Kerstpakkettenactie gemeente is goed initiatief, maar matige respons ideële pakketten.
Op 7 november 2009 vroeg HeerlenMondiaal per brief aandacht van de gemeente voor het feit dat de kerstpakketten niet meer voor een gedeelte door de Wereldwinkel zouden worden geleverd. HeerlenMondiaal was daarbij in de veronderstelling dat er geen ideële doelen meer zouden worden gesteund. Dat was volgens HeerlenMondiaal niet goed verenigbaar met Heerlen Millenniumgemeente, waar toch van de gemeente verwacht mag worden dat ze oog heeft voor de bevordering van eerlijke handel en Fair Trade producten en dergelijke. (Zie mijn Berichten Vanaf de Zijlijn nr. 14 en het bericht van 8 november 2009 op mijn weblog Harrie Winteraeken online www.hwinteraeken.blogspot.com)
Niet snel daarna gaf de gemeente tekst en uitleg. De gemeente heeft vanaf 2009 gekozen voor de ‘Makro keuzecarrousel’. Dat heeft bedrijfsmatig voordelen in de vorm van minder werk voor de gemeenteambtenaren en een grotere efficiëntie. En de Makro keuzecarrousel biedt de medewerkers veel meer keuzevrijheid. Zo konden de medewerkers nog steeds kiezen voor een Fair Trade kerstpakket, al wordt dit dan niet door de Wereldwinkel geleverd. Maar de keuzecarrousel biedt ook de mogelijkheid om te kiezen voor een energiepakket en donaties aan de Voedselbank, Oxfam Novib, Doe een wens of War Child. Deze keuzemogelijkheden heeft de gemeente toegevoegd aan de bestaande mogelijkheden die in totaal uit 32 verschillende kerstpakketten bestaat. De medewerkers hebben zo meer keuze dan in voorafgaande jaren en het staat de medewerker vrij welk cadeau van de gemeente hij aan zichzelf of een ander geeft. Als de keuzecarrousel een succes blijkt, dan wordt deze ook de komende jaren gehandhaafd.
HeerlenMondiaal is het met de gemeente eens dat dit ruime aanbod van ideële pakketten voldoet aan de Millenniumdoelstellingen.
En of het een succes is? Onlangs kreeg HeerlenMondiaal de cijfers van de kerstpakkettencarrousel.
In totaal zijn er in Heerlen in 2009 1378 pakketten uitgegeven. Hieronder de verdeling van een deel daarvan:
Opsomming verschillende kerstpakketten met hun aantal en percentage:
1. Funshopping gegarandeerd: 310 keer, 22,5 %.
2. Silver surprise: 126 keer, 9,1 %.
10. Eerlijk is heerlijk (Fair Trade): 46 keer, 3,3 %.
23. War Child: 17 keer, 1,2 %.
24. Voedselbank: 14 keer, 1,0 %.
25. Oxfam Novib: 11 keer, 0,7 %.
26. Groen sparen (energiepakket): 9 keer, 0,6 %.
27. Stichting Doe een Wens: 8 keer, 0,5 %.
In totaal zijn 1378 pakketten uitgegeven.
In totaal kozen in 2009 105 ofwel 7,6 % van de medewerkers voor een ideëel pakket of gift. Dat is fors minder dan het aantal kerstpakketten van de Wereldwinkel dat de jaren ervoor werd uitgegeven. In 2008 kozen ongeveer 180 medewerkers voor een kerstpakket van de Wereldwinkel en in 2007 waren het er 268. HeerlenMondiaal vindt dus de uitgifte van ideële pakketten en giften aan goede doelen in verhouding maar mager.
zondag 28 februari 2010
Gladheidsbestrijding voor fietsers kan nog steeds beter.
Gladheidsbestrijding voor fietsers kan nog steeds beter.
Vorig jaar na de winterperiode heeft de Fietsersbond Parkstad Limburg aandacht gevraagd bij de Parkstad gemeenten voor de gladheidsbestrijding op fietspaden en fietsstroken. (Brief van 21 maart 2009, zie mijn Berichten Vanaf de Zijlijn nr. 12 en ‘Gladheid kan nog beter bestreden worden’, 23 maart 2009 op mijn weblog Harrie Winteraeken online www.hwinteraeken.blogspot.com ). De gladheidsbestrijding was vorig jaar op veel plaatsen bijzonder slecht geweest. Vooral op fietsstroken was de van de weg geschoven sneeuw bevroren en zorgde dat fietsstroken voor een groot deel onberijdbaar waren. En dat terwijl op de naastgelegen weg weer normaal werd gereden, zonder rekening te houden met fietsers op de rijstrook.
Tijdens ambtelijk overleg in oktober 2009 kregen vertegenwoordigers van de Fietsersbond een brief overhandigd waarin het volgende werd meegedeeld:
“De gladheidsbestrijding wordt in Parkstad verband uitgevoerd. Zowel voor als na het winterseizoen wordt met alle gemeentes besproken hoe de gladheidsbestrijding geoptimaliseerd kan worden. De Rd4 voert de bestrijding uit”.
“Ook de gemeenten hebben in een eerder stadium geconstateerd dat met name vrijliggende fietspaden kapot worden gereden door strooiers. Met name als het rondom het vriespunt is omdat de grond dan redelijk zacht is. De gemeenten hebben toen besloten om kleinere machines in te zetten op fietspaden. De kans dat een fietspad kapot wordt gereden is veel kleiner. Mocht dit toch gebeuren, dan herstelt de gemeente dat weer. Zo moest het afgelopen seizoen het fietspad Terhoevenderweg / Akerstraat-Noord worden hersteld”.
“De gemeentes streven naar een optimale balans tussen de veiligheid en de kosten. Het aankomend seizoen (2009 – 2010) wordt wederom een efficiëntieslag gemaakt, zodat de gladheidsbestrijding nog sneller uitgevoerd wordt. Dit door middel van een beter geautomatiseerde aansturing van de zoutstrooiers en de strooiroutes worden efficiënter gereden. Daardoor kunnen binnen 3,5 uur de vastgestelde routes worden gereden. Een uitbreiding van de te strooien routes vinden de gemeentes niet noodzakelijk”.
De gemeenten erkennen de problemen bij fietsstroken: “Bij langdurige sneeuwval worden de wegen sneeuwvrij gemaakt. Bij het sneeuwschuiven moet de sneeuw naar de kant van de weg worden geschoven. Een andere plek is er niet. Als er een aanliggend fietspad is, wordt deze grotendeels bedekt door de weggeschoven sneeuw. Deze situatie is in Parkstad ook besproken. Wij streven erna om de fietspaden zo veel mogelijk vrij te houden maar dat is niet altijd mogelijk omdat er gewoonweg geen plek is voor de weggeschoven sneeuw”.
Tijdens de afgelopen winter is weer gebleken dat gladheidsbestrijding op fietspaden en fietsstroken nog steeds extra aandacht behoeft. Op fietspaden gaat het hier en daar heel goed, en op andere plekken is het knudde. Zo reed ik in Sittard een keer over een besneeuwde weg terwijl de naast gelegen vrijliggende fietspaden volkomen vrijwaren van sneeuw. Wat vaker wordt beweerd, dat er ook veel fietsverkeer nodig is om het zout in te rijden, ging daar niet op. Wellicht heeft men daar gewerkt met een borstel in combinatie met zout? Ook binnen Heerlen waren er grote verschillen. Daarnaast krijgen vooral kleine stukken fietspad bij kruisingen en bushaltes geen aparte gladheidsbestrijding. Daar wordt de fietser gedwongen op de straat op de gaan?
De gladheidsbestrijding op fietsstroken is ook de afgelopen winter vaak problematisch geweest. Dat bij het eerste sneeuwruimen van de weg, de sneeuw voor een groot deel op de fietsstrook terecht komt, is te begrijpen. Maar het is niet nodig dat de rotzooi er de hele koudeperiode blijft liggen. De Fietsersbond heeft er in overleg en via ‘Mijn slechtste fietspad’ van de website www.fietsersbond.nl op aangedrongen dat nadat de eerste ruiming heeft plaatsgevonden, er een nabehandeling gebeurt waarbij specifiek fietsstroken wel voor een groot deel worden meegenomen. Daags na de sneeuwval kunnen fietspaden dan weer grotendeels berijdbaar zijn en dat zou een forse verbetering zijn.
Harrie Winteraeken
Voorzitter Fietsersbond afdeling Parkstad Limburg.
Vorig jaar na de winterperiode heeft de Fietsersbond Parkstad Limburg aandacht gevraagd bij de Parkstad gemeenten voor de gladheidsbestrijding op fietspaden en fietsstroken. (Brief van 21 maart 2009, zie mijn Berichten Vanaf de Zijlijn nr. 12 en ‘Gladheid kan nog beter bestreden worden’, 23 maart 2009 op mijn weblog Harrie Winteraeken online www.hwinteraeken.blogspot.com ). De gladheidsbestrijding was vorig jaar op veel plaatsen bijzonder slecht geweest. Vooral op fietsstroken was de van de weg geschoven sneeuw bevroren en zorgde dat fietsstroken voor een groot deel onberijdbaar waren. En dat terwijl op de naastgelegen weg weer normaal werd gereden, zonder rekening te houden met fietsers op de rijstrook.
Tijdens ambtelijk overleg in oktober 2009 kregen vertegenwoordigers van de Fietsersbond een brief overhandigd waarin het volgende werd meegedeeld:
“De gladheidsbestrijding wordt in Parkstad verband uitgevoerd. Zowel voor als na het winterseizoen wordt met alle gemeentes besproken hoe de gladheidsbestrijding geoptimaliseerd kan worden. De Rd4 voert de bestrijding uit”.
“Ook de gemeenten hebben in een eerder stadium geconstateerd dat met name vrijliggende fietspaden kapot worden gereden door strooiers. Met name als het rondom het vriespunt is omdat de grond dan redelijk zacht is. De gemeenten hebben toen besloten om kleinere machines in te zetten op fietspaden. De kans dat een fietspad kapot wordt gereden is veel kleiner. Mocht dit toch gebeuren, dan herstelt de gemeente dat weer. Zo moest het afgelopen seizoen het fietspad Terhoevenderweg / Akerstraat-Noord worden hersteld”.
“De gemeentes streven naar een optimale balans tussen de veiligheid en de kosten. Het aankomend seizoen (2009 – 2010) wordt wederom een efficiëntieslag gemaakt, zodat de gladheidsbestrijding nog sneller uitgevoerd wordt. Dit door middel van een beter geautomatiseerde aansturing van de zoutstrooiers en de strooiroutes worden efficiënter gereden. Daardoor kunnen binnen 3,5 uur de vastgestelde routes worden gereden. Een uitbreiding van de te strooien routes vinden de gemeentes niet noodzakelijk”.
De gemeenten erkennen de problemen bij fietsstroken: “Bij langdurige sneeuwval worden de wegen sneeuwvrij gemaakt. Bij het sneeuwschuiven moet de sneeuw naar de kant van de weg worden geschoven. Een andere plek is er niet. Als er een aanliggend fietspad is, wordt deze grotendeels bedekt door de weggeschoven sneeuw. Deze situatie is in Parkstad ook besproken. Wij streven erna om de fietspaden zo veel mogelijk vrij te houden maar dat is niet altijd mogelijk omdat er gewoonweg geen plek is voor de weggeschoven sneeuw”.
Tijdens de afgelopen winter is weer gebleken dat gladheidsbestrijding op fietspaden en fietsstroken nog steeds extra aandacht behoeft. Op fietspaden gaat het hier en daar heel goed, en op andere plekken is het knudde. Zo reed ik in Sittard een keer over een besneeuwde weg terwijl de naast gelegen vrijliggende fietspaden volkomen vrijwaren van sneeuw. Wat vaker wordt beweerd, dat er ook veel fietsverkeer nodig is om het zout in te rijden, ging daar niet op. Wellicht heeft men daar gewerkt met een borstel in combinatie met zout? Ook binnen Heerlen waren er grote verschillen. Daarnaast krijgen vooral kleine stukken fietspad bij kruisingen en bushaltes geen aparte gladheidsbestrijding. Daar wordt de fietser gedwongen op de straat op de gaan?
De gladheidsbestrijding op fietsstroken is ook de afgelopen winter vaak problematisch geweest. Dat bij het eerste sneeuwruimen van de weg, de sneeuw voor een groot deel op de fietsstrook terecht komt, is te begrijpen. Maar het is niet nodig dat de rotzooi er de hele koudeperiode blijft liggen. De Fietsersbond heeft er in overleg en via ‘Mijn slechtste fietspad’ van de website www.fietsersbond.nl op aangedrongen dat nadat de eerste ruiming heeft plaatsgevonden, er een nabehandeling gebeurt waarbij specifiek fietsstroken wel voor een groot deel worden meegenomen. Daags na de sneeuwval kunnen fietspaden dan weer grotendeels berijdbaar zijn en dat zou een forse verbetering zijn.
Harrie Winteraeken
Voorzitter Fietsersbond afdeling Parkstad Limburg.
donderdag 25 februari 2010
Hoe nu verder in Afghanistan / Uruzgan?
Hoe nu verder in Afghanistan / Uruzgan?
Ik wil hier mijn mening geven over de politieke crisis in Nederland vanwege het beëindigen van de Nederlandse militaire missie in Uruzgan. Terwijl de discussie vooral om inhoudelijke redenen zou moeten worden gevoerd, is het uitgemond in een puur politiek machtsspel. Daarbij zijn voor zowel het wel of niet beperkt voortzetten van de Nederlandse missie valide argumenten aan te dragen. Want de Nederlandse missie is zo slecht nog niet voor Afghanistan en ondanks de kabinetscrisis blijft het vraagstuk ‘hoe nu verder?’
Allereerst verdient het standpunt om militair uit Uruzgan te vertrekken respect. De missie zou in eerste instantie twee jaar duren en is daarna (in 2007) met twee jaar verlengd onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat deze missie als zodanig in 2010 zal worden beëindigd.
Echter de NAVO en de VS hebben het afgelopen half jaar grote druk uitgeoefend op Nederland om langer te blijven. Heel belangrijk was daarbij het aandringen van de minister van buitenlandse zaken van de Verenigde Staten Hillary Clinton op haar collega Maxime Verhagen. Daarbij is Verhagen een uitgesproken ‘Atlanticus’ die dus uitermate ontvankelijk was voor de argumenten van Clinton cs. Verhagen heeft vooral het CDA voor zijn standpunten weten te winnen. Ook dat is logisch. Verhagen is binnen het CDA heel belangrijk. Het signaal dat Verhagen begin februari in de richting van de NAVO heeft laten uitgaan, was waarschijnlijk te positief gezien de politieke verhoudingen in het Kabinet. Maar even waarschijnlijk heeft de PvdA op het beslissende moment hiertegen onvoldoende hard geageerd.
Toen de brief met het verzoek van de NAVO voor verlenging van de militaire missie er kwam, werd de discussie grimmiger. Beide kampen in de loopgraven. Pure machtspolitiek volgde, waarbij eigen strategische belangen de doorslag gaven. Wouter Bos heeft niet willen buigen voor Maxime Verhagen en de rest van het CDA die hem eerder van draaikonterij beschuldigden. En het CDA laat niet zijn kroonprins vallen. Omdat het hemd nader is dan de rok, werd gekozen voor een kabinetscrisis. En nu vegen beide kampen hun eigen straatje schoon.
Hoe moet het nu verder met Uruzgan? Voortgaan op de huidige weg is geen optie, niet voor Nederland en niet voor de NAVO. De militaristen hebben wel gelijk dat er in Uruzgan geen abrupt einde mag komen aan de militaire bescherming. Er dient hier voor de weg van geleidelijkheid te worden gekozen. Dat is de afgelopen twee jaar onvoldoende tot stand gekomen.
De militaire taak wordt nu terug gegeven aan de NAVO, waar deze ook thuishoort. Nederland heeft zijn deel aan de militaire taak naar behoren vervuld. Door Nederland weer om verlenging te vragen, kiest de NAVO echter voor de voor de NAVO gemakkelijkste weg. Het is nu aan de NAVO om voor adequate vervanging te zorgen. Er zijn nog heel wat NAVO-landen die hier hun steentje aan kunnen bijdragen, maar die zijn blijkbaar niet zo solidair. Maar als de NAVO niet kan zorgen voor zijn eigen taakinvulling, dan mag dat mankeren niet alleen op Nederland afgewenteld worden. Dat is een opgave voor het gehele bondgenootschap.
Wat kan Nederland dan wel nog doen? Naar mijn mening moet Nederland in Afghanistan actief meehelpen bij het zoeken van politieke oplossingen, waarbij de oorlog wordt omgebogen naar vrede. Dit zal een moeizaam en langdurig proces worden, maar bij de laatste Afghanistan-conferentie zijn wel goede stappen gezet. De ontwikkelingshulp in Afghanistan kan worden geïntensiveerd, zodat vooral de gewone bevolking een wat minder uitzichtloos bestaan krijgt. Daarbij horen ook de opleiding van een politiemacht die er op termijn in zal slagen om de orde te handhaven en het meehelpen aan de democratische en maatschappelijke opbouw van het land, onder gemengde politieke machtsverhoudingen. Die ontwikkelingssamenwerking zal in het begin nog moeten plaatsvinden onder de beschermende paraplu van militairen van een ander NAVO-land.
Harrie Winteraeken
Voorzitter Vredesplatform Heerlen
Dit bericht is op dinsdag 23 februari 2010 gepubliceerd op de opiniepagina van Dagblad De Limburger en Limburgs Dagblad onder de titel: “De mening: Winteraeken kritisch over de rol NAVO in Uruzgan-kwestie. Uruzgan-boek niet dicht."
Ik wil hier mijn mening geven over de politieke crisis in Nederland vanwege het beëindigen van de Nederlandse militaire missie in Uruzgan. Terwijl de discussie vooral om inhoudelijke redenen zou moeten worden gevoerd, is het uitgemond in een puur politiek machtsspel. Daarbij zijn voor zowel het wel of niet beperkt voortzetten van de Nederlandse missie valide argumenten aan te dragen. Want de Nederlandse missie is zo slecht nog niet voor Afghanistan en ondanks de kabinetscrisis blijft het vraagstuk ‘hoe nu verder?’
Allereerst verdient het standpunt om militair uit Uruzgan te vertrekken respect. De missie zou in eerste instantie twee jaar duren en is daarna (in 2007) met twee jaar verlengd onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat deze missie als zodanig in 2010 zal worden beëindigd.
Echter de NAVO en de VS hebben het afgelopen half jaar grote druk uitgeoefend op Nederland om langer te blijven. Heel belangrijk was daarbij het aandringen van de minister van buitenlandse zaken van de Verenigde Staten Hillary Clinton op haar collega Maxime Verhagen. Daarbij is Verhagen een uitgesproken ‘Atlanticus’ die dus uitermate ontvankelijk was voor de argumenten van Clinton cs. Verhagen heeft vooral het CDA voor zijn standpunten weten te winnen. Ook dat is logisch. Verhagen is binnen het CDA heel belangrijk. Het signaal dat Verhagen begin februari in de richting van de NAVO heeft laten uitgaan, was waarschijnlijk te positief gezien de politieke verhoudingen in het Kabinet. Maar even waarschijnlijk heeft de PvdA op het beslissende moment hiertegen onvoldoende hard geageerd.
Toen de brief met het verzoek van de NAVO voor verlenging van de militaire missie er kwam, werd de discussie grimmiger. Beide kampen in de loopgraven. Pure machtspolitiek volgde, waarbij eigen strategische belangen de doorslag gaven. Wouter Bos heeft niet willen buigen voor Maxime Verhagen en de rest van het CDA die hem eerder van draaikonterij beschuldigden. En het CDA laat niet zijn kroonprins vallen. Omdat het hemd nader is dan de rok, werd gekozen voor een kabinetscrisis. En nu vegen beide kampen hun eigen straatje schoon.
Hoe moet het nu verder met Uruzgan? Voortgaan op de huidige weg is geen optie, niet voor Nederland en niet voor de NAVO. De militaristen hebben wel gelijk dat er in Uruzgan geen abrupt einde mag komen aan de militaire bescherming. Er dient hier voor de weg van geleidelijkheid te worden gekozen. Dat is de afgelopen twee jaar onvoldoende tot stand gekomen.
De militaire taak wordt nu terug gegeven aan de NAVO, waar deze ook thuishoort. Nederland heeft zijn deel aan de militaire taak naar behoren vervuld. Door Nederland weer om verlenging te vragen, kiest de NAVO echter voor de voor de NAVO gemakkelijkste weg. Het is nu aan de NAVO om voor adequate vervanging te zorgen. Er zijn nog heel wat NAVO-landen die hier hun steentje aan kunnen bijdragen, maar die zijn blijkbaar niet zo solidair. Maar als de NAVO niet kan zorgen voor zijn eigen taakinvulling, dan mag dat mankeren niet alleen op Nederland afgewenteld worden. Dat is een opgave voor het gehele bondgenootschap.
Wat kan Nederland dan wel nog doen? Naar mijn mening moet Nederland in Afghanistan actief meehelpen bij het zoeken van politieke oplossingen, waarbij de oorlog wordt omgebogen naar vrede. Dit zal een moeizaam en langdurig proces worden, maar bij de laatste Afghanistan-conferentie zijn wel goede stappen gezet. De ontwikkelingshulp in Afghanistan kan worden geïntensiveerd, zodat vooral de gewone bevolking een wat minder uitzichtloos bestaan krijgt. Daarbij horen ook de opleiding van een politiemacht die er op termijn in zal slagen om de orde te handhaven en het meehelpen aan de democratische en maatschappelijke opbouw van het land, onder gemengde politieke machtsverhoudingen. Die ontwikkelingssamenwerking zal in het begin nog moeten plaatsvinden onder de beschermende paraplu van militairen van een ander NAVO-land.
Harrie Winteraeken
Voorzitter Vredesplatform Heerlen
Dit bericht is op dinsdag 23 februari 2010 gepubliceerd op de opiniepagina van Dagblad De Limburger en Limburgs Dagblad onder de titel: “De mening: Winteraeken kritisch over de rol NAVO in Uruzgan-kwestie. Uruzgan-boek niet dicht."
Woordkeuze maakt een wereld van verschil.
In de politiek wordt steeds vaker harde taal gebruikt. Niet alleen verharden standpunten, ook de sfeer in de politiek wordt grimmiger. Tegenstellingen worden gekweekt. Men is doelbewust uit op imagoschade. Men noemt iemand een draaikont als deze tot andere inzichten komt of zelfs maar compromisbereid is. Is iemand stijfkoppig of vasthoudend of standvastig als deze niet van standpunt verandert?
De verruwing in de politiek heeft zijn weerslag in de samenleving. En deze verruwing lijkt nog meer te lonen dan wat jaren geleden. Media geven er meer aandacht aan en burgers kiezen ervoor. Anderen gaan het opvolgen, want men kan toch niet achterblijven. En zo zijn we in een verkeerde spiraal terecht gekomen.
De verruwing in de politiek heeft zijn weerslag in de samenleving. En deze verruwing lijkt nog meer te lonen dan wat jaren geleden. Media geven er meer aandacht aan en burgers kiezen ervoor. Anderen gaan het opvolgen, want men kan toch niet achterblijven. En zo zijn we in een verkeerde spiraal terecht gekomen.
maandag 22 februari 2010
Afvalstoffenheffing: weblog SP mist de nuance
Afvalstoffenheffing: weblog SP mist nuance.
De Weblog van de SP in Heerlen van 2 december meldt: “Heerlen mag niet het afvalputje worden”. Dat artikel gaat vooral in op de acceptatie door de SP van het nieuwe betaalsysteem (volumefrequentiesysteem) voor het ophalen van huisvuil. Burgers van Heerlen betalen met ingang van 2010 per leeg te maken container.
Ik werd door een SP-er op dit bericht geattendeerd omdat GroenLinks er nogal slecht vanaf kwam. Wat me in eerste instantie opvalt is dat de SP voor een systeem heeft gestemd waar ze eigenlijk tegen zijn en dat GroenLinks tegen een voorstel stemde waar ze in essentie voor zijn: “GL is een absolute voorstander van het systeem, immer afval scheiden is goed voor het milieu. We zijn ook voor het vervuiler betaalt principe.”
Beide partijen doen hun uiterste best om hun eigen stemgedrag te rechtvaardigen. Daarbij is het dubbel opvallend dat de SP wel grote kritiek heeft op het averechts stemmen van GroenLinks: “Opvallend was de rol van GroenLinks. De partij toonde zich in Heerlen al meerdere malen de bijwagen van de rechtse oppositie. Ook nu. GroenLinks stemde tegen de afvalstoffenheffing en daarmee tegen het systeem De vervuiler betaalt. Weg met het groene karakter van de partij”.
Over het algemeen vind ik het triest dat het belangrijkste middel om je standpunten te uiten, namelijk het stemgedrag, wordt misbruikt om een politiek signaal af te geven dat tegengesteld is aan het doel dat men zegt te willen bereiken. Dat is blijkbaar politiek, maar ik vind dat niet uit te leggen aan de burger. Dergelijk stemgedrag maakt de politiek namelijk ongeloofwaardig. Als de SP zoveel kritiek heeft op dit betaal systeem, heb dan ook het lef om tegen te stemmen, is mijn eerste conclusie.
Voor GroenLinks ligt het wat genuanceerder. Het feitelijke voorstel om over te gaan tot dit betaalsysteem is voor de zomer in de raad geaccepteerd met de voorstem van GroenLinks. Daarmee gaf ‘het groene’ GroenLinks aan voorstander te zijn van het systeem. Op 1 december was het beslispunt de te hanteren tarieven in de ‘Verordening voor de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing 2010’. En daar was wel degelijk wat op aan te merken. Het is mijns inziens politiek volledig geoorloofd om wel voor het betaalsysteem te stemmen, maar tegen de voorgestelde tarieven.
“GroenLinks steunde daar bovenop een voorstel van het CDA om de Kwijtschelding voor de allerarmsten te schrappen uit het systeem van de afvalstoffenheffing. Huh? Ja echt waar….
Dat het CDA, de Leefbaren en Hart-Leers hartstikke rechts zijn, wisten we al. En van GroenLinks in Heerlen is de afhankelijkheid van die rechtse vrienden ook al langer duidelijk. Treurig blijft het wel: GroenLinks is niet meer Groen en niet meer Links.”
Harde taal. Ik heb dus die motie en de notulen maar eens opgevraagd. Of die motie daadwerkelijk zo erg is als wordt gesuggereerd? Nu valt dat reuze mee. De motie vraagt om de kosten van het kwijtscheldingsbeleid niet te verrekenen met de afvalstoffenheffing maar “de betaalbaarstelling van de kwijtschelding te voldoen uit de algemene middelen”. Over de haalbaarheid van de motie en de financiële dekking wil ik het hier niet hebben, maar hier wordt niet gesuggereerd om de kwijtschelding af te schaffen. Als hiertoe zou worden overgegaan zullen niet de allerarmsten hiervan de dupe zijn. Als het budgettair neutraal zou verlopen dan gaat de afvalstoffenheffing naar beneden en de onroerende zaak belasting omhoog. Aangezien iedereen evenveel afvalstoffenheffing betaalt en over het algemeen meer bemiddelde mensen een hogere OZB, is hier sprake van een klein voordeel voor de mensen met een kleine beurs. De motie van het CDA kan dus eerder worden uitgelegd als ‘links’ dan als ‘rechts’. En er is dan ook niks mis mee dat GroenLinks ‘m heeft gesteund.
Het kan natuurlijk de bedoeling zijn dat GroenLinks in Heerlen imagoschade oploopt met dergelijke berichten op de weblog van de SP. Maar wat hierboven geciteerd staat, gaat zeker niet op voor deze besluitvorming. Dat maakt me natuurlijk ook erg wantrouwig voor de andere beweringen die op deze weblog staan. Maar ik heb geen tijd om die allemaal uit te pluizen. Misschien kan journalist Marcel de Veen van de regionale kranten dit doen. Hij gaf in een stuk over de aanstaande verkiezingen aan dat GroenLinks in Heerlen de VVD regelmatig rechts inhaalt. Volgens mij dit keer niet, dus.
De Weblog van de SP in Heerlen van 2 december meldt: “Heerlen mag niet het afvalputje worden”. Dat artikel gaat vooral in op de acceptatie door de SP van het nieuwe betaalsysteem (volumefrequentiesysteem) voor het ophalen van huisvuil. Burgers van Heerlen betalen met ingang van 2010 per leeg te maken container.
Ik werd door een SP-er op dit bericht geattendeerd omdat GroenLinks er nogal slecht vanaf kwam. Wat me in eerste instantie opvalt is dat de SP voor een systeem heeft gestemd waar ze eigenlijk tegen zijn en dat GroenLinks tegen een voorstel stemde waar ze in essentie voor zijn: “GL is een absolute voorstander van het systeem, immer afval scheiden is goed voor het milieu. We zijn ook voor het vervuiler betaalt principe.”
Beide partijen doen hun uiterste best om hun eigen stemgedrag te rechtvaardigen. Daarbij is het dubbel opvallend dat de SP wel grote kritiek heeft op het averechts stemmen van GroenLinks: “Opvallend was de rol van GroenLinks. De partij toonde zich in Heerlen al meerdere malen de bijwagen van de rechtse oppositie. Ook nu. GroenLinks stemde tegen de afvalstoffenheffing en daarmee tegen het systeem De vervuiler betaalt. Weg met het groene karakter van de partij”.
Over het algemeen vind ik het triest dat het belangrijkste middel om je standpunten te uiten, namelijk het stemgedrag, wordt misbruikt om een politiek signaal af te geven dat tegengesteld is aan het doel dat men zegt te willen bereiken. Dat is blijkbaar politiek, maar ik vind dat niet uit te leggen aan de burger. Dergelijk stemgedrag maakt de politiek namelijk ongeloofwaardig. Als de SP zoveel kritiek heeft op dit betaal systeem, heb dan ook het lef om tegen te stemmen, is mijn eerste conclusie.
Voor GroenLinks ligt het wat genuanceerder. Het feitelijke voorstel om over te gaan tot dit betaalsysteem is voor de zomer in de raad geaccepteerd met de voorstem van GroenLinks. Daarmee gaf ‘het groene’ GroenLinks aan voorstander te zijn van het systeem. Op 1 december was het beslispunt de te hanteren tarieven in de ‘Verordening voor de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing 2010’. En daar was wel degelijk wat op aan te merken. Het is mijns inziens politiek volledig geoorloofd om wel voor het betaalsysteem te stemmen, maar tegen de voorgestelde tarieven.
“GroenLinks steunde daar bovenop een voorstel van het CDA om de Kwijtschelding voor de allerarmsten te schrappen uit het systeem van de afvalstoffenheffing. Huh? Ja echt waar….
Dat het CDA, de Leefbaren en Hart-Leers hartstikke rechts zijn, wisten we al. En van GroenLinks in Heerlen is de afhankelijkheid van die rechtse vrienden ook al langer duidelijk. Treurig blijft het wel: GroenLinks is niet meer Groen en niet meer Links.”
Harde taal. Ik heb dus die motie en de notulen maar eens opgevraagd. Of die motie daadwerkelijk zo erg is als wordt gesuggereerd? Nu valt dat reuze mee. De motie vraagt om de kosten van het kwijtscheldingsbeleid niet te verrekenen met de afvalstoffenheffing maar “de betaalbaarstelling van de kwijtschelding te voldoen uit de algemene middelen”. Over de haalbaarheid van de motie en de financiële dekking wil ik het hier niet hebben, maar hier wordt niet gesuggereerd om de kwijtschelding af te schaffen. Als hiertoe zou worden overgegaan zullen niet de allerarmsten hiervan de dupe zijn. Als het budgettair neutraal zou verlopen dan gaat de afvalstoffenheffing naar beneden en de onroerende zaak belasting omhoog. Aangezien iedereen evenveel afvalstoffenheffing betaalt en over het algemeen meer bemiddelde mensen een hogere OZB, is hier sprake van een klein voordeel voor de mensen met een kleine beurs. De motie van het CDA kan dus eerder worden uitgelegd als ‘links’ dan als ‘rechts’. En er is dan ook niks mis mee dat GroenLinks ‘m heeft gesteund.
Het kan natuurlijk de bedoeling zijn dat GroenLinks in Heerlen imagoschade oploopt met dergelijke berichten op de weblog van de SP. Maar wat hierboven geciteerd staat, gaat zeker niet op voor deze besluitvorming. Dat maakt me natuurlijk ook erg wantrouwig voor de andere beweringen die op deze weblog staan. Maar ik heb geen tijd om die allemaal uit te pluizen. Misschien kan journalist Marcel de Veen van de regionale kranten dit doen. Hij gaf in een stuk over de aanstaande verkiezingen aan dat GroenLinks in Heerlen de VVD regelmatig rechts inhaalt. Volgens mij dit keer niet, dus.
zondag 21 februari 2010
lijstduwer kieslijst GroenLinks Heerlen
Bij de gemeenteraadsverkiezingen op 3 maart as. ben ik voor GroenLinks in Heerlen lijstduwer. Dat is een beetje een bijzondere plek, die ook beoogt wat status te geven aan de kieslijst. Tijdens de ledenvergadering in november waar Sajjad Rahnama’i tot lijsttrekker is gekozen, heb ik ingestemd om lijstduwer te worden. Voor een deel ‘toch’ ingestemd. Ik heb namelijk getwijfeld of ik Sajjad wel wil steunen. Sajjad en ik hebben de afgelopen raadsperiode enkele keren fors van mening verschild. Denk daarbij aan de problematiek rondom Domus III op de Molenberg en Exodus. Ook zijn opstelling in de gemeenteraad over het algemeen ontmoette bij mij kritiek. Sajjad staat over het algemeen voor een meer pragmatische koers en ik hou meer van GroenLinkse uitgangspunten.
Toch verbind ik mijn naam aan de verkiezingslijst van GroenLinks in Heerlen. Mijn belangrijkste reden om dit wel te doen, is dat ik me heel sterk met GroenLinks verbonden voel en me ook in de meeste gevallen wel in de standpunten van de fractie herken. Ik denk dat er best goede mogelijkheden zijn om de komende raadsperiode met een schone lei te beginnen.
In hoeverre ik me met de nieuwe fractie ga bemoeien, hangt ook mee af van mijn eigen verkiezingsresultaat. Als ik minder dan 25 stemmen haal, dan is dat voor mij een duidelijk signaal dat mijn inbreng niet meer zo belangrijk wordt geacht. Ik zal dan de fractie nagenoeg loslaten en ga door met mijn andere maatschappelijke activiteiten. Worden het meer stemmen, dan leg ik dat uit als dat de kiezer het toch zal waarderen als ik me vanuit mijn visie hoe GroenLinks in Heerlen politiek zou moeten bedrijven, ook met de actuele politieke standpuntbepaling van GroenLinks in Heerlen ga bemoeien. Daarbij hanteer ik het uitgangspunt ‘hoe meer stemmen, des te meer bemoeienis’. Dat kan vanaf het actief volgen van enkele onderwerpen, het min of meer regelmatig bijwonen van fractievergaderingen, kandideren voor het technisch voorzitterschap van de (steun)fractie, kandideren voor fractieassistent en bijvoorbeeld kandideren voor het voorzitterschap van GroenLinks in Heerlen als 2e man Fer Gubbels gekozen wordt tot raadslid.
Overigens voer ik niet actief campagne voor mezelf en stem ik niet op mezelf, dat laatste heb ik nog nooit gedaan.
Harrie Winteraeken
Toch verbind ik mijn naam aan de verkiezingslijst van GroenLinks in Heerlen. Mijn belangrijkste reden om dit wel te doen, is dat ik me heel sterk met GroenLinks verbonden voel en me ook in de meeste gevallen wel in de standpunten van de fractie herken. Ik denk dat er best goede mogelijkheden zijn om de komende raadsperiode met een schone lei te beginnen.
In hoeverre ik me met de nieuwe fractie ga bemoeien, hangt ook mee af van mijn eigen verkiezingsresultaat. Als ik minder dan 25 stemmen haal, dan is dat voor mij een duidelijk signaal dat mijn inbreng niet meer zo belangrijk wordt geacht. Ik zal dan de fractie nagenoeg loslaten en ga door met mijn andere maatschappelijke activiteiten. Worden het meer stemmen, dan leg ik dat uit als dat de kiezer het toch zal waarderen als ik me vanuit mijn visie hoe GroenLinks in Heerlen politiek zou moeten bedrijven, ook met de actuele politieke standpuntbepaling van GroenLinks in Heerlen ga bemoeien. Daarbij hanteer ik het uitgangspunt ‘hoe meer stemmen, des te meer bemoeienis’. Dat kan vanaf het actief volgen van enkele onderwerpen, het min of meer regelmatig bijwonen van fractievergaderingen, kandideren voor het technisch voorzitterschap van de (steun)fractie, kandideren voor fractieassistent en bijvoorbeeld kandideren voor het voorzitterschap van GroenLinks in Heerlen als 2e man Fer Gubbels gekozen wordt tot raadslid.
Overigens voer ik niet actief campagne voor mezelf en stem ik niet op mezelf, dat laatste heb ik nog nooit gedaan.
Harrie Winteraeken
Abonneren op:
Posts (Atom)