De regionale kranten Dagblad de Limburger en Limburgs Dagblad van 11 maart 2011 berichtten over het onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau waaruit onder andere blijkt dat de ontevredenheid van veel Limburgers groot is. Het betreft heel kort samengevat vooral mannen (46 %) met als bijzondere kenmerken: laag opgeleid, Telegraaf lezen en PVV stemmen. Landelijk leeft bij meer dan een kwart van de mensen een gevoel van onbehagen. Dat is ook veel. Het is een maatschappelijk probleem dat serieus genomen moet worden, omdat het de samenleving kan ontwrichten.
Bij velen leeft het gevoel dat vroeger alles beter was. Dit is een teken dat men zich bij hun gevoel van onbehagen vooral laat leiden door een selectief geheugen, gevoelens, indrukken en minder door objectieve waarnemingen en feiten. Er zijn tal van zaken aan te dragen die vroeger niet beter waren dan nu. In ieder geval ging men vroeger gemiddeld eerder dood dan tegenwoordig.
Ook als je nu (wat verder) om je heen kijkt, dan is objectief te constateren dat Nederland tot de rijkste landen van de wereld behoort. Maatschappelijk gezien hebben we onze zaken redelijk op orde, zeker vergeleken met tal van andere landen.
Dat neemt niet weg dat ook in Nederland veel mensen voldoende reden hebben om ontevreden te zijn met hun situatie. Ondanks onze algemene welvaart verkeren veel mensen in een penibele situatie van armoede (Heerlen 17 % van de bevolking op minimumniveau). Hier zijn veel mensen bij die er niet in zullen slagen om op eigen kracht hun situatie te verbeteren. Denk ook aan veel hulpbehoevenden die niet de zorg krijgen die ze nodig hebben en die ze ook zouden mogen verwachten.
Maar de ontevredenheid is veel breder. Veel mensen die behoren tot de brede middenmoot, die veelal werken tegen een modaal loon, waar ze blijkbaar niet mee uitkomen. Het betreft vaak onbehagen over maatschappelijke aangelegenheden. Dat het over het algemeen hier niet slecht is, is ondergeschikt aan pregnant slechte situaties. Vaak zijn het onderbuikgevoelens die maar mager onderbouwd zijn met kennis of te veel worden gegeneraliseerd: ”Ik moet maar zien hoe ik rond kom, terwijl die asielzoekers en buitenlanders alles krijgen”.
Grote maatschappelijke verschillen zorgen ook voor jaloers zijn. Mensen zijn ontevreden met hun eigen situatie omdat ze die vergelijken met anderen die het beter hebben of lijken te hebben. Onze consumptie-, reclame- en informatiemaatschappij laat zien wat ‘zij’ wel kunnen of hebben. Daarbij lijkt het of de ontevredenheid toeneemt met de grotere materiĆ«le welvaart. Het welzijn en het welbehagen nemen blijkbaar niet evenredig toe.
Veel ontevredenen voelen zich machteloos en zijn berustend passief. Ze verwachten van anderen – de politiek – dat ze overal oplossingen voor aandragen. Meer bewust worden van je eigen kracht als persoon en als groep zou helpen.
Maakt het onbehagen deel uit van onze Limburgse volksaard? Zijn we een volkje van knoteraars en mopperaars vol zelfbeklag? Deels zijn het notoire pessimisten die niet te veranderen zijn. Er zullen ook mensen boos op zichzelf zijn vanwege de gemiste kansen. Die merken dat een lage of afgebroken opleiding leidt tot minder mogelijkheden, slecht beloond werk, vaker werkeloos zijn en dus minder inkomsten hebben. Hadden we vroeger maar beter ons best gedaan? Hier ligt een opdracht aan alle opvoeders, onderwijzers en leraren: “Wil je later niet blijven zitten met je kater, doe dan nu meer je best”. Maar of de jeugd van nu wil leren van de fouten van hun ouders?
Mensen voeden hun eigen ontevredenheid met de informatie die ze tot zich nemen, met ‘slecht’ nieuws waar ze blijkbaar ontvankelijker voor zijn. Bevestigt de Telegraaf gemakkelijker gevoelens van onbehagen? Wakkert de wakkere krant van Nederland de ontevredenheid aan? En helpt het je eigen gemoedsrust als je die andere kwaliteitskranten leest? Van de andere kant mag je de boodschapper van het nieuws niet alles kwalijk nemen. Wel wordt ‘slecht nieuws’ vaak uitvergroot en worden incidenten gegeneraliseerd.
Stemmen op de PVV is voor velen een uiting van ontevredenheid. Het zijn ‘proteststemmen’. Maar aan de andere kant is de PVV van Geert Wilders ‘goed’ in het bevestigen van onbehagen. Ze leggen veel nadruk op het mislukken van de integratie en de multiculturele samenleving. Als voorbeeld geldt dat de PVV bij de verkiezingen voor provinciale staten pleit voor een verbod op de bouw van moskeeĆ«n. Het kan niet volgens onze Grondwet en de provincies gaan er niet over, maar veel kiezers maakt dat niet uit. Wilders cs. doen dat ook doelbewust omdat ze weten dat dit stemmen trekt. Ze versterken de sfeer waarin onbehagen gedijt door veel aandacht te vragen voor de misstanden van onze maatschappij die de ontevredenheid voeden. Mensen hebben daar blijkbaar een goed geheugen voor. Daarbij overheersen incidenten of relatieve uitzonderingen vaak het gemiddelde.
Alleen ontevreden zijn lost niets op. En waar de ontevredenheid toeneemt, moeten er ook mogelijkheden zijn om het onbehagen weer te doen afnemen zodat tevredenheid weer terrein wint. We hoeven het dus niet erbij te laten zitten. Het is niet slecht dat misstanden worden aangekaart, maar wel in de juiste proporties. En misstanden dienen te worden opgelost, op een duurzame manier, waarbij ook de oorzaken van de misstanden worden aangepakt. Zorg ervoor dat dit doel en doelgroepgericht (bv. kutmarokkanen) gebeurt, want anders verpest een (soms kleine) minderheid het voor de grote groep. Leg ook goed uit waarom je wat doet, bijvoorbeeld bij het geven van subsidies. Als er negatief nieuws is, breng ook positieve zaken, die tegenwicht bieden. Laten zien dat het ook anders kan.
Een aantal mensen heeft het ook zelf in de hand. Kan zelf verantwoordelijkheid nemen. Daarbij zal meer nadruk moeten liggen op welzijn. Dit is eigenlijk een oud verhaal, maar omdraaien in denken kan verbetering brengen. We zullen wel moeten, omdat onze ongebreidelde consumptiedrang anders hardhandig zal worden gekeerd door gebrek aan grondstoffen en fossiele energie. We zullen ervoor moeten zorgen dat onze maatschappij meer mededogen kent. Dat er weer meer sociale cohesie komt en solidariteit. Laat mensen zien dat je inzetten voor de samenleving ook voldoening geeft, bijvoorbeeld met vrijwilligerswerk. Dat het fijn is om bij die positieve beweging te horen.
Uit het onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau is ook gebleken dat de PVV en GroenLinks tegenpolen zijn. GroenLinks is blijkbaar de partij met de meeste positievelingen. Maar GroenLinks wil ook optimisme uitstralen: “De linkse lente”, “Zin in de toekomst”, “Stem op de toekomst”, “Wij zijn Pro”. GroenLinks, maar dat geldt gelukkig ook voor een breder politiek krachtenveld, vindt dat de wereld niet reddeloos verloren is. Maar dat de samenleving toch voor een deel maakbaar is. Wellicht helpt het om op partijen zoals GroenLinks te stemmen of aan die bredere beweging deel te nemen en daar een meer tevreden gevoel van te krijgen?
Maar ook over het algemeen hoop ik dat de optimisten erin zullen slagen om de ontevredenen voor een deel op sleeptouw kunnen nemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten