zaterdag 2 juli 2016

Wie neemt het op voor de EU zoals ze is?




Wie neemt het op voor de EU zoals ze is?

De kritiek op de Europese Unie is groot, maar is deze kritiek wel altijd terecht? Deels wordt er van de EU een beeld weggezet dat onvoldoende genuanceerd is. Het past wel in de sfeer van tegenwoordig, maar het is niet helemaal eerlijk of politiek correct.

Een zin uit het commentaar van onze Limburgse kranten van afgelopen zaterdag 25 juni: “’Brussel’ is het gehate symbool geworden voor bemoeizucht, bureaucratie en een falende politieke elite”. Op blz. 3 van dezelfde krant zegt Sjors Van Beek: “De Europese Unie is een democratisch wangedrocht; … een oligarchie van ongekozen ambtenaren en beroepsbestuurders. De burger … is stelselmatig de mond gesnoerd”. Plus nog een fors aantal vergelijkbare uitingen.
Ook tijdens het politieke debat in Groot Brittannië over Grexit was de nuance vaak ver te zoeken. Het past binnen de modieuze? tendens om gemakkelijk forse kritiek te leveren. Enkele extreme facetten worden eruit gelicht en deze vormen de basis voor een allesomvattende discussie. En door napraten en herhaling wordt het door velen voor waar aangenomen.

Neem het woord ‘gehaat’. Normaal mag men verwachten dat dit wordt gebruikt bij een gewelddadige dictatuur. De EU is een driedubbele vorm van democratie. Het Europese Parlement wordt rechtstreeks door de burgers van de EU gekozen. De regelmatig samen vergaderende regeringsleiders en de vakministers in afgeleide gremia, zijn allemaal voortgekomen uit democratisch tot stand gekomen regeringen. En ook de Europese voorzitter en Eurocommissarissen worden voorgedragen door de afzonderlijke regeringen.
Natuurlijk kan men zich afvragen of deze vorm van gedeeltelijk rechtstreekse en gedeeltelijk indirecte democratie de meest optimale is. Maar bedenk maar eens een beter model voor het besturen van een half continent vol staten en binnenkort wat minder dan een half miljard mensen. Een federale staat zoals de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland of België is in ieder geval voor de meeste mensen nog veel te ver. Maar het huidige model heeft inmiddels bewezen dat het functioneert voor intensieve samenwerking tussen landen. En deze intensieve samenwerking op talrijke terreinen (en zeker niet alleen economie) wordt meestal wél gewaardeerd. En daarbij hoeft niet steeds de nadruk te worden gelegd op ‘die onzinnige regels van Europa’ terwijl het gros wel maatschappelijke winst realiseert.

‘Bemoeizucht’ is ook zo’n gemakkelijk verwijt. De taken en onderwerpen waar de EU zich mee mag bemoeien, zijn netjes vastgelegd in verdragen die allemaal zijn geratificeerd door de nationale parlementen. Daarbij is de leidraad dat Europa zich bemoeit met zaken die alle landen aangaan en zich ‘gemakkelijk’ lenen voor samenwerking. Als nationale overheden onderwerpen ‘voor zich’ willen houden, dan houden zij daarvoor ook de eindverantwoordelijkheid. En bij tussenvormen moet het Europees beleid altijd worden bekrachtigd door de nationale parlementen.
Om complexe problemen te benoemen en  vooral voor het zoeken naar oplossingen en het formuleren van voorstellen zijn nu eenmaal professionals nodig die er tijd en energie in steken. En die noemen we bij de overheid ambtenaren. Daarbij komt dat de meeste Europese regels tot stand komen in nauwe samenwerking met de nationale overheden en beperkt de omvang van de Europese bureaucratie zich tot een ter grootte van een behoorlijke stad.

Ik ga ervan uit dat ‘beroepsbestuurders’ negatief is bedoeld, maar wie moeten het anders doen? Net als bij ‘politieke correctheid’ wil men blijkbaar graag ‘mensen in de hoek zetten’.

Tot slot de ‘falende politiek elite’. Hoe slecht doet de EU het eigenlijk? Het piept en kraakt zo nu en dan en misschien dat de snelheid, afgezet tegen de zorgvuldigheid wat groter kan. Maar het gemiddeld functioneren is zo slecht nog niet. En als men terugkijkt op de grote problemen van de laatste jaren, zoals de bankencrisis, de eurocrisis, de schuldencrisis en in het bijzonder Griekenland, maar ook de vluchtelingencrisis, dan hebben vooral de regeringsleiders van de EU besluiten genomen die leidden tot oplossingen. Op die overeenkomsten mag best kritiek worden geleverd, maar van collectief falen is in ieder geval geen sprake geweest.

Politici en in hun kielzog de media hebben een grote, niet te onderschatten invloed op de publieke opinie. Het is belangrijk dat zij hun macht op een positieve manier gebruiken. Zo verdient de EU vaker publiciteit, ook over gewone zaken. Zodat een verwijt over kromme bananen geen voedingsbodem krijgt. En ‘onbekend’ maakt ‘onbemind’ tegenwicht krijgt.

Harrie Winteraeken
Voorzitter van HeerlenMondiaal en het Vredesplatform Heerlen
(waarbij niet vergeten mag worden dat de Europese Unie ook een vredesproject is.)


Geen opmerkingen: