Het is
allemaal te veel om te bevatten.
Het is
allemaal veel te complex, onze samenleving. We kunnen het allemaal niet meer
overzien. De mensen zijn overvraagd. Een deel van de mensen specialiseert zich
via opleiding, werk of veel leeswerk en weet dan van die onderwerpen behoorlijk
veel af. Maar over het algemeen hebben mensen van de meeste onderwerpen alleen
maar zeer oppervlakkig kennis. Daarmee kom je normaal gesproken ook een heel
eind. Denk bijvoorbeeld maar aan het gebruik van een computer of smartphone. Je
hoeft niet te weten hoe ze werken, als je ze maar kunt bedienen. Je kan niet
alles weten en je moet dat ook niet willen.
Maar als we
een oordeel moeten geven bij verkiezingen of een referendum, dan baseren we ons
over het algemeen slechts op een fractie van de aangeboden kennis. Maar heel
weinig mensen worstelen zich door verkiezingsprogramma’s of vergelijken
partijen op basis van hun stemgedrag. Deels laat men zich leiden door de Stemwijzer
en/of (Groen) Kieskompas, waarvoor de makers aan de hand van specifieke thema’s
een vergelijking tussen programma’s hebben gemaakt. Vaak kiezen we op basis van
een of enkele onderwerpen, of zelf maar op indrukken of gevoel. We surfen op de
golven van de algemene opinie mee, of laten ons graag bevestigen door de sfeer of de kenmerken van
de groep waartoe we vinden dat we behoren. Ook de verkiezingscampagnes en de
aandacht van de algemene media richten zich vooral op enkele thema’s. In
debatten gaat het vaak meer om de welbespraaktheid of het elkaar vliegen afvangen.
En vaak krijgen de lijsttrekkers persoonlijk of randverschijnselen meer
aandacht dan de inhoud. Zo lijkt het belangrijker dan het inhoudelijke debat
dat een politicus wel of niet op de markt gaat folderen.
Het is ook
niet verwonderlijk dat veel mensen moeilijk een keuze kunnen maken en dus ‘zwevende
kiezer’ zijn. De kandidaten presenteren zich in interviews allemaal van hun
beste zijde. Zonder weerwoord komen ze betrouwbaar en overtuigend over. En de
meeste kandidaten proberen er ook oprecht het beste van te maken. Al die ‘goede
verhalen’ maken de keuze ook niet gemakkelijker.
Meestal vinden we slechts enkele aspecten echt belangrijk en daarmee doorslaggevend. Dat hoeven niet altijd de hoofdzaken van de politiek te zijn, maar wel vaak zaken die je persoonlijk raken. Ook kan met één slecht voorbeeld een partij of persoon al worden afgeschreven. Daarbij wordt de politicus waar je positieve gevoelens bij hebt ook meer vertrouwd of minder kritisch gevolgd dan zijn tegenstanders.
Zo schreef Johan
van de Beek op 9 februari in zijn column in de regionale Limburgse kranten over
een groep ‘Moslims voor Trump‘. Deze mensen realiseerden zich dat er vele
bezwaren waren tegen Trump, maar deze werden meer genuanceerd dat Trump zelf
deed. Wat de doorslag gaf, was een verzwegen donatie van Qatar aan een
stichting van de Clintons. Op zich een
heel legitiem argument, maar verwonderlijk dat het doorslaggevend is, zeker
omdat Trump helemaal niet transparant is wat zijn financiën betreft.
Men gaat
zich uit zelfbescherming ‘verdedigen’ tegen de complexiteit. Dat kan bijvoorbeeld
door de veelheid of complexiteit te ontkennen of er machteloosheid tegenover te
stellen. Het aantal onderwerpen wordt kleiner, behapbaar. De nieuwsmedia
versterken dit proces door naar hun kijkers / lezers toe slechts beperkt te
berichten Men wil wel graag oplossingen zien voor problemen, maar die moeten
dan wel eenvoudig te begrijpen zijn. Dus gaan de mensen ook vertrouwen schenken
aan politici die met overtuiging deze begrijpelijke oplossingen aanbieden.
Ook wordt er
veel gegeneraliseerd en minder genuanceerd. Een aantal mensen heeft een afkeer
van de hele politiek. Ze schetsen alle politici als onbetrouwbaar of
zakkenvullers. Zo signaleerde Jesse Klaver van GroenLinks bij het lijsttrekkersdebat
in het Groningse provinciehuis over onder ander de gaswinning dat hij door de
demonstranten hetzelfde werd behandeld als de VVD-er Halbe Zijlstra. De politieke
doelstellingen van beide staan min of meer haaks op elkaar. Maar hoe goed de
politicus ook zijn best doet en welke positieve drijfveren zij/hij ook heeft, het
maakt blijkbaar voor velen niet uit. Populisten zetten zich tegen de politiek
en de gevestigde orde als geheel af. Zij hebben baat bij dit onderscheid en
trachten de verschillen met de ‘elite’ te vergroten. Daarbij hebben ze altijd
voldoende aansprekende voorbeelden van misstanden beschikbaar om veel ‘gewone’
mensen te overtuigen. Het is daarbij opvallend dat mensen die hier ontvankelijk
voor zijn, vaak zware kritiek hebben op anderen, terwijl ze hun politiek leider
of hun nieuwsbronnen volkomen vertrouwen en dat ze hiervan geen verantwoording
of onderbouwing van beweringen vragen.
Als
onderbouwing te complex is, dan is het maar een stap verder naar het
‘feitenvrij’ discussiëren. Men roept maar wat, gebruikt ‘alternatieve feiten’
of nepnieuws. Waar tegenargumenten worden aangedragen die niet in de kraam te
pas komen, wordt de boodschapper gekleineerd of ongeloofwaardig gemaakt. Het is
goed dat onze regionale kranten zich op donderdag 2 maart via een artikel van
adjunct-hoofdredacteur Bjorn Oostra hiertegen teweer stellen. En dat een
vijftal grote ‘populaire’ aannames binnenkort van feiten worden voorzien. Ook
positief is dat Facebook nepnieuws laat controleren door nieuwswebsite Nu.nl en
de Universiteit van Leiden.
En tot slot een oud gezegde dat uw keuze op 15 maart niet gemakkelijker erop maakt: ‘Eenvoudige oplossingen hebben een gemeenschappelijke eigenschap: ze werken niet.” Dus beste kiezer, doe uw best.
ps.: in verkorte vorm is dit betoog als opinieartikel gepubliceerd in de regionalen kranten Dagblad De Limburger en Limburgs Dagblad op dinsdag 7 maart 2017.
1 opmerking:
http://freethoughtblogs.com/pharyngula/files/2016/01/scienceveverythingelse.gif
Een reactie posten