Als de berichtgeving in onze regionale kranten Dagblad De Limburger en Limburgs Dagblad van 14 april correct is en geen belangrijke zaken onvermeld zijn, dan kan ik maar één conclusie trekken over de aanvallen op rechter Ton Schalken in het kader van het proces over de discriminatie door Wilders: hier is sprake van een grote afleidingsmanoeuvre.
De aanval van arabist Hans Jansen op rechter Tom Schalken is een grote luchtballon. Opgeblazen vragen om aandacht. In een column kan Janssen van alles beweren, maar het is hoogst onwaarschijnlijk dat zijn aantijgingen ook aannemelijk zijn. En dan ook nog zo belangrijk zijn dat het proces niet meer zou kunnen doorgaan? Door de opmerking: “Maar gezien alle commotie was het niet handig om bij dat etentje te zijn” verontschuldigt raadsheer Ton Schalken zich al veel meer dan nodig.
Het was voor Wilders c.s.. een goede gelegenheid om wraak te nemen op de rechter die er mede voor gezorgd heeft dat hij nu terecht staat. En verder is het vooral ‘rechtbankje pesten’, een instituut dat ook al eerder de hoon van Wilders kreeg, omdat die onafhankelijkheid niet in zijn kraam te pas komt (een kwalijke politieke aanval op onze rechtstaat overigens).
Of er is sprake van ‘een kat in nood maakt rare sprongen’, een wanhoopspoging om het proces te beëindigen? Geert Wilders en zijn advocaat Bram Moszkowicz weten dat Wilders schuldig is aan de in de aanklacht genoemde feiten. De vraag is of hij ervoor wordt veroordeeld of dat de politicus Geert Wilders zich beduidend meer mag permitteren dan gewone burgers?
Maar de dag erna (vrijdag 15 april) blijkt dat het nog allemaal veel idioter is. Eerst bericht Dagblad De Pers dat arabist Hans Jansen zichzelf tegenspreekt. In de rechtszaal houdt hij bij herhaling vol (onder ede, neem ik aan) dat rechter Schalken hem heeft geprobeerd van mening te laten veranderen tijdens dat beruchte etentje. Dat is ook de kern van het betoog van de verdediging om het proces voortijdig te kunnen beëindigen. De Pers duikelde echter een citaat op uit het boek De onzichtbare Ayatollah van Carel Brendel (nov. 2010) waaraan Janssen heeft meegewerkt. Jansen schreef achter zijn opnieuw gepubliceerde column het compleet omgekeerde: "achteraf is het bovenstaande op een aantal plekken net niet nauwkeurig genoeg geformuleerd. Schalken heeft geprobeerd mij van de 'redelijkheid van zijn standpunt' te overtuigen, die woorden herinner ik mij precies, maar hij heeft geen moment geprobeerd, of gezegd, dat ik mijn mening, dat het hier een ketterproces betrof, diende te herzien".
Het is waarschijnlijk ondoenlijk om bijna een jaar later de precieze toedracht tijdens dat etentje (mei 2010) te achterhalen gebaseerd op indrukken van dergelijk selectieve geheugens. Maar uit het citaat blijkt in ieder geval hoe slecht het geheugen van Hans Jansen tijdens de rechtszitting is. Of zou het moedwillig zijn? Dat maakt hem dan ook volstrekt ongeloofwaardig.
Wilders en Moszkowicz halen alles uit de kast om het proces maar niet tot een inhoudelijke behandeling te laten komen. Tijdens de zitting zelf richten zij hun peilen gelijk op een andere getuige van dat etentje: organisator en Midden-Oostendeskundige Bertus Hendriks. Hij zou twee totaal verschillende verklaringen hebben afgelegd over het thema van het etentje (islamisering) en de reden om Jansen uit te nodigen (hij is als arabist getuige-deskundige in het proces Wilders). De verdediging beschuldigt Hendriks van meineed. De rechtbank vindt met Hendriks dat beide verklaringen in elkaars verlengde liggen en gaat niet in op het verzoek om Hendriks voor meineed te vervolgen. Dat leidde weer tot een verzoek tot wraking van de rechtbank. Weer oponthoud, weer een schijnbeweging.
Dat opvoeren van het etentje en alles erom heen komt uit de koker van de verdediging. Maar de 'vondst' begint tegen de verdediging te werken. Wilders c.s.. lopen in hun eigen valkuil. Bertus Hendriks, waarvan ik aanneem dat hij ook door de verdediging is opgeroepen, zegt niet wat van hem wordt verwacht en dus krijgt hij de wind van voren. Jansen beweert echt tegenovergestelde zaken. Hij zou eerder voor een beschuldiging van meineed in aanmerking moeten komen.
Ik kan me niet voorstellen dat de rechtbank uiteindelijk in al deze escapades trapt. Er ligt (gelukkig) een stevige wens om tot vervolging over te gaan. Alle ophef heeft eigenlijk alleen maar geleid tot veel media-aandacht en beïnvloeding van de publieke opinie. Nu wordt het tijd dat er daadwerkelijk wordt overgegaan tot de orde van de dag. En dat is rechtspreken over de uitingen van Geert Wilders. Want je zou bijna de indruk krijgen dat niet Wilders maar de rechtbank en de getuigen terecht staan.
Naschrift: Op maandag 18 april werd het (derde) verzoek om wraking van de rechtbank afgewezen. Geert Wilders moet volgens de Wrakingskamer maar een procedure voeren tegen Bertus Hendriks en zich niet afreageren op de rechtbank als die een andere afweging maakt.
Misschien dat het proces zich dan nu toch op Wilders zelf gaat richten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten