vrijdag 26 juli 2013

Spijt van hurkerig gedrag.


Een poosje geleden had ik bezoek van twee medewerksters van de Belgische Provincie Limburg. Ze wilden meer weten over hoe we hier in Nederlands Zuid-Limburg bodemerosie en wateroverlast aanpakken. Ze hadden een dienstwagen van de provincie, een 4x4 terreinwagen, wel wat ouder. ’s Middags met die auto een bezoek gebracht aan Etzenrade en Schinveld. Daarna naar Heerlen gereden om een collega van mij op de trein naar TsjechiĆ« te zetten.
Alles ging goed tot we op de rotonde reden van de Spoorsingel en de Kempkensweg. Hij schakelde ineens niet meer. Gas geven hielp niet meer. Snel als ik altijd ben en gelukkig met hulp van een behulpzame overstekende jongeman, duwden we de zware auto naar het begin van de verder lege parkeerstrook voor bussen bij het station. En toen begon de zoektocht naar pechhulp. Mijn collega mocht de trein nemen. Wat dat betreft was onze pechplek wel heel gelukkig.

Op een gegeven moment stopt een lijnbus van Veolia achter de kapotte auto. Een passagier maakt nog even een praatje en stapt uit. Toen begon de chauffeur (ik schat ‘m halverwege de 50 jaar) herhaaldelijk hard en langdurig te toeteren. Oorverdovend hard als je er een meter vanaf staat. Hij gebaarde dat we vooruit moesten rijden. Ik begreep eerst niet waarom. Ik zag het probleem niet, hij hoefde toch maar even aan zijn stuur te draaien? Wij riepen terug dat de auto echt kapot was en niet meer vooruit wilde. De buschauffeur bekeek de situatie echter alleen van zijn kant: ‘dat is mijn parkeerplek, jullie staan fout, wegwezen!’ Hij wilde niet anders communiceren dan met zijn claxon en was niet ontvankelijk voor de situatie bezien vanuit onze positie.

Aan de overzijde van de weg stond inmiddels ook een bus. Die kon vanwege die ene bus niet het busstation in rijden. Die begon ook fors te claxonneren. Vanuit het raampje riep de chauffeuse taal uit die ik eigenlijk niet van een mevrouw zou verwachten. Ik riep maar terug dat als zij die auto kon verplaatsen, dan graag. Hielp niet. Ze heeft het vanwege het getoeter waarschijnlijk toch niet verstaan. Toen ik de buschauffeur dan toch even aan zijn raampje gewoon wilde uitleggen dat de auto niet kon worden verplaatst, hield hij op.
De chauffeur reed de bus enkele meters achteruit, draaide vervolgens om de auto heen (was echt geen moeilijke manoeuvre) en zette de bus ietsje verderop op de parkeerstrook.
Toen de chauffeur langs liep, vroeg ik nog of dat hurkerig gedrag nu echt nodig was geweest? (Hurkerig moet horkerig zijn, maar ik dacht blijkbaar aan dat groene TV-monster). Geen reactie. Een toeschouwer viel toen ongenadig grof uit tegen de buschauffeur, zodanig dat ik me daar ook weer voor schaamde. De chauffeur liet ook dit over zich heen komen, liep naar de zijn pauzeplek in de Hoppenhof en de rust was weergekeerd. We begrepen er eigenlijk niets van en hadden ook onze gedachten (weer) snel bij het regelen van de pechhulp (eigenlijk een verhaal apart).

Na korte tijd kwam de buschauffeur terug met 4 blikjes fris. “Wat me nu is overkomen, is me nog nooit gebeurd” en “Er is me vanmiddag iets gebeurd ….”, herhaalde hij enkele malen. Hij gaf de blikjes en was weer vlot weg. De man was erg aangedaan maar betuigde wel op deze manier duidelijk spijt van zijn getoeter. Of hem die middag nog iets ernstigs was gebeurd en dat de emmer vol was toen hij de parkeerstrook op wilde rijden en zich op die Belgische auto afreageerde? We zullen het niet weten. Maar het voorval van dit ‘korte lontje’ (ook van de toeschouwer en de chauffeuse) en zijn positieve wending, hield me wel nog even bezig. Wat een tragikomische samenloop van omstandigheden.

Epiloog: en de terreinauto? Na een klein uur arriveerde de wegenwacht. Die kwam, zag dat ie echt kapot was (iets in de overbrenging van de versnellingsbak naar de motor) en duwde de auto mee naar de andere kan van de weg op de parkeerplaats van autoverhuurder Bastiaans. De twee medewerksters zijn door de moeder van een van hen opgehaald. Zij kwamen met fixe vertraging thuis. De auto is de dag daarna door de technische dienst van de Belgische Provincie Limburg terug gehaald. Of het zich nog loonde om die te repareren, is mij niet bekend.

Geen opmerkingen: