Het CDA heeft dit weekeinde zijn nieuwe uitgangspunten en toekomstvisie gepresenteerd. ‘Radicaal voor het midden’ is de bijbehorende slogan. Goed gekozen. Radicaal in de geest van terug naar de oorsprong, de wortels van het CDA. Radicaal zijn is niet nieuw. We kenden de al voor een belangrijk deel uit de Katholieke Volkspartij (KVP) voortgekomen Politieke Partij Radicalen (PPR), die later in GroenLinks is opgegaan. De PPR was radicaal omdat ze ‘ingrijpende hervormingen’ wilde.
Het CDA hoort echter in het midden thuis. De nu gepresenteerde visie is niet vernieuwend. Beetje oneerbiedig: ‘oude wijn in nieuwe zakken’. Veel uitgangspunten zijn alleen herschreven in een wat moderner taalgebruik. En ook het huidige verkiezingsprogramma bevat al veel van het gedachtegoed dat nu weer wordt geuit. Maar de visie contrasteert wel met de huidige CDA-politiek.
Het CDA moet wel radicaal veranderen. Niet zozeer wat de politieke uitgangspunten betreft, maar meer zijn dagelijkse politiek. Op dit moment is het CDA geen middenpartij. Rechts heeft de macht overgenomen binnen het CDA. Maar de deelname aan het gedoogkabinet Rutte heeft gezorgd voor een verdere teloorgang van de partij. De partij volgt op hoofdthema’s niet haar eigen uitgangspunten. Ze doet veel te veel water bij de wijn. Het CDA is niet trouw aan zichzelf. Dat rekent de kiezer het CDA aan.
Als het CDA het vertrouwen van veel kiezers wil terugwinnen, dan zal het moeten handelen conform zijn eigen doelstellingen. Hoe eerder, hoe beter. De kiezer zal het CDA niet geloven op basis van mooie standpunten in een klein boekje, maar op de politieke besluiten. Daar zit het CDA in een spagaat. Als het CDA zo doorgaat dan zal de kiezer de mooie uitgangspunten al weer snel zijn vergeten en zich hoogstens nog herinneren hoe onbetrouwbaar het CDA is ten opzichte van de eigen idealen. Het CDA zal dus moeten bewijzen dat het radicaal wil veranderen.
Als het CDA daadwerkelijk wil breken met de huidige politiek en het bijbehorende imago, dan zal dat radicaal moeten. Het is zeker niet genoeg als de huidige gezichten alleen maar een ander verhaal vertellen. Dat is een niet geloofwaardig ‘zoals de wind waait, waait mijn jasje’.
De hele politieke top moet worden vernieuwd. Iedereen die dit gedoogkabinet van harte ondersteunt en die het CDA profileert in het Kabinet en Tweede Kamer, zal moeten plaatsmaken. Alleen zo geeft het CDA een duidelijk signaal dat het menens is, dat de daad ook bij het woord wordt gevoegd. Daarbij lijkt het wijs om ook het harde, hanige imago van de huidige invloedrijke CDA'ers te veranderen in een politiek handelen met meer ‘vrouwelijke’ karaktertrekken.
Als in de toekomst de op zich aansprekende uitgangspunten weer worden gebruikt als dekmantel voor te rechts handelen, dan is dat waarschijnlijk de doodsteek voor dit CDA. Dan kan de partij zich beter opsplitsen in een sociaal-christelijke partij en een rechtse partij.
zondag 22 januari 2012
zaterdag 14 januari 2012
Publicatie beledigingen Cor Bosman opent doofpot PVV.
Voor de verkiezingen voor Provinciale Staten in Limburg schreef de kandidaat voor de PVV-Limburg Cor Bosman in een e-mailbericht aan partijgenoten over kandidaat voor de PvdA Selçuk Öztürk: “Hij is wat mij betreft niets meer en niet minder dan een stuk uitgekotst halalvlees, gemaakt van Turks varken”.
Enkele maanden later verlaat PVV – statenlid Harm Uringa de fractie van de PVV zonder de ware redenen te noemen.
Een jaar later, op vrijdag 13 januari 2012, publiceren de regionale kranten Dagblad De Limburger en Limburgs Dagblad de uitspraken van Bosman. Het bericht van Bosman en de notulen van de vergadering van de PVV-fractie hierover zijn uitgelekt, waarschijnlijk via ex-PVV-er Uringa. Bosman vindt naar aanleiding van de publicatie Uringa een “narcistische zak”.
Cor Bosman heeft met zijn schriftelijke uitspraken volledig buiten de politieke mores geplaatst en niemand zal hem ooit nog serieus nemen. Hij heeft bewezen dat hij er een dubbele moraal op nahoudt. En hier geldt de overtreffende trap van “wie wind zaait zal storm oogsten”.
De PVV-fractie onder leiding van Laurence Stassen heeft het in de doofpot gestopt in de hoop ermee weg te komen. In een reactie schreef ze vorig jaar over het bericht van Bosman dat hij een punt heeft, maar “dit soort taalgebruik kan echt niet”. Het blijft echter bij excuses van Bosman binnen de fractie.
Nu, een jaar later, is door de publicatie “de affaire te groot geworden” en is Bosman uit de fractie gezet. Maar nu nog vindt Stassen Cor Bosman een loyaal PVV-er. Ze wil wel excuus maken. Ze vindt dat ze niet de beroerdste is. Het lijken daarmee niet echt welgemeende excuses.
Volgens Thijs Coppes van de SP-fractie wisten de gedeputeerden Antoine Janssen en Theo Krebber van de PVV het en hebben hun mond gehouden. Omdat ze voordeel hebben van hun huidige positie, hielpen ze mee aan de doofpotcultuur binnen de PVV.
Ook Geert Wilders wist ervan en had zelfs beloofd in te grijpen. Dat is niet zichtbaar gebeurd. Ook Wilders heeft de doofpot gehanteerd om de schade te beperken. Maar zoals wel vaker meet Wilders met twee maten en is hij in normen en waarden veel toleranter ten opzichte van zijn PVV-ers dan anderen in de politiek en samenleving. Dat heeft hij ook bewezen binnen zijn Tweede Kamerfractie.
Het uitlekken wordt door de PVV erger gevonden dan de uitspraken. Laurence Stassen vindt het laakbaar. Harm Uringa krijgt het verwijt een verrader te zij. Het is een beproefde tactiek om de boodschapper zwart te maken en daarmee een fout te verdoezelen. Maar Harm Uringa hield de eer aan zichzelf. Hij was wellicht nog te loyaal aan de PVV omdat hij nog een half jaar heeft gewacht met uitlekken. Maar hij moet worden gewaardeerd als klokkenluider: ” Voor het slagen van het kwade hoeft niets meer te gebeuren dan dat de goeden niets doen”.
Coalitiepartners CDA en VVD vinden dat deze coalitie zo’n goed werk doet dat dit geen consequenties hoeft te hebben voor de samenwerking. Voor hun telt in toenemende mate het geloof in het niet zo Christelijke “het doel heiligt de middelen”. Maar zij moeten beseffen dat “wie met pek omgaat, wordt ermee besmet”.
We moeten met respect met elkaar omgaan. Politici moeten hierin het goede voorbeeld geven. Uit politieke motieven haat zaaien is een groot risico voor onze samenleving. En politici met een dubbele moraal of dubbele agenda zijn niet te vertrouwen. Dat geldt voor de hele PVV-top.
Enkele maanden later verlaat PVV – statenlid Harm Uringa de fractie van de PVV zonder de ware redenen te noemen.
Een jaar later, op vrijdag 13 januari 2012, publiceren de regionale kranten Dagblad De Limburger en Limburgs Dagblad de uitspraken van Bosman. Het bericht van Bosman en de notulen van de vergadering van de PVV-fractie hierover zijn uitgelekt, waarschijnlijk via ex-PVV-er Uringa. Bosman vindt naar aanleiding van de publicatie Uringa een “narcistische zak”.
Cor Bosman heeft met zijn schriftelijke uitspraken volledig buiten de politieke mores geplaatst en niemand zal hem ooit nog serieus nemen. Hij heeft bewezen dat hij er een dubbele moraal op nahoudt. En hier geldt de overtreffende trap van “wie wind zaait zal storm oogsten”.
De PVV-fractie onder leiding van Laurence Stassen heeft het in de doofpot gestopt in de hoop ermee weg te komen. In een reactie schreef ze vorig jaar over het bericht van Bosman dat hij een punt heeft, maar “dit soort taalgebruik kan echt niet”. Het blijft echter bij excuses van Bosman binnen de fractie.
Nu, een jaar later, is door de publicatie “de affaire te groot geworden” en is Bosman uit de fractie gezet. Maar nu nog vindt Stassen Cor Bosman een loyaal PVV-er. Ze wil wel excuus maken. Ze vindt dat ze niet de beroerdste is. Het lijken daarmee niet echt welgemeende excuses.
Volgens Thijs Coppes van de SP-fractie wisten de gedeputeerden Antoine Janssen en Theo Krebber van de PVV het en hebben hun mond gehouden. Omdat ze voordeel hebben van hun huidige positie, hielpen ze mee aan de doofpotcultuur binnen de PVV.
Ook Geert Wilders wist ervan en had zelfs beloofd in te grijpen. Dat is niet zichtbaar gebeurd. Ook Wilders heeft de doofpot gehanteerd om de schade te beperken. Maar zoals wel vaker meet Wilders met twee maten en is hij in normen en waarden veel toleranter ten opzichte van zijn PVV-ers dan anderen in de politiek en samenleving. Dat heeft hij ook bewezen binnen zijn Tweede Kamerfractie.
Het uitlekken wordt door de PVV erger gevonden dan de uitspraken. Laurence Stassen vindt het laakbaar. Harm Uringa krijgt het verwijt een verrader te zij. Het is een beproefde tactiek om de boodschapper zwart te maken en daarmee een fout te verdoezelen. Maar Harm Uringa hield de eer aan zichzelf. Hij was wellicht nog te loyaal aan de PVV omdat hij nog een half jaar heeft gewacht met uitlekken. Maar hij moet worden gewaardeerd als klokkenluider: ” Voor het slagen van het kwade hoeft niets meer te gebeuren dan dat de goeden niets doen”.
Coalitiepartners CDA en VVD vinden dat deze coalitie zo’n goed werk doet dat dit geen consequenties hoeft te hebben voor de samenwerking. Voor hun telt in toenemende mate het geloof in het niet zo Christelijke “het doel heiligt de middelen”. Maar zij moeten beseffen dat “wie met pek omgaat, wordt ermee besmet”.
We moeten met respect met elkaar omgaan. Politici moeten hierin het goede voorbeeld geven. Uit politieke motieven haat zaaien is een groot risico voor onze samenleving. En politici met een dubbele moraal of dubbele agenda zijn niet te vertrouwen. Dat geldt voor de hele PVV-top.
Abonneren op:
Posts (Atom)