De goede serie van het Onbehagen van Limburger en Dagblad de Limburger is afgesloten met een concluderende samenvatting. Goed journalistiek onderzoek en ook een goede samenvatting.
Ik maak twee opmerkingen.
Terecht wordt geconstateerd dat de groep ‘overvraagden’, dat niet meer aan de eisen van onze maatschappij kan of wil voldoen, groeit. Daar zal ook onze maatschappij meer rekening mee moeten houden. Maar ik denk dat ook onze overheid en de politieke partijen worden overvraagd. De verwachtingen zijn op tal van terreinen te hoog gespannen (al ligt de oorzaak zeker ook bij de politiek). De overheid moet de hele samenleving in al zijn facetten dienen. Hoewel we een van de welvarendste landen in de wereld zijn en onze zaakjes over het algemeen redelijk voor elkaar hebben, moet er nog veel gebeuren op tal van maatschappelijke terreinen. Toch wordt van de overheid ook verwacht dat ze terughoudend is, minder regels produceert en vooral niet meer belasting heft. Wellicht is ook wat meer solidariteit met de overheid nodig?
Ik neem een niet zo controversieel voorbeeld als het stimuleren van de economie. De mogelijkheden van de overheid zijn hier beperkt. Toch zijn hier ook verwachtingen. Wellicht ligt het ‘overvragen ‘ hier aan het uitgangspunt dat de economie moet groeien. Is dat echt nodig? Wordt het niet tijd om dit overheersende streven van groei ter discussie te stellen of zelfs in te ruilen tegen een ‘economie van het genoeg’ (de term is van de begin 80-er jaren)? Een economie die meer in evenwicht blijft en zo langdurig duurzaam aangepast is aan de gemiddelde behoeften.
Het onbehagen van de Limburgers wordt voor een belangrijk deel verklaard uit de geschiedenis en in het bijzonder de verandering (modernisering) van zekerheden / geborgenheid / tradities naar een onzekere samenleving. De identiteit van de Limburger lost op in een ‘niemandsland’. Van hieruit zou het onbehagen leiden tot extra veel stemmen op de PVV die de Limburgse identiteit benadrukt.
Wat ik me afvraag is of dit voldoende uitleg is. Het onbehagen in Nederland is groot en ook het aantal stemmen op de partijen aan de uitersten van het politieke spectrum: SP en PVV. Voor een deel, zeker bij de PVV, komt dit voort uit het onbehagen en de daarbij horende proteststem. Angst voor de toekomst speelt hier zeker een rol. Maar de verbinding met de Limburgse identiteit lijkt mij niet doorslaggevend. Ik kan me niet voorstellen dat veel kiezers hier rechtstreeks een vervolg aan geven door hier zo de nadruk op te leggen in het stemhokje. Je laat je toch niet leiden in je politieke keuze op basis van dit gevoel, daar waar er zoveel andere meer concrete politieke onderwerpen zijn waar je belang aan kan hechten? De vele politieke partijen bieden een brede keuze aan en min of meer acceptabele oplossingen. Ik denk dat het onbehagen (ook bij de Limburgers) meer algemener is, voor zover het de in verhouding meer stemmen op de PVV verklaart, dan op het verlies aan de Limburgse identiteit. De feiten van de politieke keuzes van de Limburgers spreken voor zich. Maar de individuele keuzes zouden gebaseerd moeten zijn op een bredere kijk op het politiek spectrum?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten