zondag 6 september 2009

Procedure Arcus – college gestart.

Via een mededeling op de advertentiepagina van het weekblad Parkstad is door de gemeente op 19 augustus kenbaar gemaakt dat er een ontwerpbesluit ter inzage is gelegd voor het bouwen van een onderwijsinstelling aan de Nieuw Eyckholt 302 en de Valkenburgerweg 148. Hierop is het indienen van een zienswijze mogelijk. De plannen liggen vanaf donderdag 20 augustus 6 weken ter inzage. De uiterste datum is dus woensdag 30 september.

De eerste scheve schaats heeft de gemeente inmiddels gereden. In weekblad Parkstad van 29 juli werd aangekondigd dat de aanvraag voor een bouwvergunning op 19 augustus zou worden gepubliceerd. Bij aanvragen van bouwvergunningen worden deze bouwplannen wel al ter inzage gelegd, maar daar kan dan nog niet op worden gereageerd. Dit is mij op 4 augustus nog expliciet bevestigd door de gemeenteambtenaar aan de balie van het loket bouwvergunningen in het stadskantoor. Nu wordt het dus aanpakken.
Daarom ook hierbij de oproep om actief te worden in het juridische verzet tegen de bouw van Arcus in Terworm. Je mag je bij mij melden.

aankondiging minifestival Heerlen in de wereld

HEERLEN IN DE WERELD
DE WERELD IN HEERLEN

Op zaterdag 26 september van 12:00 uur tot 16:00 uur 2de Promenade in Heerlen vindt opnieuw, inmiddels traditioneel, de manifestatie “Heerlen in de wereld, de wereld in Heerlen” plaats. De minifestival wordt georganiseerd door HeerlenMondiaal.
Tijdens deze manifestatie presenteren zich diverse organisaties en zij geven informatie over hun doelstellingen en activiteiten.

Aanwezig zullen zijn: Amnesty International; ATD Vierde Wereld; Gered Gereedschap; Indianen in Brasil; Latinosmaas; Missionair Beraad Heerlen; Raad van Kerken; Stichting Scan;Stichting Taama-Andreas; Transiton Town Parkstad; het Vredesburo; het Vredesplatform Heerlen; de Werkgroep Latijns Amerika; de Werkgroep Heerlen Millenniumgemeente en de Wereldwinkel.

De informatiemarkt wordt verlevendigd met muzikale optredens van Kumpo; Grupo Capoeira Brasil; Corazon de Mexico (Latijns-Amerikaanse dansen); het Antilliaans koor Together en Seiscaminos.

Evenals afgelopen jaren staat deze manifestatie in het teken van de “Millenniumdoelen”. Dit zijn doelstellingen van de Verenigde Naties, waarin de regeringen in de wereld afspraken hebben gemaakt om onder andere de armoede te bestrijden, ziektes en kindersterfte te bestrijden, het bevorderen van onderwijs voor alle kinderen, onderdrukking van vrouwen te bestrijden, een goed leefmilieu en eerlijke handel te bevorderen. Meer hierover kunt u terugvinden op www.millenniumdoelen.nl .
Informatie over HeerenMondiaal, over haar organisaties en over de manifestatie kunt u
terugvinden op www.parkstadmondiaal.nl.

Duistere motieven PVV wat ze wil met allochtonen.

Deze zomer vroeg de Partij voor de Vrijheid in Kamervragen wat allochtonen de Nederlandse samenleving kosten, en dit voor alle ministeries / beleidsterreinen. Nu (5 september 2009) blijkt uit antwoorden van minister Van der Laan van integratiezaken dat het kabinet niet verder wil gaan dan het beschikbaar stellen van gegevens die al bekend zijn en waar ook specifiek beleid op wordt gevoerd. Het is naar mijn mening volkomen terecht dat niet verder wordt ingegaan op de vragen van de PVV. De reactie van het kabinet is naar mijn mening al te ver tegemoetkomend. Een principiëler nee was op zijn plaats geweest.

De PVV geeft waarschijnlijk uit strategische overwegingen geen argumenten waarom ze specifiek deze cijfers wil. Hoewel ze daarover de samenleving in het duister laat, mag worden aangenomen dat ze er politiek mee wil bedrijven; politiek op basis van onderscheid tussen niet-westerse allochtonen en anderen. Ze wil mensen niet gelijk behandelen. Naar mijn mening wil de PVV daarmee discrimineren. Dit is strijdig met artikel 1 van onze Grondwet. In dit artikel staan namelijk het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod geformuleerd. Het artikel geeft aan dat gelijke gevallen gelijk behandeld dienen te worden (gelijkheidsbeginsel) en dat discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook niet is toegestaan (discriminatieverbod).
Het doelbewust tweedracht zaaien door de PVV is niet alleen bijzonder gevaarlijk voor de sfeer en saamhorigheid binnen onze samenleving. Het roept ook andere associaties op. Vervang ‘islam’ door ’joods’ en ‘niet-westers allochtoon’ door ‘niet-ariër’, dan ziet iedereen de vergelijking met fascisme en racisme. De PVV is een neofascistische groepering.

Het zijn net deze uitingen die de PVV onderscheiden van andere partijen. Het pleiten voor belastingverlaging, sterkere bestrijding van criminaliteit en strengere straffen, minder regels en minder Europa enz. gebeurt door meerdere partijen. Daarin is de PVV niet bijzonder, of het zou het taalgebruik moeten zijn.

Het is dus de vraag of veel kiezers van de PVV wel beseffen dat hun stem vooral verschil maakt op discriminerende aspecten. En of ze net daarom de PVV willen steunen. Voor de meeste andere onderwerpen is er wellicht ook een andere partij die dicht in de buurt komt. Ik hoop dan ook dat voor veel kiezers hun stem op de PVV bij de Europese verkiezingen een uitglijder is geweest en dat men niet met neofascisme wil worden geassocieerd.

Harrie Winteraeken

Ps.: De PVV noemt de beantwoording ‘een botte belediging van de Kamer en de kiezer’ Ik vraag me af of de PVV niet een te grote broek aantrekt met deze reactie. Of hij namens de Kamer spreekt kan wellicht blijken als een kamermeerderheid het met hem eens is. Maar dan moet de PVV daar dan maar een debat voor aanvragen. Ik denk dat de andere partijen dan de gelegenheid zullen nemen om de PVV de oren te wassen en te vragen naar de werkelijke motieven van de PVV. Kan de PVV ook eens weglopen uit een eigen debat.
En namens tenminste één kiezer heeft de PVV in ieder geval niet gesproken.

Burgemeester Gresel verdient deze aanvallen niet.

Naar aanleiding van verschillende berichten in de regionale kranten in week 36:

Burgemeester Gresel verdient deze aanvallen niet.

De krant moet doen wat haar goed dunkt, maar ik vind dat in het onderzoek naar burgemeester Toine Gresel het nieuws toch wel wordt gemaakt of overdreven. Zeker in het redactionele commentaar van woensdag 2 september wordt iedere mogelijke beschuldiging uitvergroot. Uit de gegevens die ik ken concludeer ik dat Gresel weinig anders fout heeft kunnen doen, dan zich privé tijdelijk door een verkeerd persoon laten adviseren. Geldelijk gewin is niet of nauwelijks aan de orde. Het onderzoek naar dit mogelijke handelen door Hans Pont van bureau Berenschot heeft veel meer gekost.

De publiciteit drie jaar na dato is mijns inziens buiten proporties. Ook de aandacht die dit mogelijk nog in de gemeenteraad gaat krijgen, is niet netjes. Na drie jaar iemand tot aangeschoten wild verklaren en zich dan er nog eens als aaseters op storten. De raadsleden en tenminste enkele fractievoorzitters laten zich leiden door deze publiciteit. Daar neem ik mijn pet niet voor af.

De fractievoorzitters hebben in 2006 het betreffende rapport voor kennisgeving aangenomen. Toen zijn ook de conclusies van het rapport unaniem onderschreven. En is geoordeeld dat er geen verdere actie meer ondernomen hoefde te worden. Voor de fractievoorzitters was dat wel het moment om er iets van te vinden. Bijvoorbeeld ontevredenheid kenbaar maken of aanvullende vragen stellen. En als men vond dat het ernstig genoeg was, ook anders handelen over de vertrouwelijkheid en er zo nodig de gehele raad bij te betrekken. Maar niets van dat alles. Toine Gresel heeft toen verantwoording afgelegd aan de raad, in de personen van de fractievoorzitters, waar vanuit mag worden gegaan dat die de raad ook op dat moment vertegenwoordigden. Er kunnen nu wellicht raadsleden boos zijn op hun fractievoorzitter, dat hij/zij indertijd niet is geïnformeerd, maar dan is dit een verwijt aan de betreffende fractievoorzitter die dat informeren toen niet nodig heeft gevonden.

Nu kan het naar mijn mening niet anders dan dat de conclusies van dat rapport weer worden onderschreven. En sommige fractievoorzitters mogen burgemeester Gresel hun verontschuldigingen aanbieden in plaats van vanwege de publiciteit terug te komen op eerder ingenomen standpunten.

Harrie Winteraeken
(ex-raadslid GroenLinks)

zaterdag 5 september 2009

discussieavond: Kernwapens de wereld uit!

PERSBERICHT

Kernwapens de wereld uit!

In de jaren tachtig heeft de vredesbeweging zich sterk gemaakt voor het uitbannen van kernwapens. Sinds die tijd is er veel veranderd. Zo is de koude oorlog beëindigd en is het aantal kernwapens gereduceerd. Toch zijn er nog altijd 25.000 kernwapens waarvan er duizenden op scherp staan. Ook op de vliegbasis Volkel (in de Brabantse Peel op zo’n 100 km van Parkstad Limburg) liggen nog steeds atoombommen opgeslagen. En zijn er meer landen (Iran, Noord-Korea) die kernwapens willen ontwikkelen.
Inmiddels zijn er initiatieven uit diverse en soms onverwachte hoeken voor het volledig afschaffen van kernwapens.

Op 14 september praat het Vredesplatform Heerlen over het onderwerp kernwapens en over de vraag hoe we de initiatieven om tot nul te komen, kunnen ondersteunen.
U bent van harte uitgenodigd om hierover mee te praten.
Maandag 14 september, 20.30u (tot uiterlijk 22.00u), Luciushof. Putgraaf 3, Heerlen.

Buitenring PsL nog meer bedreigend voor buitengebied?

Het nieuwe voorstel van GS voor de financiering van de buitenring Parkstad Limburg is niet zonder risico’s:
wordt in Parkstad Limburg nog meer maagdelijk gebied geofferd?

In de Voorjaarsnota 2009 hebben Gedeputeerde Staten aangegeven dat de financiële steun van de gemeenten voor de buitenring voor de provincie zeer belangrijk is. Ze stelden dit zelf als randvoorwaarde voor de steun van de provincie aan andere grote projecten in Parkstad Limburg: “Indien de gemeenten onvoldoende steun bieden (aan de ‘optimalisaties’ van de buitenring), dan zal onze focus in Parkstad liggen op de realisatie van de buitenring, alvorens provinciale middelen beschikbaar gesteld worden voor de programma’s in het regiofonds”.

De reacties van de verschillende gemeenten van Parkstad Limburg waren vrij heftig en unaniem: “Niet nog meer geld naar de buitenring!” Het is een provinciale weg en de gemeenten betalen al meer mee dan van hun verwacht zou mogen worden. Omdat er ook inhoudelijke argumenten zijn, was de dreiging aanwezig dat de gemeenten het bestuursconvenant voor de buitenring zouden opzeggen.
De provincie heeft zich dat aangetrokken en heeft op 16 juli jl. een nieuw voorstel gedaan voor de financiering van de buitenring. Daarover hebben gedeputeerde Ger Driessen en de voorzitter van Parkstad Limburg, Toine Gresel, een overeenkomst ondertekend. De Provincie Limburg vraagt geen aanvullende gelden meer van de gemeenten van Parkstad Limburg. De meerkosten ad € 60 miljoen komen voor € 45 miljoen bij de provincie te liggen. (Minister Camiel Eurlings heeft inmiddels € 15 miljoen toegezegd.)

Nu kan ook een aantal verbeteringsvoorstellen (optimalisaties) van de gemeenten worden meegenomen. Ik ga nu niet in op deze optimalisaties en of deze de plannen voor de buitenring daadwerkelijk zodanig verbeteren dat deze daarmee acceptabel zouden kunnen worden of dat de plannen hierdoor slechts plaatselijk noemenswaardig veranderen en dat het grote geheel (een vierstrokenweg rondom Brunssum en de variant via de Hamstraat in Kerkrade) onacceptabel blijft.
De resterende € 45 miljoen worden in het voorstel van GS gedekt door middel van opbrengsten via gebiedsontwikkelingen nabij de buitenring (raming maximaal 15 miljoen euro), 15 miljoen euro voor rekening van de provincie en voor de laatste 15 miljoen wordt weer een beroep gedaan op het Rijk. Die € 15 miljoen van het Rijk is vooral een kwestie van vriendje Eurlings nogmaals vriendelijk vragen. Binnen het CDA is veel mogelijk.

Een groter risico is het inboeken van € 15 miljoen vanuit gebiedsontwikkelingen. Bij opbrengsten van gebiedsontwikkelingen denkt de provincie onder andere aan snelweg gerelateerde ontwikkelingen. Die zouden dus veel geld moeten opleveren. Hiermee worden waarschijnlijk niet de maatregelen bedoeld voor natuur en milieu die dienen ter compensatie van de aanleg van de buitenring. Nee, deze ‘gebiedsontwikkelingen’ zijn eerder nieuwe bedreigingen voor landschap en natuur. In de bebouwde omgeving kosten nieuwe ontwikkelingen vaak veel geld. Als men wat wil verdienen met ‘gebiedsontwikkeling’, dan is de meest toegepaste wijze het goedkoop (landbouw)grond kopen en deze duur als bouwgrond verkopen. Voor de beoogde projecten verwijs ik naar het hoofdstukje ‘integrale gebiedsontwikkeling Parkstadring’ van de regiodialoog Parkstad Limburg – Provincie Limburg met als titel ‘We zijn wat we delen: wij zijn Parkstad!’

Nieuwe ontwikkelingen zijn wellicht te vinden in de recreatiesfeer: het zandgroevegebied Sigrano en Beaujean en nabij de buitenring: de Oostflank van Brunssum en het gebied Gravenrode. Het eerste gebied heeft overigens weinig met de buitenring te maken. Men zoekt vooral mogelijkheden voor verblijfsrecreatie en ‘een toonaangevende trekker met een (meer dan) bovenregionale impact’. Een oude wens in een nieuwe verpakking? Weer een attractiepark? Maar tot nu toe is dit niet concreet te maken en heeft het idee dus weinig realiteitswaarde. En als het meer dan bovenregionale (= internationale) uitstraling moet hebben, dan is het niet wijs om dit ‘achter’ Brunssum te realiseren, maar op een plek die goed ontsloten is per spoor en de snelweg A76.

Het idee om de buitenring te beargumenteren als Parkstad Leisure Ring (bezoekers zien op de heen- en terugweg van hun bestemming wat Parkstad Limburg allemaal te bieden heeft) blijft overigens grote onzin. De weg wordt dan aangelegd om nog meer verkeer aan te trekken terwijl de automobiliteit langzaamaan minder moet worden.

Gebiedsontwikkeling uit wonen kan amper leiden tot een opbrengst voor de buitenring. In onze krimpregio zullen voorlopig geen nieuwe woongebieden nodig zijn. En het vitaal houden van de bestaande woongebieden gaat naar verwachting meer dan € 1 miljard kosten.
Het zelfde geld voor werklocaties (bedrijventerreinen). Er zijn nog voldoende open plaatsen op goed ontsloten bestaande bedrijventerreinen. En het revitaliseren van oude bedrijventerreinen is hard nodig, maar kost ook veel geld. Het uitbreiden van terreinen of het zoeken naar nieuwe terreinen zou dit revitaliseren sterk beconcurreren en dus frustreren. En de inmiddels verlaten plannen voor EDCO in Roermond hoeven in Parkstad Limburg niet te worden herhaald.

Naast de al enorme aanslag op natuur en landschap van de buitenring zelf, is het grootste risico van dit financieringsvoorstel dat men omwille van de winst nog meer landelijke (maagdelijke) gebieden wil ontwikkelen. Dat is wel tegendraads aan het beleid zuinig om te gaan met de open ruimte, die ook een groot maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigt. Vaak zijn dit kwetsbare open landschappen en natuurgebieden. Het is ook strijdig met de eerdere ‘gebiedsontwikkelingsinstrumenten’ uit het ‘Limburgse kwaliteitsmenu’ met o.a. de ‘verhandelbare ontwikkelingsrechten’ en ‘rood voor groen’. Hier was het oorspronkelijk de bedoeling dat als er in het buitengebied stenige ontwikkelingen zouden plaatsvinden, dit wordt gecompenseerd door meer natuurontwikkeling. Echter de nevendoelen van deze instrumenten worden ook keer op keer verder opgerekt en nu lijkt het erop dat er ook wegen betaald mogen worden van projecten in het buitengebied.
Voor een deel heeft men het opvullen van de ruimte op het oog tussen de buitenring en de al bestaande bebouwde omgeving. Zie bijvoorbeeld het nieuwe winkelcentrum in Roermond tussen de A76 en de oude St. Wirosingel. Zo wil men bij op- en afritten van de buitenring nieuwe recreatieobjecten mogelijk maken.
Daarbij is er nog een aanvullend probleem. Om de winst te verhogen verwacht de provincie waarschijnlijk dat de gemeenten de grond inbrengen die ze al in eigendom hebben. Die grond staat meestal nog in de boeken. Indirect zouden de gemeenten dan toch nog fors meer bijdragen aan de buitenring ook al is dit niet ‘cash’.

De provincie heeft bij voorbaat verklaard dat voor de opbrengsten van de gebiedsontwikkeling de provincie bereid is het risico te dragen. Als het niet lukt, dan wil de provincie die € 15 miljoen op een andere wijze bijdragen aan de buitenring? Het is wellicht wijs om die € 15 miljoen nu al niet als opbrengsten uit gebiedsontwikkelingen te boeken. In de praktijk zal blijken dat deze ideeën niet haalbaar zijn. En ideeën die nog meer landschap en natuur kosten dan de buitenring zelf, zijn ook niet gewenst. Parkstad Limburg heeft namelijk zijn handen vol aan het revitaliseren van woongebieden en bedrijventerreinen. En daar komt genoeg ruimte bij vrij voor leuke ideeën.

Harrie Winteraeken

Ps.: Over het bovenstaande worden vragen aan Gedeputeerde Staten van Limburg voorbereid.

Fietsersbond reactie Mobiliteitsplan Landgraaf

Persbericht

Fietsersbond vraagt extra aandacht voor fietser in Mobiliteitsplan Landgraaf.


De gemeente Landgraaf heeft onlangs het concept Mobiliteitsplan 2009 gepubliceerd. Op verzoek van de gemeente heef de Fietsersbond afdeling Parkstad Limburg een reactie geschreven. In deze reactie heeft de Fietsersbond vooral aandacht gevraagd voor de verbetering van de positie van de fietser in het verkeer.

Hoewel de afgelopen jaren het een en ander is bereikt, is er nog veel werk te doen om het langzaam verkeer duurzaam veilig te maken. Het plan is op zich wel vrij ambitieus. De beschreven maatregelen voor veiliger en comfortabeler te kunnen fietsen kunnen wel minder vrijblijvend geformuleerd worden. Er ontbreekt een duidelijke omschrijving van wat de gemeente de komende jaren daadwerkelijk gaat doen.
In het mobiliteitsplan (pag. 77) wordt wel verwezen naar het Actieplan Fiets Parkstad. Maar de Fietsersbond vraagt de gemeente of Landgraaf de hierin opgenomen aanbevelingen, en in het bijzonder het verbeteren van de fietsinfrastructuur op 8 routes plus de verbetering van de fietsbewegwijzering en de fietsparkeervoorzieningen, ook daadwerkelijk gaat uitvoeren. En is Landgraaf voornemens zelf een Actieplan Fiets te gaan maken?

De Fietsersbond vindt daarbij dat nadrukkelijker gestreefd moet worden om het wegennet conform de landelijke en provinciale richtlijnen zo uniform mogelijk in te richten, dit ter vergroting van de herkenbaarheid en dus de veiligheid. Afwijkingen van de ontwerpnormen voor fietspaden en fietsstroken, in die zin dat deze te smal worden uitgevoerd, dienen zoveel mogelijk te worden voorkomen. Te smalle fietsstroken en fietssuggestiestroken (soms maar 40 cm. breed) worden door de Fietsersbond minder aantrekkelijk gevonden dan een gedeelde rijbaan. Dat houdt in dat op nogal wat Landgraafse wegen de situatie verbeterd kan worden, vooral daar waar nu te smalle fietssuggestiestroken liggen.
Bij aanleg van nieuwe wegen en wegreconstructies dient er gezorgd te worden voor goede, snelle en comfortabele fietspaden en –stroken; bij openbare gebouwen en winkelcentra voor goede fietsparkeervoorzieningen.

De geplande Buitenring beoogt het doorgaande verkeer uit de Landgraafse kernen te weren. Daarmee wordt geluidhinder verminderd en de veiligheid en de leefbaarheid vergroot. In welke mate dat zou kunnen lukken, is nog onvoldoende duidelijk; cijfers ter onderbouwing ontbreken nog. Daarnaast bestaat het risico dat de Buitenring barrières veroorzaakt omdat deze doorgaande fietsroutes doorsnijdt. Op kruispunten met de Buitenring dienen optimale fietsvoorzieningen (vrijliggende fietspaden) te worden aangelegd, met in de bebouwde kom voorrang voor de fietsers.

De Fietsersbond vindt dat in het plan te vrijblijvend wordt aangegeven dat asfalt of beton de voorkeur verdient boven elementenverharding. Dit kan harder geformuleerd worden, bijvoorbeeld als ontwerpeis. Fietspaden met elementenverharding (klinkers of tegels) zijn vaak hobbelig en vragen ook meer onderhoud omdat er toch regelmatig met zwaar materieel over wordt gereden. Hieraan wordt toegevoegd dat goed uitgevoerde overgangen in wegdekverhardingen bij kruisingen en rotondes zeer bijdragen aan de comfortverbetering van de fietser.

Positief vindt de Fietsersbond dat er ter vergroting van het fietsgebruik ook aandacht wordt besteed aan gedragsbeïnvloeding door voorlichting, educatie en communicatie.

Voor de planning van aanstaande reconstructies van wegen en in het bijzonder de aanleg van fietsvoorzieningen biedt de Fietsersbond graag haar kennis en ervaring aan.