De Limburgse
kranten berichtten op 10 maart jl. dat een beledigende uitspraak toelaatbaar
wordt geacht als deze wordt gedaan in een politiek context. Een aanhanger van
Geert Wilders had in 2010 tijdens een anti-islamdemonstratie in Berlijn gezegd
dat “Arabieren fervente kontenbonkers zijn die ook kleine jongens neuken”. Het
gerechtshof in Amsterdam oordeelde dat iemand ‘in een politieke context zaken
aan de orde moet kunnen stellen’. “Ook als zijn uitlatingen kunnen kwetsen,
choqueren of verontrusten”. Het hof vindt de uitspraken weliswaar beledigend,
maar het is belangrijk dat de spreker ze zei tijdens een interview bij een
demonstratie. De rechters spreken daarom van uitspraken in het ‘maatschappelijk
debat’ en noemen ze zelfs niet ‘onnodig grievend’.
Ik erken
graag, zoals ook in eerdere min of meer vergelijkbare zaken is gebeurd, het
grote belang van de vrijheid van meningsuiting voor politici. Maar eerdere
uitspraken gaan er ook vanuit dat een politicus een grotere
verantwoordelijkheid heeft dan andere burgers. Het Europese Hof ging er in drie
eerdere uitspraken juist vanuit dat politici hun woorden moeten wegen, gezien
de gevolgen die ze kunnen hebben omdat ze het hele volk aanspreken. Politici
mogen dus niet zomaar wat roepen omdat het lekker bekt, zodat hun aanhangers
kunnen vinden dat ‘alleen zij zeggen waar het op staat’. De bovenstaande
uitspraak is buitenproportioneel, kweekt een ongezonde stemming en zaait
tweedracht in de samenleving. De sfeer wordt erdoor verziekt en er treedt
verharding op tussen mensen, daar waar toenadering nodig is.
Ik vind dat
de Amsterdamse rechters hier dwalen, misschien niet in hun juridische keuze
voor de vrijheid van meningsuiting, maar wel in de bedoeling van dit
uitgangspunt in relatie tot de andere beperkende omgangsvormen. We raken steeds
verder in een neerwaartse spiraal. Het is niet de bedoeling van de wetgever
geweest dat de samenleving stelselmatig verruwd en dat we vanuit de vrijheid
van meningsuiting iedereen ongefundeerd voor rotte vis mogen uitmaken.
En waar ligt
nu de grens voor de politicus én voor de burgers? Als de politicus voorop mag
lopen bij de verruwing, omdat hij daarmee politiek winst kan boeken, dan mogen
gewone mensen daar gewoon in volgen? Met de sociale media als spreekbuis voor
ieder ‘interview’ bij een ‘eenpersoonsdemonstratie’ mag dus blijkbaar alles
uitgebraakt worden? Moet dan iedere discussie verworden tot een ordinaire
scheldpartij? Ik blijf in ieder geval geloven in politiek correct taalgebruik. Omdat
ik ervan overtuigd ben dat dit beter is voor onze samenleving.
ps.: Op vrijdag 18 maart start de strafzaak tegen Geert Wilders over zijn 'minder minder Marokkanen-uitspraak. Of deze uitspraak van het Gerechtshof van Amsterdam hier nog op van invloed is?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten