maandag 5 januari 2015

Provincie Limburg gaat maatschappelijk verantwoord ondernemen met Azerbeidzjan?



Onze regionale kranten berichten op 29 december 2014 dat onze Provincie Limburg economische contacten aanknoopt met Azerbeidzjan. Dit is een vervolg op handelsrelaties met de provincie Sichuan in China. Het wordt via het ‘Azië Platform’ nog gevolgd door de rest van Oost-Azië.
Op zich is niets tegen het promoten van handelsrelaties met verre landen. Maar de kranten vragen wel terecht aandacht voor het feit dat dit contacten zijn met landen die het niet zo nauw nemen met de mensenrechten.

De geciteerde reactie in de krant dat mensenrechten een nationale aangelegenheid zijn, is niet zo bevredigend. Als de provincie zich al verschuilt achter de landelijke overheid, dan dient bij het aangaan van contacten en handelsrelaties ten minste ook aandacht te worden besteed aan de mensenrechten aldaar. Gaat men ongegeneerd handeldrijven, dan zal het ‘wegkijken’ zelf het landelijke beleid ondergraven.

Positiever is dat de provincie wel ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ wil promoten: “Op ons niveau kunnen we een heel praktische bijdrage leveren door de economische banden aan te halen en die banden te gebruiken om maatschappelijk verantwoord ondernemen uit te laten dragen door onze ondernemers”.
Hieraan dient te worden toegevoegd dat bij MVO de overheid een sturende en controlerende rol moet vervullen die niet zomaar aan het economische krachtenveld overgelaten kan worden. De ervaring leert namelijk dat processen via ‘overeenkomsten’ vaak maar zeer langzaam verlopen met moeizame onderhandelingstrajecten, magere compromissen en lange overgangstermijnen.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen heeft ook een internationale component. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) heeft in nauwe afstemming met het bedrijfsleven, vakbonden en maatschappelijke organisaties richtlijnen voor MVO opgesteld. De OESO-richtlijnen bevatten aanbevelingen inzake onder andere arbeid, mensenrechten, ketenverantwoordelijkheid, milieu, consumentenbescherming en concurrentie. Onderdeel van MVO zijn ook geen kinderarbeid, goede arbeidsomstandigheden en het recht op een vrije vakbond. Ik wijs maar weer eens op de kledingindustrie in onder andere Bangladesh waar ook (veel te) langzaam verbeteringen worden bereikt, mede omdat de westerse afnemers onvoldoende druk zetten.

Bij onze in- en export dienen vanzelfsprekend ook de standaarden in acht worden genomen die hier al als wet of afspraak gelden. Denk daarbij aan handel in kippenvlees met ten minste één ster (voor varkensvlees hoeven we ons nu niet zo druk te maken in dit overwegend Islamitische land). Een voorbeeld van veronachtzamen van MVO is het een paar jaar geleden verkopen van de afgedankte legbatterijstallen naar landen buiten de EU en nu de eieren daarvan importeren (daarmee concurrerend met onze hogere leefomgevingsregels voor dierenwelzijn).

De provincie dient bij haar eigen contacten en die van de handelspartners met landen in Oost-Azië over het algemeen en China en Azerbeidzjan in het bijzonder, het maatschappelijk verantwoord ondernemen conform de afspraken van de OESO ten volle te respecteren. Daarbij dient ook aan de handelspartners in deze landen volle openheid worden gevraagd dat zij MVO ook volledig onderschrijven. En willen Gedeputeerde Staten de naleving ook (laten) controleren? Daarbij kan wellicht al een overzicht worden gegeven van de beoogde contacten, zodat al een eerste oordeel kan worden gegeven of MVO waarschijnlijk in alle facetten wordt nageleefd. Want alleen met maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn ‘people’, ‘planet’ en ‘profit’ voldoende in evenwicht.

Overigens heeft de fractie van GroenLinks over het bovenstaande vragen aan GS gesteld. Daarbij wordt ook gevraagd om een voorstel voor algemene beleidskaders voor MVO voor alle externe relaties. 

Geen opmerkingen: