Duitsland is een autovriendelijk
land, maar ook daar ontkomt men er niet aan om vrij vergaande maatregelen te
nemen, althans als men de klimaatdoelen voor 2030 wil halen. Zo berichtte
Dagblad De Limburger op 7 december jl. dat de Bondsregering voorstelt dat de
belasting op benzine en diesel tot 2030 met 47 en 70 cent/liter moet stijgen.
Ook moet de tol voor vrachtwagens omhoog en de vergoeding voor woon-werkverkeer
dient te worden afgeschaft. Daarbovenop komt een maximumsnelheid op de
snelwegen van 120 km/uur. Omdat er nu op grote delen van de Duitse snelwegen
geen snelheidsbeperking is, is 120 km/uur wel een erg draconische maatregel
voor de automobilisten die volop gas geven onder het motto ‘freie Fahrt für
freie Bürger’. ‘Het is een schandalige aanslag op de portemonnee van de gewone
burgers en de vrijheid van mobiliteit’.
De tegenstelling tussen de mensen
die voor een beter milieu gaan en de meeste autorijders is er wel erg groot. En
geen wonder dat veel autorijders figuurlijk op de rem willen trappen. Hun
argumenten hebben daarbij vooral betrekking op persoonlijke welvaart en welzijn
en zij houden zo minder rekening met andere mensen en belangen.
Deze tegenstellingen zijn een
voorbeeld voor veel maatschappelijke discussies op dit moment. En voor de
tweedeling die ook in onze samenleving aan de orde is. De mensen die willen
veranderen ten behoeve van natuur, milieu én medemens staan tegenover mensen
die niet willen veranderen vanwege persoonlijk belang. Dat persoonlijk belang
gaat voor dat van de samenleving. Voor deze mensen is het ‘ik-tijdperk’ nog
volop aanwezig.
Positief is dat de Bondsregering
van Duitsland wel voorstellen doet in het belang van de (wereld)samenleving. En
dat geldt in Nederland ook, als zijn er nog genoeg redenen om aan te nemen dat
het vanwege de weerstand allemaal te langzaam gaat.
Ps.: in verkorte vorm is dit stukje
als ingezonden brief geplaatst in Dagblad De Limburger van 18-12-2019.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten