een grote
‘voorsprong’, maar werknemers daar hebben ook recht op meer welvaart en
tenminste ‘loon naar werken’. Hier zijn duidelijk tendensen waarneembaar dat de
‘maakindustrie’ weer meer levensvatbaar wordt.
Echter,
loonkosten verlagen betekent bij gelijkblijvende overheidsuitgaven, (nog meer
bezuinigen wil eigenlijk niemand meer), dat de Staat elders de inkomsten moet
verhogen. De eerste uitgelekte voorstellen hiervoor zijn in dit verband
uitermate onbeholpen. Met wil de Belasting Toegevoegde Waarde (BTW) van vrij
veel diensten van het lage 6 % naar het hoge 21 %-niveau brengen. Hierbij moet
worden gedacht aan de horeca, kappers, fietsenmakers, boeken en kranten, enz. Dit
is natuurlijk tegenstrijdig aan het willen stimuleren van deze meestal
arbeidsintensieve bedrijfstakken. Dat gaat werkgelegenheid kosten in plaats van
opleveren. De BTW-verhoging zou ook van toepassing worden op het openbaar
vervoer. Dat is natuurlijk niet acceptabel als je het gebruik van het openbaar
vervoer wil stimuleren.
Een andere
belasting die bij de ombuigingen in beeld is, is de Belasting op nieuwe Personenauto’s
en Motorrijwielen (BPM). Staatssecretaris Wiebes (VVD) zou die willen
afschaffen (zie hiervoor mijn stukje van eind mei). Uit de meest recente
(uitgelekte) voorstellen blijkt dat door het verlagen van deze belasting over
de gehele linie het aanschaffen van auto’s goedkoper wordt. Zet dit tegenover
een BTW-verhoging van het openbaar vervoer, en dat wordt duidelijk dat deze
belastingoperatie een zwaar politiek instrument is om partijpolitieke doelen te
bereiken.
Dat houdt
dus ook in dat je dit instrument ten goede kan gebruiken. Zeker als je stemmen
hard nodig zijn om in de Eerste Kamer een meerderheid te vormen. En hier richt
ik me tot GroenLinks en in het bijzonder de nieuwe politieke leider Jesse
Klaver: stem alleen in met een pakket maatregelen waarmee eenduidig de
politieke doelen van GroenLinks worden gerealiseerd. Acceptatie moet uitermate
bestendig zijn tegen kritiek vanuit de eigen gelederen en doelgroepen. GroenLinks
heeft nu een opleving in de opiniepeilingen. Maar GroenLinks is uitermate
kwetsbaar als het gaat ‘meedenken’ en compromissen sluiten. Denk nog maar terug
aan het ‘Lente-akkoord’ of ‘Kunduz-akkoord’, wat bij de Tweede
Kamerverkiezingen van 13 september 2012 een van de belangrijkste oorzaken van de
enorme nederlaag van 11 naar 4 zetels van het GroenLinks van Jolande Sap was.
(Overigens vond ik het Lente-akkoord wel een aanvaardbaar politiek compromis.)
Hierbij volgen
nog een aantal aanbevelingen voor de omvormingen van de belastingen. Deze
worden gevat onder de noemer ‘vergroening van de belastingen’. Met vergroening
wordt bedoeld de belastingen mee inzetten om onze samenleving duurzamer te
maken door ons handelen milieuvriendelijker te maken. Onderdeel hiervan zijn natuurlijk
de klimaatverandering en het verminderen van het gebruik van fossiele
brandstoffen. Gedragsbeïnvloeding dus, en ook nog op vrij grote schaal. Duurzamer
handelen wordt goedkoper en milieuonvriendelijke activiteiten worden duurder. De
eerder genoemde BPM is daar een voorbeeld van, waarbij het lage tarief wordt
gebruikt voor het (echt) stimuleren van zuinige en schone auto’s (zie mijn
stukje van eveneens eind mei. ))Beleid sturen met de BPM verdient wel nog wat
aanscherping, maar gooi hier niet het kind met het badwater weg.
Andere
belastingverhogingen kunnen zijn: de accijns op fossiele brandstoffen
(steenkool, aardolie, aardgas) verhogen. Vooral grootgebruikers
(energiebedrijven, landbouwkassen) betalen veel te weinig belasting.
Denk in het
bijzonder aan de vliegtuigbrandstof kerosine om het bijzonder
milieuonvriendelijke vliegen te verminderen. Over de volle breedte wordt er te
veel gereisd en getransporteerd. (Gisteren lagen er alleen maar appels uit
Nieuw Zeeland in de winkel.) Minder transport stimuleert ook de regionale
economieën. En wat al jaren storend is, is dat ontwikkelingslanden goed voedsel
produceren voor in de winkel hier en ook veel veevoer, terwijl de eigen bevolking
te maken heeft met voedseltekort en honger. Een verhoging van de BTW op vlees
is dan ook heel logisch.
In dit
verband streeft GroenLinks ook naar een hogere belasting voor internationale
ondernemingen. Nederland is een belastingparadijs voor multinationals. Onder
andere ontwikkelingslanden hebben hier veel last van omdat die multinationals
door allerlei constructies hier weinig belasting betalen en daardoor in het
land waar de omzet plaatsvindt, nog minder belasting betalen. We kunnen best
meer doen aan ontwikkelingssamenwerking, maar op deze manier houdt Nederland
veel landen arm! (Zie hier ook mijn stukje van eind april.)
Ik hoop dat
het GroenLinks, met een aantal min of meer gelijkgestemde partijen lukt om een
belangrijk deel van het voorgaande te realiseren. Anders moet Wiebes c.s. het maar
zien te redden met hun belastinghervorming zonder de steun van GroenLinks.