Dubbele loyaliteit van allochtone raadsleden.
In de regionale kranten Dagblad De Limburger en Limburgs Dagblad van 12 november 2011 staat een tweepaginagroot stuk over de dubbele positie die veel allochtone (Turkse en Marokkaanse) gemeenteraadsleden hebben. Ik mag hier spreken uit ervaring omdat ik anderhalve periode in Heerlen raadslid ben geweest met wijlen Mohamed Ben Moussa.
Het vertegenwoordigen van de allochtone achterban gaat meestal goed samen met het vertegenwoordigen van de politieke partij waarvoor men gekozen is. Over het algemeen zijn er geen zwaarwegende inhoudelijke conflicten en draagt men gewoon bij aan de meningsvorming van de fractie. Mohamed voelde zich op de eerste plaats vertegenwoordiger van de Marokkaanse gemeenschap. En allochtonen zien over het algemeen hun vertegenwoordiger als een belangenbehartiger, wat overigens zeer verklaarbaar is vanuit de oorspronkelijke politiek cultuur maar ook hier vaak opgeldt doet.
Mohamed was echter uitermate loyaal aan GroenLinks totdat GroenLinks wilde vernieuwen. Mohamed kreeg vanwege het risico om met voorkeurstemmen rechtstreeks gekozen te worden, geen plek aangeboden op de kieslijst van 2006. En dus stapte hij over naar opponent Leefbaar Heerlen, waarvoor hij met voorkeurstemmen werd gekozen.
Politiek bedrijven is proberen om zo veel mogelijk van je politieke doelstellingen te verwezenlijken. Die doelstellingen zijn bijvoorbeeld opgeschreven in een partij- of verkiezingsprogramma. Maar vaak is het ook beslissen op basis van algemene uitgangspunten. En bij coalitiepolitiek is het eerder regel dan uitzondering dat men compromissen moet sluiten. Daar staat tegenover dat men ook niet te vast gebonden mag zijn aan een partijlijn en dat dus afwijkend stemgedrag, zeker bij principiële kwesties mogelijk moet zijn zonder dat het tot een breuk leidt.
Raadsleden en dus ook allochtone raadsleden hebben hierin een eigen verantwoordelijkheid. Het uit de fractie stappen vanwege inhoudelijk meningsverschillen is gelukkig uitzonderlijk. En als het gebeurt, dan is er vaak meer aan de hand. Uit de partij stappen vanwege een meningsverschil dat niet behoort tot de eigen verantwoordelijkheden, zoals het verbod op onverdoofd ritueel slachten (Tweede Kamer) gaat nog een stap verder. Vanwege dat éne standpunt wil men de partij niet meer vertegenwoordigen. Als men indertijd met overtuiging gekozen heeft voor die partij, dan laat men dus het overgrote deel van de uitgangspunten van die partij los. Dan is het meningsverschil wel heel principieel of de loyaliteit ten opzichte van de eigen achterban wel erg groot. Of een andere partij dat verschil wel duurzaam kan overbruggen? De overige politieke standpunten zullen dan niet zo zwaar meetellen? En dus kan men ook gemakkelijk van partij wisselen.
In de politiek moet men vaak kiezen, en dus ook als er sprake is van een knellende dubbele loyaliteit. Principes of dat ene belangrijke punt kunnen dan in de weg zitten. Vooraf kan men wellicht een inschatting maken welke partij het best bij je past, maar dat geldt ook andersom. De wervers voor kieslijsten zouden daar meer rekening mee kunnen houden. En in iedere partij, ook bij een partij voor alleen allochtonen, zal men keuzes moeten maken die niet 100 % aansluiten bij de persoonlijke visie of doelstellingen. Iemand die geen compromissen kan sluiten, is niet geschikt voor de politiek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten